AHA Lost Het Op

Het probleem van de moslimse niet-integratie zal niet lang ons probleem meer zijn. Want hier komt Ayaan Hirsi Ali , voor de fans AHA, met de eindoplossing voor het islamvraagstuk. Het gaat niet om een plannetje dat zij in haar hoofd uitgebroed heeft, maar over een organisch proces waarvan zij in haar eigen leven het voorbeeld geeft.

Liberales, de denkclub van Dirk Verhofstadt, nodigt regelmatig internationale  vrijzinnig-liberale bekendheden uit voor een inspirerend praatje. Ook liberalen moeten al eens de ideologische batterijen opladen. Donderdag jongstleden was het de beurt aan AHA, voor een weekje terug in de Lage Landen vanuit Washington DC. Als verklaard atheïst zat zij op dezelfde lijn als haar gastheer, behalve dat zij een positievere waardering voor de verdiensten van het christendom uitsprak. Verhofstadt legde haar een aantal vragen voor naar aanleiding van haar nieuwe autobiografische boek Nomade (uitg. Augustus). Het is een belangrijk doch vlot geschreven boek, en ik wil het zonder reserve aanbevelen.

Een vuistregel in de populaire journalistiek, van Gazet van Antwerpen tot Time Magazine, is dat je je berichtgeving moet personaliseren. Dus bijvoorbeeld niet op de man af “de crisis” uit de doeken doen, maar wel de lezer laten kennismaken met een ontslagen werknemer wiens lotgevallen de crisis illustreren. Vanuit die filosofie is AHA’s getuigenisboek heel nuttig om het probleem dat de islam stelt bij een breed publiek bekend te maken. Vooral omdat het dat eigen verhaal met ideologische uitleg verweeft.

Een boek als Betty Mahmoody’s Not Without My Daughter, over een Amerikaanse die haar Iraanse man ontvlucht, wekt wat afschuw op maar zegt weinig over het waarom van de positie van de vrouw in de islam. Het leent zich tot flutverklaringen van het type: “De echte boodschap van de profeet was bevrijdend voor de vrouw, maar mannen hebben ze fout geïnterpreteerd.” Die vluchtweg laat AHA niet open. Zij geeft er het hoe en waarom bij, met uitleg over de bronteksten en hun toepassing in de moslimsamenleving. Op die manier wordt haar levensverhaal een inleiding tot het islamitische denken en zijn gevolgen in de reële mensenwereld.

Heel weldoend aan dit boek is de diepmenselijke toon die doorheen de bespreking van de pijnpunten van de islam wordt volgehouden. Dit is volstrekt geen pamflet, en niemand zal hier kunnen volhouden dat haar “islamofobie” geworteld is in “haat”. Zij houdt van haar familie en de mensen met wie ze opgegroeid is. Het boek opent met haar bezoek aan haar vader op diens sterfbed, waar ze met gedeeltelijk succes probeert om zich met hem te verzoenen. Haar keuze voor de Westerse levenswijze en haar zeer openlijke verzaking van de islam hadden hem uiteraard radicaal van haar vervreemd. Zij probeert om zich doorheen de meningsverschillen bewust te blijven van de bloed- en liefdesband die hen uiteindelijk toch bindt.

Het boek besluit met een brief aan haar ongeboren dochter. Niet dat, voorzover bekend, dat kind al onderweg is, maar het kan er spoedig komen. AHA is niet gestopt met leven en heeft niet alles aan haar strijd opgeofferd. Zij heeft sinds kort een nieuwe geliefde en stelt zich open voor de komst van een kind.

Die nieuwe generatie zal dan de evolutie van islamitisch naar post-islamitisch voltooien. AHA’s grootmoeder was een nomade die van bron naar bron rondtrok en wier geestelijke horizon volledig door de islam en de stamtradities bepaald werd. Haar moeder leefde al in de stad maar wel afgeschermd tegen de opdringende moderniteit. Zij zelf heeft voor de moderniteit gekozen maar is daarvoor wel door haar familie uitgestoten. Haar eventuele kinderen zullen echter volledig in de moderniteit leven. Ziedaar dus het levende bewijs dat moslims wel degelijk de islam kunnen ontgroeien. En dat is meteen AHA’s oplossing voor het islamprobleem: laat de moslims zich emanciperen uit die verstikkende dwaalleer. Verlies geen tijd aan warrige projecten over “een Europese verlichte islam”, bereid liever het leven ná de islam voor.  

De dappere dadelbabe gaat zover, het op te nemen voor Geert Wilders en aanverwante “populisten”. Zij gelooft wel niet in zijn ideetjes over een koranverbod of een “kopvoddentaks”: principieel fout en onuitvoerbaar. Idem voor een terugkeerbeleid van de “extreemrechtse” partijen, waartoe zij ook het VB blijft rekenen. Van VB-ers schijnt zij niet te geloven wat zij over moslims verkondigt, namelijk dat mensen hun enge wereldbeeld kunnen ontgroeien. Het aangebrande verleden van het VB blijft alleszins een kwetsbaar punt dat nog vaak gebruikt zal worden om de valse indruk te wekken dat er iets “extreemrechts” is aan islamkritiek. Die indruk wordt natuurlijk weerlegd door mensen als AHA zelf, maar dat zal dit valse discours van een Tariq Ramadan of een Hugo Camps niet doen ophouden. Daarom is het van het grootste belang, en hierin ben ik het volmondig met AHA eens, dat de klassieke partijen de zorgen van de bevolking over de islam ter harte nemen. Maar dat is vlugger gezegd dan gedaan.

oneens

Ondanks mijn enorme bewondering voor AHA en een diepe wens dat ze overal haar ding mag doen in absentio van luidruchtige sharia4belgium-baardapen, ben ik het fundamenteel oneens met de conclusie "Verlies geen tijd aan warrige projecten over “een Europese verlichte islam”.

Ik vrees dat het de enige weg is, de vijand van de fundamentalistische islam bevind zich al een paar decennia lang binnen de poorten, en verspreid zich razendsnel, alle dooddoeners van politiek links ten spijt.

Als men m.i. vrij simplistische radicale politieke scenarios van gedwongen deportatie van grote delen van de in Europa geboren bevolking wil ontwijken vrees ik dat de enige weg er een is van het streven naar een vrij intellectueel klimaat waar een progressieve islambeleving gestimuleerd en beschermd wordt.

Er bestaan historische precedenten, intellectuelen uit vroeg-moderne en hedendaagse academische kringen (en vaak genoeg te vinden in de diaspora uit de moslimwereld), en genoeg concrete formuleringen hoe een Verlichte islam er zou kunnen uitzien. Irshad Manji, Muslims for Progressive Values, en een rits andere in de angelsaksische wereld hebben voorstellen gedaan. Ik meen dat we die moeten steunen en aanmoedigen, niet marginaliseren en weglachen zoals nu meestal gebeurt.  

België en de rest

In de buurlanden zie je de klassieke partijen wél schoorvoetend overgaan tot een realistischer beleid. Beste voorbeeld is Denemarken, maar ook in Nederland heeft de zogenaamde softie Job Cohen tijdens Paars een restrictiever immigratiewet geschreven dan in België denkbaar is. De oproep van AHA tot de klassieke partijen is in het algemeen juist, maar in het doodzieke België is zelfs het gematigde en redelijke slechts met een extreme politieke wil haalbaar.

schokkende naïviteit

Dit vond ik de meest schokkende zin uit het hele essay:
"Daarom is het van het grootste belang, en hierin ben ik het volmondig met AHA eens, dat de klassieke partijen de zorgen van de bevolking over de islam ter harte nemen."

Ik kan er niet bij hoe iemand met een beetje inzicht en kennis van de gang van zaken in de belgische politiek, hardop durft hopen dat de klassieke partijen de zorgen van de bevolking ter gaan harte nemen. 
Is er dan ergens een geval bekend, één enkel voorbeeld, waarin ze dat de laatste vijf jaar gedaan hebben ?  Justitie ?  Asielbeleid ?  Defensie ?  Buitenlandse zaken ?  Belastingen ?  Verkeersbeleid ?  Ik kan mij echt niks herinneren waarin de klassieke partijen niet eerst aan hun eigen belang gedacht hebben in plaats van het belang van de Vlamingen. 

In belgie kan er niets, helemaal niets positiefs meer beslist worden zolang Vlaanderen niet loskomt van het belgisch juk. Wie een positieve ommekeer verwacht van de klassieke partijen is buitengewoon naïef.