Ayodhya, Of De Verloren Eer Der Historici
From the desk of Koenraad Elst on Wed, 2010-10-06 07:31
Een belangrijk crisismoment in de strijd om de geschiedenis tussen pleitbzorgers van de islam en de rest van de wereld was de betwisting rond de tempel/moskee in Ayodhya, die vooral in 1986-92 woedde. Het betwiste gebouw haalde het wereldnieuws toen hindoe militanten het op 6 december 1992 afbraken.
Op een hindoe bedevaartcentrum, volgens de overlevering de geboorteplaats van de held Rama, incarnatie van de god Visjnoe, heeft ooit een tempel en nadien (volgens een inscriptie op de poort, vanaf 1528) eeuwenlang een moskee gestaan. In die moskee waren zuilen van de tempel verwerkt, bij wijze van vertoon van de islamitische zege op het heidendom. In 1885 begonnen hindoes een rechtszaak om het domein terug te eisen, maar in 1886 oordeelde de Britse rechter: “Het is erg dat voor deze moskee een tempel verwoest is, maar aangezien dat eeuwen geleden gebeurd is, is het nu te laat om het te remediëren.” In 1934 werd de moskee na rellen door de Britse overheid gesloten. In 1949 plaatsten hindoes een altaar met godenbeelden in het gebouw. In 1950 begon een rechtsgeding waarin de hindoes en later ook de moslims de plaats opeisten.
Voorlopig vaardigde de rechtbank enkele praktische regelingen uit. Eén dag per jaar mocht een priester er de rituelen doen, pas in 1986 verordende zij dat hindoes er vrij toegang kregen. Daardoor was het gebouw weer in gebruik als tempel, maar de hindoes wilden echte tempelarchitectuur, dus de afbraak van het gebouw. Terwijl de moskee er nog stond, legden zij een eindje verder de eerste steen van de geplande tempel, en wel op 9 november 1989, terwijl in Berlijn de Muur viel.
Dat gebeurde met goedkeuring van de regerende Congrespartij, die een klassieke koehandel plande: een grote gunst voor de hindoes, meerdere kleine voor de moslims (ondermeer de hervorming van de echtscheidingswetgeving in zuiver islamitische zin). Linkse intellectuelen, die de cultuur- en academische sectoren domineerden, begonnen echter een campagne voor “hard secularisme”, waarbij “secularisme” het Indiase equivalent is van ons “multiculturalisme”, ondermeer dus automatische steun aan de islam. In het kader daarvan begonnen zij stelselmatig en luidkeels de geschiedenis van de historische tempelverwoesting te ontkennen. Wat tot dan een consensus geweest was, gebaseerd op het unanieme getuigenis van een groot aantal bronnen, werd plots verketterd als “hindoe-fundamentalistische haatpropaganda”.
De media in India en wereldwijd volgden meteen de nieuwe marsrichting. Historici hielden zich gedeisd of plooiden zich naar de partijlijn. Een Nederlandse indoloog die kort tevoren onderzoek in Ayodhya gedaan had en in een boek de tempelverwoesting bevestigd had, werd heftig belasterd en krabbelde terug. De Encyclopaedia Britannica die haar in de uitgave van 1989 nog droog als feit weergeven had, maakte er in latere edities iets van dat “hindoe extremisten beweren”.
Eind 1990 nodigde de regering de beide partijen uit om geselecteerde geleerden te mandateren voor een debat. De vertegenwoordigers van de moskeepartij kwamen totaal onvoorbereid, vals gerustgesteld dat hun tegenstanders toch maar “mythen propageerden”. Pijnlijk genoeg voor hen kwamen die van de tempelpartij met een uitgebreid dossier aan historische documenten en archeologische versl agen die de oude consensus ondersteunden. Nadien heeft het moslim-marxistische verbond van tempeltegenstanders wel nog een boekje samengesteld dat als antwoord moest dienen, maar ook daarin staat niet één gegeven dat strijdig is met dat scenario of dat positief op een alternatief scenario wijst. Hun argumentatie beperkte zich tot pogingen om de dwingende bewijswaarde van een kleine selectie uit de geboden aanwijzingen te minimaliseren, terwijl het merendeel onbeantwoord bleef. De media hebben het strikt doodgezwegen, maar de ontkenners van het islamitisch iconoclasme zijn in dat debat verpletterend verslagen.
Edoch, vorige week is de waarheid toch aan het licht gekomen. Op donderdag 30 september 2010 heeft het gerechtshof te Allahabad eindelijk uitspraak gedaan in de 60 jaar oude rechtszaak. Er was schot in gekomen toen de regering van premier Narasimha Rao in 1994 aan het Hooggerechtshof vroeg om een mening uit te spreken over de historische grond van de zaak. Anders dan het krantenlezend publiek was hij uitstekend op de hoogte van het uitkomst van het geleerdendebat, en hij verwachtte dat de opperrechters zich na studie alleen ten gunste van de tempelclaim zouden kunnen uitspreken, zodat de tempel gebouwd zou kunnen worden en de kwestie van de baan geraken. Het Hooggerechtshof verwees de zaak door naar de rechtbank van Allahabad. En die besloot om haar letterlijk uit de spitten.
Zij gaf aan de Archaeological Survey of India opdracht tot zeer grondige opgravingen. In 2003 legde de ASI de fundamenten bloot van een zeer groot gebouw, dat blijkens de talloze religieuze kunstvoorwerpen zonder twijfel een tempel geweest is. Dit bevestigde de conclusies van eerdere opgravingen en het getuigenis van talloze documenten: natúúrlijk heeft er op de betwiste plek een tempel gestaan.
Het vonnis erkent nu de historische feiten. Op basis daarvan besluit het dat de betwiste plaats aan de hindoes toekomst, terwijl de moslims een perifeer stuk van de tempelheuvel mogen hebben. Over die concrete grondaanspraken zal wellicht nog een proces in beroep gevoerd worden, maar de ASI-bevindingen staan voortaan als een huis. Het handvol vorsers dat de oude consensus met oude en nieuwe bewijzen is blijven verdedigen, onderwie uw dienaar, is daarmee klinkend in het gelijk gesteld. De overgrote meerderheid die een politiek wenselijker versie aanhing en verkondigde, en die vanuit haar machtspositie de eerste groep bespuwd en belasterd heeft, staat nu met de billen bloot.
Het loopt niet altijd zo goed af, en ook hier heeft de leugen ruim twintig jaar de bovenhand gehad. Maar uiteindelijk is het Indiase nationale devies dan toch geldig gebleken: Satyam eva jayate, “Waarheid overwint.”
@Traveller
Submitted by Koenraad Elst on Thu, 2010-10-21 00:10.
Ik heb zelf in december-januari 1990-91 meegewerkt aan de formulering van de argumentatie, het logisch aaneenpraten van de bewijsstukken om aan te tonen wat zij juist bewijzen. Verder heb ik in opeenvolgende fasen van het debat drie boeken geschreven over de bewijzen en de nauw of breed daarmee samenhangende historische achtergronden. Het vonnis van de rechtbank is een overwinning voor de waarheid, maar door mijn betrokkenheid mag ik het ook als een persoonlijke overwinning beschouwen. Nochtans vind ik niet dat er veel eer mee te rapen viel: ik heb alleen de opvatting hooggehouden die tot 1989 gewoon de consensus was. Ik heb alleen een open deur ingetrapt: tempelverwoestingen door moslims zijn een zeer banaal gegeven, en dat die regel ook in Ayodhya toepassing vond, is niet echt een gedurfde bewering. Mijn stellingname was alleen hierom bijzonder, dat ik er onder oriëntalisten en India-watchers nagenoeg alleen mee stond. In die kringen is het nu eerder stil.
@ Dr. Elst
Submitted by traveller on Thu, 2010-10-21 09:15.
Hartelijk dank.
ik wist dat het u zeer interesseerde maar ik wist niet van jouw deelname aan het onderzoek.
Proficiat dus.
@ Dr. Elst
Submitted by traveller on Wed, 2010-10-06 15:32.
Hebt U aan die opzoekingen deel genomen?