De Subnationaliteit Als Oplossing Voor BHV

carl-devos-bart-de-wever-520-bis.jpg 

Bart De Wever kwam gisteravond (6/01/2010) in Terzake [video] nog eens de puntjes op de i zetten en zette daarbij kracht achter de verklaring van CD&V-Voorzitter Wouter Beke. Naast het socio-economische aspect van de staatshervorming is er nog het institutionele aspect: de beloofde "copernicaanse revolutie" waardoor het zwaartepunt bij de ‘deelstaten’ zou komen te liggen, en het probleem BHV. Tot dusver is het duidelijk dat er nergens sprake is van een ‘copernicaanse revolutie’ noch van een sluitende oplossing voor BHV in de nota van Vande Lanotte. Er bestaat nochtans een eerbare sluitende alternatieve oplossing buiten een zuivere splitsing.

 

Rechten die geen Rechten zijn

De Franstaligen beweren dat een zuivere splitsing van de kieskring en van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde hun rechten zou beknotten, zelfs met het voorstel dat terug te vinden was in het nota-Vande Lanotte. Blijkbaar hebben de Franstaligen nog steeds niet begrepen dat er nergens sprake is van een beknotting van de ‘rechten van de Franstaligen’.

De Franstaligen in Halle-Vilvoorde hebben geen recht op een administratieve behandeling in hun landstaal, want ze wonen in ééntalig Nederlandstalig taalgebied. Hun politieke rechten blijven gelden, net als hun stemplicht. Het Grondwettelijk Hof besliste dat de kieskring BHV ongrondwettelijk is want discriminerend, gewestgrensoverschrijdend en taalgebiedoverschrijdend. Het gerechtelijk arrondissement is op zich al ongrondwettelijk, want taalgebiedoverschrijdend.

Een zuivere splitsing van de kieskring BHV zondert de Franstaligen in Halle-Vilvoorde af van de Franstalige kieslijsten uit het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, maar dat is dan ook het gevolg van hun verhuis naar Vlaanderen. Daar hebben de Franstaligen het dus moeilijk mee bij ieder voorstel dat tot dusver op tafel kwam.

Aan Vlaamse zijde wenst men uiteraard geen invoering van speciale rechten voor de Franstaligen in Halle-Vilvoorde, ook niet voor de inwoners in de faciliteitengemeenten. Het voorstel in de nota-Vande Lanotte waarbij de zes burgemeesters van de faciliteitengemeenten rond Brussel in beroep zouden kunnen gaan bij het Grondwettelijk Hof in plaats van bij de Raad van State, zodat ze zich kunnen onttrekken aan het oordeel van ‘Vlaamse’ rechters, valt eveneens zeer moeilijk te slikken. Om nog maar te zwijgen over de versterking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar een statuut van een meer volwaardig Gewest…

Toch is er volgens mij een oplossing mogelijk voor het probleem ‘Brussel-Halle-Vilvoorde’ waarbij men tegemoet kan komen aan de verzuchtingen van beide betrokken gemeenschappen. Lange tijd kon men het gemakkelijk afdoen als ‘politieke fictie’ - een onhaalbaar voorstel - maar in de huidige politieke deadlock ben ik van mening dat men het eens serieus moet bekijken.

 

De ‘Out of the Box’-oplossing voor BHV

De enige alternatieve oplossing voor de kieskring BHV - buiten een zuivere splitsing - is een hervorming van het federale kiesstelsel door het deterritorialiseren van het kiessysteem. Er is één fundamentele vereiste waaraan men moet voldoen om als kiesplichtige te kunnen deelnemen aan de federale verkiezingen: houder zijn van de Belgische nationaliteit. Neem dat als basis voor een nieuw kiessysteem door de ‘Belgische identiteit’ te actualiseren.

De politieke realiteit in dit land is dat er drie volwaardige gemeenschappen bestaan, een Nederlandstalige; een Franstalige en een Duitstalige: drie subnationale groepen. Deel de Belgische nationaliteit in drie subentiteiten in, want éénieder behoort toe aan één der drie gemeenschappen, alleen al door taalverwantschap. Iedere gemeenschap heeft zijn eigen politieke partijen en bijhorende politici. Maak daar gebruik van door te opteren voor een subnationaal kiesstelsel. Het maakt dan niet uit waar in de wereld je woont, je kan stemmen voor de politici uit uw eigen gemeenschap.

De politieke gevoeligheid rond dit voorstel langs Vlaamse zijde ligt bij het ronselen van Franstalige stemmen in Vlaanderen, een vrees voor verdere verfransing en bijhorende taaleisen. Alleen hoeft dit niet problematisch te zijn, door de vastlegging van de interne landsgrenzen en daaruit voortvloeiende gevolgen, zoals de indeling in gewesten en taalgebieden. Als de Franstaligen Vlaams grondgebied blijven verfransen, dan geeft dit aanleiding tot verdere communautaire spanningen die de verdere ondergang zullen betekenen van de Belgische federale staat.

De politieke gevoeligheid rond dit voorstel voor de Franstaligen zal voornamelijk liggen bij de indeling van de Belgische nationaliteit die niet langer ‘unitair’ maar federaal zal zijn. De Franstaligen zullen uitgaan van een ‘gevaar’ voor de toekomst van België door het louter bestaan van een officiële ‘Vlaams identiteit’.  Alleen is het niet enkel die identiteit die de toekomst van België zal bepalen, maar het beleid en de wil om politiek samen te leven. De voornaamste drijvende kracht achter de ontbinding van België zijn de Franstaligen zelf. Daarnaast zou het verwerpen van de subnationaliteit overeenkomen met het verwerpen van de Belgische federale realiteit… Maar dat is geen taboe bij de Franstaligen die de taalgrens, de gewestgrenzen en de indeling in taalgebieden voortdurend in vraag stellen.

De invoering van een ‘subnationaliteit’ impliceert wel nog een aantal ingrijpende veranderingen op vlak van migratie en naturalisatiebeleid. Buiten een gemeenschappelijk kader met voorwaarden om de Belgische nationaliteit te kunnen verkrijgen, zal iedere gemeenschap zijn eigen gemeenschapsvoorwaarden moeten formuleren en afdwingen. Het impliceert namelijk dat er een vaste verdeling onder de gemeenschappen moet komen rond het aantal op te vangen asielzoekers en te naturaliseren personen. Dit zal vooral problematisch zijn voor de Franstaligen, die positiever staan tegenover naturalisatie en tegenover het toelaten van migranten tot het grondgebied.

De subnationaliteit creëert wel verdere hervormingsmogelijkheden, zoals de regionalisering van asiel en migratie. Een aanpassing van de taalwetgeving waarbij men het persoonlijkheidsbeginsel tracht te versmelten met het territorialiteitsbeginsel, een nieuw ‘taalconcept’ dat als alternatief kan dienen voor de faciliteitengemeenten zonder te sleutelen aan de taalgrens. Het zou de beleidsmakers in staat stellen om te differentiëren binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ‘free rider’-praktijken te voorkomen die te verwachten zijn bij gemeenschapsbelastingen of uitkeringen.

De begrafenis van Vlaams-Brabant

Historisch noemde de verzamelde Vlaamse pers het akkoord over BHV. Hysterisch lijkt me een veel beter woord voor de jubelkreten van de media over het loslaten van de faciliteitengemeenten door Vlaanderen, het opgeven van enige Vlaamse inbreng in Brussel en het overleveren van gans Vlaams-Brabant aan een op stapel staande verfransingsgolf via de Metropolitaanse Gemeenschap.

Hysterisch is ook het woord voor de manier waarop verschillende Vlaamse burgemeesters uit de Rand de uitgedokterde splitsing van BHV verwelkomen; hysterisch is evenzeer het sneltempo waarmee de voorzitter van een V-partij deze, van onafhankelijkheid over zelfuitgedacht confederalisme naar een ‘het-kon-veel-slechter’ bijna-goedkeuring van het akkoord, naar een B-partij laat evolueren: het lijkt wel op een politiek streven naar de verdamping van Vlaanderen.

 

Als geboren en getogen Vlaams-Brabander heb ik heel wat betogingen meegemaakt, zoals deze voor Leuven-Vlaams, tegen het Egmont-pact en voor de splitsing van BHV. Maar de betoging van morgen is anders: waar ik vroeger hoopte op een verhoogde Vlaamse zelfstandigheid en bewustwording, ja zelfs op een mogelijke onafhankelijkheid, voel ik deze eerder aan als een begrafenisstoet, waar rouwbandjes en een minuut stilte op hun plaats zouden zijn. Het wordt dan wellicht mijn laatste betoging, want als dit akkoord doorgaat wordt elk opkomen voor een Vlaamser Vlaanderen zonder het minste voorwerp.

 

Hopelijk vergis ik mij, en geeft de Vlaamse burger massaal het signaal dat voor hem/haar Vlaanderen belangrijk genoeg is om te verdedigen; misschien toont de Vlaamse Facebook-jeugd dat ze, naar het voorbeeld van haar Noord-Afrikaanse collega’s, ook in enkele uren een geweldloze revolutie kan ontketenen en de Vlaamse politici genadeloos lik op stuk geven.

@ Laurent Asselbergh

De grond van het probleem is de "verdampingsstrategie" van BDW.

België is een gebetonneerde structuur die door CVP, socialisten en liberalen, van beide landsgedeelten, is ontworpen 

Zoals Martens bekende, elke franstalige toegeving zal veel kosten aan de Vlamingen.

BDW is dan met zijn verdampingstheorie begonnen, wat ik persoonlijk zo ongeveer de slechtst mogelijke uitspraak van de laatste 10 jaar vond.

De franstaligen hebben toen zeer goed begrepen dat alleen een uitputtingsstrategie hen kon helpen, wat ze prompt deden, en BDW had zichzelf vast gereden.

Hij is toch zo sympathiek meneer.

De enige goede manier is de harde manier, maar dat is natuurlijk niet zo sympathiek.

De beweging moet vanuit het Vlaams parlement komen maar dat zit er nu niet meer in, het VB, helemaal niet sympathiek, is door BDW buiten spel gezet, en gedeeltelijk ook door hun eigen stommiteiten.

Case closed.

 

Uitwijzing?

Zou men dan ook inwoners van een andere sub- nationaliteit kunnen uitwijzen als zij bijvoorbeeld weigeren om een baan te aanvaarden? (Cfr. de uitwijzing van Roma door Frankrijk)