Met Alle Chinezen

Leopold II, alias de Grote (zowel figuurlijk als letterlijk), was een visionair. En dus trok hij naar China, volgens hem het werelddeel van de toekomst waar geld te rapen viel. In de zomer van 1865 reisde hij naar Kanton en Hong Kong en hij was op weg naar Peking toen hij terug naar België geroepen werd omdat zijn vader op sterven lag. Nadien zou Leopold II geen reizen meer naar Azië maken, maar hij investeerde wel op grote schaal in China en hield er zowaar twee ambassades open: één van België en één van zijn privé-staat, de Congo Vrijstaat.

Leopold III, alias de Afgezette, was eveneens bezeten door China omdat er de toekomst lag. Hij zag er echter geen poen om te scheppen maar vooral het “Gele Gevaar.” De Aziaten, waarbij hij ook de Russen rekende, zouden, zo waarschuwde hij, zich verenigen tegen het Westen en het blanke ras overrompelen.

Onze bedrijfsleiders en politici zijn het vandaag, anderhalve eeuw later, echter weer volledig met Leopold II eens. Ze zien geen “geel gevaar” maar mogelijkheden. Vandaar dat ze tegenwoordig, al dan niet in gezelschap van Albert II, alias de Vadsige, of van de toekomstige Filip I, alias de Taaie, de deuren in China plat lopen. Dat deden zopas ook Herman De Croo en de fractieleiders van ’s lands politieke partijen. De Croo en Co waren nog maar pas in het vliegtuig terug naar Brussel ingescheept of Vlaams minister-president Leterme vertrok met minister Moermansk, kort daarna gevolgd door premier Vrhfstdt met vice-premier Reynders en staatssecretaris Q. De toppolitici van zowel de Belgische als de Vlaamse regering als die van VLD, CD&V en MR hangen vandaag in China rond.

Wat gaan ze er toch allemaal zoeken? Men zegt dat China met zijn meer dan één miljard inwoners, een zesde van de wereldbevolking, een enorme markt vormt voor onze bedrijven. Maar waarom gaat er van India, dat met zijn 900 miljoen inwoners niet zoveel kleiner is, niet eenzelfde aantrekkingskracht uit?

Thomas Friedman schreef woensdag in The New York Times dat India een land is dat aan de oppervlakte lijkt te koken, terwijl het in werkelijkheid erg stabiel is omwille van zijn reeds meer dan een halve eeuw oude democratie. China, daarentegen, lijkt erg stabiel aan de oppervlakte, maar is onderhuids aan het koken. China is een oververhitte economie waarop een hermetisch afgesloten politiek deksel ligt.

Toen Sovjet-Rusland en zijn satellieten in 1989 implodeerden, waren velen in het Westen compleet verrast. Friedman schrijft dat diegenen die vandaag in China de politieke dissidentie bij de studenten en de intellectuelen in de grote steden verwachten, zich vergissen. Men denkt uiteraard terug aan Tien-an-Men in 1989. De studenten hebben intussen echter allemaal hun MBA behaald, doen niet langer aan politiek, maar werken voor de multinationals. Volgens Friedman broeit de politieke onrust vooral op het Chinese platteland.

De Chinese pers (die er uiteraard belang bij heeft om de situatie rooskleuriger voor te stellen dan ze is) meldde dat er zich in 1993 zo’n 10.000 gevallen van sociale onrust in China voordeden; vorig jaar waren het er volgens de officiële cijfers al 74.000.

China zou de limieten van zijn groei hebben bereikt. Om te kunnen blijven groeien is er meer energie nodig. Daarom worden enorme dammen gebouwd, maar daarvoor moeten de boeren verhuizen. De partij vertelt de boeren dat indien ze ook in de toekomstige economische groei willen delen, ze de dammen en de fabrieken die hun leefomgeving vernielen, moeten aanvaarden. De boeren verzetten zich want zij dragen de economische en ecologische last, maar de voordelen zijn niet voor hen. De kloof tussen arm en rijk wordt groter. Hoewel dit normaal is, en het bij de groeipijnen hoort, is er in China geen sociale en politieke uitlaatklep om het ongenoegen te uiten. Dat is gevaarlijk, want de overgrote meerderheid van de Chinezen leeft nog altijd op het platteland en is arm. De bezoekers die Peking en Sjanghai aandoen merken het niet. Ze denken dat ze in China zijn, maar lopen eigenlijk in een Potemkin-dorp rond: een Westerse façade aan de rand.

Daarnaast zijn er de ecologische problemen. Dat socialisme slecht is voor het milieu werd ten overvloede bewezen in de Sovjet-Unie en Oost-Europa. In China zijn de grote stromen zwaar vervuild, is de luchtkwaliteit in de steden een groeiend probleem en neemt de woestijnvorming toe.

Onze bedrijven delokaliseren naar China omdat ze er goedkope werkkrachten vinden. Ze zouden beter naar India, Zuid-Korea, Taiwan of andere Aziatische landen gaan. Dat bedrijven delokaliseren is evenwel normaal aangezien de loonkost in België veel te hoog is. Politici die beter iets aan deze loonkost zouden doen, gaan de Chinezen echter helpen om voor onze delokaliserende bedrijven de rode loper uit te rollen. Zo creëert Vrhfstdt 200.000 arbeidsplaatsen… in China. In 1999 verklaarde Guy dat hij het Vlaams Blok electoraal ging terugdringen. Toen hij in 2003 aan die woorden werd herinnerd, zei hij dat hij niet gelogen had. Hij had er immers niet bij gezegd wanneer hij het VB zou terugdringen. Zo heeft hij ook nooit gezegd dat hij 200.000 arbeidsplaatsen in België zou creëren.

Het zijn echter niet alleen onze laaggeschoolden die met de concurrentie uit China, India en de overige Aziatische landen te maken zullen krijgen. Azië levert momenteel massa’s ingenieurs en andere hooggeschoolden af. Ze zijn minstens even competent en briljant als onze studenten en zijn bereid om harder te werken aan lagere lonen. Het “gele gevaar” van Leopold III bestaat dus toch, en iedereen zal ermee te maken krijgen, zowel de arbeider als de ingenieur. Maar eerst maken de prinsen en politici snoepreisjes en laten zich door de Chinezen in de watten leggen.

Dat er in Azië nu ook

Dat er in Azië nu ook hoogopgeleide mensen zijn en dat er daar ook economieën aan het groeien zijn is helemaal geen 'gevaar'. De ontwikkeling van de auto was een enorm 'gevaar' voor de paard-en-kar handelaren, maar enorm voordelig voor de algemene mensheid, uiteindelijk ook voor de paard-en-kar handelaren. Economische ontwikkeling komt uiteindelijk steeds iedereen ten goede, ook al verliezen we op het eerste gezicht bedrijven en jobs. Als China goedkopere T-shirts produceert is dat jammer voor de textielbedrijven hier bij ons, maar al het geld dat we uitsparen omdat we minder geld aan T-shirts moeten uitgeven komt daardoor vrij voor andere (nieuwe) economische sectoren. Het probleem is alleen dat de nadelen meteen duidelijk zijn en de voordelen enorm verspreid en moeilijk te meten. Economisch protectionisme en conservatisme zijn begrijpelijke, maar simpelweg foute reacties op dergelijke ontwikkelingen.

Zeg nu eens eerlijk. Ik denk

Zeg nu eens eerlijk. Ik denk niet dat ik als consument met een paar € besparing op T-shirt ineens zal investeren in andere economische sectoren. Verder moet men ook rekening houden met kosten die gepaard gaan met de teloorgang van een economische sector, met name korte & lange termijn werkloosheid. Om nog maar te zwijgen dat men er blijkbaar vanuit gaat dat mensen in een oogwenk zich zullen aanpassen a/e nieuwe functie & dat ze daarvoor degelijk opgeleid zijn; met bijhorende omscholingskosten & dergelijke. Falende sectoren zijn slecht nieuws; moet nu ook niet het buitenland gaan provoceren om sectoren onderuit te halen. Neen, men moet die falende sectoren meteen herstructureren & tijdelijk beschermen totdat mensen kunnen overschakelen.

Stel nu louter theoretisch dat belangrijke sectoren verhuizen naar het buitenlan, denk je nu werkelijk dat je dat allemaal gaat kunnen opvangen ?
Waarom laat men niet gewoon alles produceren in India & China ? Uiteindelijk zullen zij alles veel goedkoper kunnen produceren. Moeten wij niets meer doen behalve denken. Zoals in de Romeinse tijden van vroeger...slaven arbeiten; de rest filosoferen.
Merkt u ook op hoe dat dit niet echt een oplossing vormt. Sowieso moet er enig niveau van protectionisme zijn, alleen al om de overgang van werknemers naar andere sectoren te ondersteunen. Ik denk dat dit goedkoper zal zijn dan tijdelijke werkloosheid & pré-pré-pensioen voor anderen.

Dat van die T-shirts moet u

Dat van die T-shirts moet u natuurlijk op macro-niveau bekijken. Er zijn inderdaad kosten door die omschakeling en de teloorgang van die sectoren, maar bekijk het eens op de lange termijn, die vermaledijde 'long run'. Protectionisme zal die overgang niet vergemakkelijken, maar uitstellen, en daardoor op termijn des te pijnlijker maken.
De grootste denkfout die mensen in verband met economie maken is dat ze denken dat welvaart hetzelfde is als een loonbriefje, en dat als mensen hun baan verliezen de welvaart dus daalt, dus moet je zoveel mogelijk mensen aan een baan hebben en zo zal er het meeste welvaart zijn. Dat is vanuit micro-niveau natuurlijk begrijpelijk, of beter gezegd, het is begrijpelijk dat men die denkfout maakt. Welvaart komt van welvaartsproductie, welvaartsstijging komt van productiestijging. Uiteindelijk is het simpel, hoe meer goederen en diensten we kunnen produceren per mens, hoe rijker we zijn. Jammergenoeg verloopt die productiviteitsstijging niet gelijkmatig over alle sectoren en in alle landen. Integendeel zelfs, wat dan resulteert in de teloorgang van bepaalde sectoren in bepaalde landen. Wat erger is is dat men dat proces dan probeert tegen te houden dmv invoerheffingen, exportsubsidies, en ondersteunende maatregelen allerhande. Allemaal op kosten van de belastingbetaler natuurlijk. Maar niet alleen moet de belastingbetaler geld afstaan aan noodlijdende sectoren (door bv. meer te betalen voor Belgische T-shirts, of door via de belastingen exportsubsidies te betalen), maar het algemene proces van welvaartsstijging wordt daardoor vertraagd.

Denkt u dat we beter af zouden zijn als de rest van Europa economisch ontwikkelingsgebied was en alleen België de industriële revolutie zou hebben meegemaakt? We zouden allemaal werk hebben, jazeker, als wevers in de fabriek. Wat nu op wereldniveau aan het gebeuren is (met de opkomst van Azië als economische grootmacht) is nochtans juist hetzelfde, en opnieuw zal Europa er op termijn wel bij varen. Enkel treuren om de economische sectoren die we verliezen zal ons echter geen voordeel opleveren, de uitdaging aangaan en denken aan nieuwe mogelijkheden wél.

Wou men geen spoorlijn

Wou men geen spoorlijn uitbaten in China, onder Leopold II(?) met een eigen bewapende 'militie'.
Het 'Gele' gevaar kent men allen, zelfs Polen zijn nu al voldoende :). Sommige geloven dat de markteconomie het weer in evenwicht zal brengen. Persoonlijk heb ik eerder een 'protectionistische' visie. Lasten hier naar omlaag & een minimumeconomie vrijwaren zodat iedereen zijn boterham kan verdienen zonder te parasiteren.
Sommigen geloven blindelings in de laissez faire kapitalistische markteconomie; maar er is geen laissez faire wel veel wetten & andere gefoefel die het systeem quasi onmogelijk maakt.
Maar HO zeg dat niet te luid.