Een Juridische En Praktische Aanpak Voor Vlaamse Onafhankelijkheid

Het Kosova-precedent is voor Vlaanderen maar in één opzicht relevant: een regio die zich van een staat in Europa wil afscheuren, moet er voor zorgen dat die afscheuring juridisch juist géén enkele precedentenwerking kan hebben, met andere woorden geen enkele andere separatistische entiteit zal dezelfde afscheidingsargumenten mogen kunnen inroepen. Enkel dan maakt zo'n afscheiding kans op erkenning door de overige Europese staten.

De reden is simpel: bepaalde natiestaten zijn als de dood voor een succesvolle afscheuring omwille van het effect dat dit op sommige van hun eigen bevolkingsgroepen zou kunnen hebben. Niet toevallig zijn dit sommige van de grotere Europese landen. Dus deze die het meeste gewicht in de beslissingsschaal kunnen werpen.  

Naar mijn mening is die vrees op niets gebaseerd, want ik ken geen enkele succesvolle afscheiding die in een ander Europees land een andere afscheiding heeft veroorzaakt, alsof haar succes elders het lont aan het kruit stak. Elkaar (snel) opvolgende afscheuringen gebeurden altijd binnen dezelfde vermolmde staat (Oostenrijk-Hongarije, het Tsaristische Rusland, het Ottomaanse Rijk, Joegoslavië.)

Met andere woorden, het precedentengevaar van separatisme is enkel een juridisch, maar geen sociaal gevaar: je kan er een afscheuring die zich in de feiten al heeft voorgedaan, mee goed praten, mee verantwoorden, internationaal mee verkopen, maar op maatschappelijk vlak is het precedentengevaar nul komma nul: als deelgebied begin je je niet af te scheuren omdat het elders zojuist ook gelukt is. (Behalve dan de dekolonisatiegolf, zie verder.)  

Op maatschappelijk vlak is het precedentengevaar wel te vinden in revoluties die zich als lopend vuurtje van het ene land naar de andere verspreiden (1830, 1848, 1917-1919 en nu in 2011 in de Arabische wereld).

Terug naar het gevaar van een juridische precedentenwerking: herinner hoe dat de Kosovaarse afscheuring werd goedgepraat: "De situatie van Kosova was uniek."

Uniek?

Een minderheid die zich van een meerderheid afscheurt omdat ze in een bepaald gebied zelf de meerderheid uitmaakt, noem ik niet bepaald uniek.  Toegegeven, ik laat hier alle overige omstandigheden even buiten beschouwing, want dit zijn allemaal "maar bijkomstigheden" bij de uniciteit die ik zoek om de overige Europese staten gerust te stellen dat ze van een Vlaamse onafhankelijkheid geen precedentenwerking moeten vrezen.

Het kan in theorie ook gebeuren dat nationaal de meerderheid zich afscheurt van de minderheid, omdat die nationale meerderheid binnen het zich afscheurende deelgebied er verhoudingsgewijs een nog veel grotere meerderheid vormt. Ze scheurt zich dan af ondanks het feit dat ze binnen het staatsverband de meerderheid vormt. Wanneer hebben we dit al meegemaakt?

Simpel, vele kolonies telden bij hun afscheuring een grotere bevolking dan de kolonisator: Brits Indië, Belgisch Congo.

Ja maar, dat waren kolonies: die waren ondergeschikt aan het gezag van de kolonisator, zij hadden geen enkele inspraak in de vorming van, bijvoorbeeld, de Britse of Belgische regering. Klopt.

In een Europese context waarbij alle deelgebieden mee inspraak hebben in de vorming van een nationaal parlement en van een centrale regering, kom je het niet tegen dat de meerderheid van een land zich als deelgebied van de minderheid van het land afscheurt.

Mooi, nietwaar?

Daar hebben we meteen onze Belgische uniciteit.  

Spanje, Frankrijk, het VK, Rusland, Turkijke en C° kunnen gerust zijn: bij hen kan dit zich nooit voordoen. Daarmee voldoen we aan het uniciteitscriterium van het Kosovo-precedent: géén navolging mogelijk, want Basken, Corsikanen, Schotten en Noord-Kauskasiërs vormen in eigen land allemaal kleine minderheden. Enkel Vlamingen kunnen zo zot zijn om zich als meerderheid van hun eigen land af te scheuren. 

Zo zot?  Ja, wat wil je. 't Zit in onze Belgische genen. We hebben dit in 1830 ook al eens gelapt.  

In 1830:

  • Vormden de Belgen de meerderheid van de bevolking in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
  • Waren er beschermingsconstructies voor de minderheid. Zo bestond er een pariteit tussen het aantal Nederlandse en Belgische ministers van de koning, ondanks hun veel kleiner bevolkingsaantal.  
  • Waren de Nederlanders een veel grotere voorstander van het behoud van de koninklijke prerogatieven, want dit hielp hen nog wat meer bij het neutraliseren van de Belgische numerieke meerderheid.
  • Ondersteunden de rijke Belgen het arme Noorden, want in 1815 hadden ze de helft van de Nederlandse staatsschuld op zich genomen. (Even uit het hoofd neergepend.)
  • Werd het prille economische herstel in Nederland in 1830 in de kiem gesmoord, want de grote synergie tussen het mercantiele Noorden en het Industriële Zuiden viel plots weg. Hierdoor zou Nederland economisch nog een eeuw langer een vergane glorie blijven.
  • Was er een "Brusselse Rand", namelijk Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Brabant en Nederlands Limburg waar de meerdheid net zoals in België katholiek was, maar omdat ze binnen de gefedereerde entiteit deel uitmaakten van het Noorden en omwille van historische redenen (gewezen Generaliteiten van de Verenigde Provinciën) moesten ze na de splitsing deel blijven uitmaken van Nederland en mochten ze zich niet met België mee afscheuren. Dit overigens zeer tot ongenoegen van de Nederlands Limburgers. (Gelre was voorheen wel Zuid-Nederlands geweest = het Noorden en het midden van Nederlands Limburg. Enkel het Zuiden, met name het gebied rond Maastricht, was een generaliteit geweest.)  
  • Bestonden er zo van die geografisch losse delen, zoals nu Moeskroen en Voeren, die na de afscheuring bij het restgebied bleven of zich mee afscheurden, namelijk enerzijds Zeeuws-Vlaanderen en het centrale deel van het Groot-Hertogdom Luxemburg en anderzijds Baarle-Hertog.
  • Het centrale deel van het Groot-Hertogdom Luxemburg? OK, het westelijke deel ervan is na 1830 de Belgisch provincie Luxemburg geworden. Maar als het huidige Groot-Hertogdom Luxemburg het centrale deel van het oude Hertogdom vormde, wat was dan het oostelijke deel? Antwoord: alles ten oosten van de Moezel en de Oost-Kantons. Dit gebied kwam bij de definitieve regeling van de splitsing bij Pruisen terecht. De Oost-Kantons kregen we in 1919 met het Verdrag Versailles terug. Het toenmalige Groot-Hertogdom waren onze Oost-Kantons van nu: overwegend Duitstalig, maar met een sterke Franstalige aanwezigheid, en de derde gefedereerde entiteit die door de grote twee in hun twisten genegeerd werd en waarvan uiteindelijk 2/5 zelfstandig werd als een nauwelijks? leefbaar ministaatje en dit in een tijdperk waar het, net als nu, staatkundig steeds maar groter moest zijn. (Opdoeken van nagenoeg alle Duitse ministaatjes in 1806 door Napoleon.)
  • Bij de splitsing palmde Duitsland (Pruisen) wat oostelijke lapjes grond in, maar moest Frankrijk finaal op zijn honger blijven zitten. Pech Sarko.
  • Was er een onoplosbaar probleem "Brussel": lees de economische levensader die de haven van Antwerpen was, bleef omringd door "het Noorden". Nederland bezat en beheerste de Zee-Schelde en wreekte zich voor het verlies van Antwerpen door het decennia lang te pesten: eerst door een afgrendeling van de Zee-Schelde en nadien door een zware Scheldetol te heffen die uiteindelijk werd afgekocht (met het huidige Schelde-verdiepingsverdrag als late uitloper er van). Hoe dan ook de Franstalige angst dat een geografische omsingeling van Brussel uiteindelijk tot een economisch vergrendeling zou kunnen leiden, is ingegeven door het feit dat ze hun klassiekers kennen, maar in 1830 intereseerde het economische lot van Antwerpen hen blijkbaar niet te erg... Toen luidde hun motto: "Splitsen die boel!"

Kortom, een onafhankelijk Vlaanderen voldoet niet enkel aan de uniciteitstoets van het Kosova-precedent, want daarnaast voldoet het volledig aan het enige precedent dat er in Europa al geweest is, waar een meerderheid zich van de minderheid afscheurde, namelijk haar eigen Belgische ontstaansgeschiedenis van 1830. Mooier kan niet. Allez, om als jurist zo'n zaak te pleiten.

Franstalig België zit in een veel minder comfortabele positie om haar eventuele afscheuring van België internationaal en Europees verkocht te krijgen, want dat zou de zoveelste minderheid zijn die zich van een meerderheid wil afscheuren en daar hebben de grote Europese landen (behalve Duitsland) een grote hekel aan omwille van hun eigen binnenlandse kopzorgen. Wat zou Franstalig België aan argumenten weten te verzinnen om aan te tonen dat haar afscheuring uniek is in Europa en niet voor herhaling vatbaar, absoluut geen precedentengevaar?  

Een DDR-bis scenario en zo aansluiting zoeken bij Frankrijk? Nee, vergeet het, want de DDR was een zelfstandige staat op zich. Daar deed zich geen separatistisch gevaar voor.

Conclusie: de Franstaligen zullen op een bepaald moment misschien het hardst verlangen naar het einde van België, maar ze kunnen zich onmogelijk eenzijdig afscheuren, want dan zullen ze kleur moeten bekennen dat ze er juridisch slecht voor staan.

De Franstaligen kunnen enkel hopen dat de Vlamingen het zodanig beu worden dat die de Belgische deur voorgoed achter zich dicht smijten. Dan zijn zij als rompstaat meteen onafhankelijk, zonder dat ze internationale erkenning behoeven én behouden ze de naam België, net zoals Nederland "haar" naam behield.

Vlamingen die het beu worden, dat is iets waar de Franstaligen heel gemakkelijk hun steentje kunnen toe bijdragen. Gewoon doen zoals ze nu al doen, met af en toe daar nog een schepje bovenop. Nietwaar Laurette?

Het alternatief is anders de fluwelen scheiding zoals in Tsjechoslowakije of de Zweeds-Noorse scheiding van 1905, maar dit vereist een onderhandelde scheiding als gelijken en dan zijn de Vlamingen niet langer de enige vragende partij. Voorwaar, voor Franstaligen een een hoogst onaantrekkelijk vooruitzicht.

Moet Vlaanderen dan zomaar in een haar opgedrongen afscheuringsscenario meestappen?

Persoonlijk ben ik daar geen voorstander van, want je wordt daardoor sowieso de vragende partij, de juridisch zwakkere die haar rechten moet zien te doen erkennen en wel door de internationale gemeenschap. Een forum waar wij Vlamingen al veel te vaak het onderspit hebben moeten delven tegen die welbespraakte en goed netwerkende Franstaligen.  Een eenzijdige Vlaamse onafhankelijkheidsverklaring is voor mij dan ook het ultieme zwaktebod van de Vlamingen, maar misschien zullen we eens niet anders kunnen.

Hoe moet het dan wel?

Voorstel: laten we het precedent van 1830 op een soepele, creatieve manier doortrekken in plaats van het simpelweg te kopiëren. Laten we de Vlaamse onafhankelijkheid vorm geven op een manier die de grootste tegenstanders van separatisme wel eens zou kunnen aantrekken, in plaats van hen af te schrikken, namelijk een modern "Plakaat van Verstotinghe" waarbij de Vlaamse meerderheid in het federale parlement (en niet in het Vlaamse parlement) na omstandige opgave van redenen het Waalse Gewest buiten de Belgische Federatie smijt mét onmiddellijke en gedetailleerde toewijzing van een deel van de Belgische staatsschuld. Voor de Belgische rompstaat die dan nog slechts zou bestaan uit het Vlaamse en Brusselse Gewest, blijft al de rest bij het oude: grondwettelijke bevoegdheidsverdelingen, koning, justitie, enzovoort, behalve de staatsschuld. Betalingen van de lonen en pensioenen van federale ambtenaren met een mandaat in Wallonië worden onmiddellijk stopgezet, want overgedragen aan Wallonië.

X% van de Belgische staatsschuld wordt dus onmiddellijk aan Wallonië toegewezen en wel met als motivering dat we paniekverkopen van Belgische staatsobligaties willen vermijden. Om diezelfde reden stelt de Vlaamse regering zich onmiddellijk garant voor Y% van de resterende Belgische staatsschuld, maar niet alles, want de rest (Z%) daar moet het Brusselse gewest zich maar voor garant stellen. Hoe die percentages verdelen? Simpel, onze staatsschuld heeft diverse looptijden en vervaldata. Gewoon zoeken dat elkeen een evenwichtige mix krijgt en voor de rest de totale masse van obligaties met dezelfde looptijd, rentevoet en vervaldatum aan één enkel (ex-)gewest toewijzen. (Hoe die percentages objectief en op rechtvaardige wijze vastleggen, is een andere zaak waar ik me nu even niet over uitspreek.)

Een precedent nodig? De verdeling van de boeken van de centrale bibliotheek van de voormalige unitaire universiteit Leuven-Louvain: alle even nummers voor de ene, alle oneven nummers voor de andere. Alleen is dit hier wat ingewikkelder + niet zomaar 50/50 te verdelen. In het hier voorgestelde scenario hebben de financiële markten niet veel werk om uit te zoeken hoeveel ze van welk schuldpapier hebben en daarna kunnen ze de waarde van die diverse pakketten schuldpapier bepalen aan de hand van de individuele kredietwaardigheid van de betrokken gebieden. Financiële markten hebben een hekel aan één iets en dat is onzekerheid, zeker langdurige onzekerheid. Daarom die met één enkele pennentrek wegdoen. Nadien kan er nog wat  gekissebis zijn over het lichtjes herzien van de verdeelsleutels voor de percentages voor Wallonië (en de Brussele garantie), maar dan heb je die twee partijen eerst in een vragende positie gemaneuvreerd die bovendien niet al te riant zal zijn, gezien de reactie van de financiële markten op de diverse nieuwe crediteuren of borgstellers. Dit zou de onderhandelingen over de finale verdelingspercentages én de rest van de boedelscheiding, inclusief taalregelingen, heel vlug moeten doen opschieten. Oh ja, het is dan Wallonië die met de EU over toetreding zal moeten onderhandelen, en niet Vlaanderen. Wat is er daar nu voor de grote Europese mogendheden en zelfs voor de niet-Europese grootmachten zo aantrekkelijk aan?

Antwoord: het is een scenario waarbij het splitsingsintiatief berust bij de meerderheid, niet bij de minderheid. Rusland zal dit misschien niet onmiddellijk op Tsjetjenië toepassen, maar misschien voelen de Canadezen zich wel geroepen om Quebec eindelijk eens de wacht aan te zeggen. 

@ De Vlamingen

Ik heb ingepikt op dit thema via lvb.net.

Ik ben van plan om hier ernstig over na te denken en ik heb een speciale vraag aan:

-Frans Crols

-Johan Sanctorum

-Filip Van Laenen

-Marc Grammens

-De mensen van De Warande

-Nieuw Pierke

-Vincent De Roeck

-Matthias Storme

-Koenraad Elst

-De Gravensteen mensen

-Luc Van Balberghe

-Pieter Cleppe

-en alle nadenkende Vlamingen

 

om hier of op lvb.net een soort volksbrainstorming van te maken.

Onze Vlaamse politiekers hebben hulp nodig, ze zijn zich aan het vast rijden in hei belgo-belgicistisch moeras. 

@ De mensen en organisaties vernoemd hier boven

Eerst en vooral wil ik ook Pieter Cleppe aan mijn lijstje toe voegen, Ik heb veel respect voor zijn klare kijk.

Verder wil ik er de nadruk op leggen dat ik persoonlijk niet geloof dat een buiten-smijt techniek kan weken.

Wat ik echter wil bereiken is een "brainstorming" wat wel mogelijk ios om tot een gunstige splitsing te komen.

Alles wat ik tot nu toe lees op blogs en in artikels is kritiek of lof, miniem, op wat de Vlaamse politiekers nu doen.

De dag na de verkiezingen toen ik voor het eerste hoorde van verdamping, wist ik dat de trein der traagheid weer vertrokken was. We zitten er nu in.

Ik zou me zeer gelukkig voelen als ik nieuwe frisse gedachten kon lezen hoe men tot een gunstige scheiding zou kunnen komen, daar heb ik tot nu toe nog niets over gelezen, alleen hoe het niet moet en hoe het onmogelijk is.

Zoals ik al zei, onze politici zitten vast, laten we hen een handje helpen.