Democratie In Egypte?

Tom Naegels werpt de handschoen. In zijn column “Waar zitten ze?” (De Standaard, 1 februari 2011) daagt hij ons uit:

“Waar zijn ze nu? Al die intellectuelen die ons normaal iedere dag minstens één keer donderend voorhouden dat ‘de islam' nooit democratie zal aanvaarden.”

In Naegels’ eigen De Standaard zal je ze inderdaad niet tegenkomen, want die krant duldt alleen geruststellende meningsuitingen over de islam. Daarom is er iets van kwade trouw in zijn uitdaging: hij doet triomfantelijk over een wedstrijd waar de tegenstander van deelname uitgesloten wordt.

Wat dan de inhoud betreft, “donderen” doe ik niet zo vaak, maar het genoemde standpunt wil ik tegen Toms skepsis wel hooghouden. Een Meyrem Almaci (Groen!) zal de democratie wel aanvaarden, maar de islam zal dat nooit. Zoals destijds KPB-voorzitter Louis Van Geyt wel het democratische spel meespeelde, maar het marxisme-leninisme de “bourgeois-democratie” per definitie nooit kan aanvaarden. 

De columnist geeft het islamkritische standpunt aldus weer:

“Omdat de ‘psychoculturele software van de islamiet' dat nu eenmaal afwijst. En dat het daarom normaal is dat al die Arabische landen dictaturen zijn. De Profeet zélf was immers een dictator!”

Met die “software” bedoelt hij allicht de programmering van de gelovigen door hun geloof. Natuurlijk zijn mensen niet identiek met de doctrine die zij zeggen te belijden, dat is het verschil tussen moslims en islam. Sommigen trekken zich weinig aan van de leer waaraan zij lippendienst bewijzen. Anderen hadden al een onverdraagzame aanleg zelfs vóór ze van de islam gehoord hadden. Maar tussen die twee uitersten geldt wel degelijk dat de belijdenis van de islam mensen tot een geslotener en onverdraagzamer gedrag brengt. Ter vergelijking, sommigen bedrinken zich en rijden desondanks veilig naar huis, anderen zijn zelfs broodnuchter een gevaar op de weg; maar die twee uitersten nemen niet weg dat alcohol gemiddeld wel tot gevaarlijker rijgedrag leidt. Conditionering door de antidemocratische islam maakt het voor zijn aanhangers gemiddeld een stuk moeilijker om een democratische samenleving op te bouwen.

Naegels denkt dat de protestbeweging op ondermeer het Tahrîr-plein in Kaïro de geponeerde tegenstelling tussen islam en democratie ontkracht:

“Waar zitten ze, nu er in Tunesië, Algerije, Jordanië, Jemen en Egypte de grootste democratiseringsgolf sinds de val van de Berlijnse Muur plaatsvindt?”

Wel, “ze” zitten zich vooral af te vragen in hoeverre dat straatprotest en de personeelswissels aan de top inderdaad op democratisering gericht zijn.

Wat de top betreft, de generaals die de macht overgenomen hebben, weten allicht dat een elite binnen een parlementair systeem met zijn wisselende regeringscoalities zeer wel haar eigen belangen kan veilig stellen terwijl de verkozenen uit het plebs over minder essentiële zaken palaveren. In die zin zullen zij geen onoverkomelijk bezwaar hebben tegen parlementaire instellingen naar westers model. Maar verder dan dat gaat het niet, een echte motor van democratisering zijn zij zeker niet.

De demonstranten uit de nu veelbezongen facebook-generatie zullen het wel eerlijk menen met hun roep om democratie. De mondigsten onder hen, die gretig voor de camera gehaald werden, zullen inderdaad een seculiere rechtsstaat wensen. Van een doordacht politiek programma heb ik echter weinig vernomen. En talloze schreeuwerige betogers schenen alleen een negatief programma te hebben: weg met Moebarak! Die prille democratie zal zeker kinderziekten kennen, maar het is slechts al doende dat men leert.

Het is op zich niet erg dat beginnende democraten nog niet goed weten waar ze naartoe willen, maar het wordt wel een probleem wanneer zij moeten wedijveren met en groep die dat wel weet. En dan kijkt iedereen naar de Ichwân, de (Moslim-)Broeders. Hoe groot is hun greep op het kiezerskorps, dat bij vrije verkiezingen een regeringsmeerderheid zal kiezen? Aan de op het Tahrîr-plein veelgehoorde islamkreet “Allah akbar!” moeten we niet te zwaar tillen (wie “Godver…” zegt, doet daarmee ook geen geloofsbelijdenis), wel aan de recente onderzoeksbevinding dat de meeste Egyptische moslims de doodstraf willen voor ontucht en voor geloofsafval. De scènes van moslim-koptische verbroedering op het plein zijn mooi voor even, maar zullen een machtsgreep van de Ichwân niet overleven. Voor dezen is de democratisering slechts een tussenstap naar een islamstaat. 

Maar dat is geen reden om hen de democratie te ontzeggen. Kiezen de Egyptenaren democratisch voor een ondemocratische islamstaat, dan is dat maar zo. Je bent voor de democratie of je bent ertegen, en dat is nu eenmaal het risico. In dat geval weerleggen zij ook enkele populaire islamsmoezen, bv. dat het “islamisme” iets van een kleine minderheid is. Leve de duidelijkheid. Boerka’s in de straten, minaretten die boven de stad uitsteken, Sharia4Belgium dat nog eens natrapt tegen Marie-Rose Morel op haar weg naar “een eeuwigheid in de hel”, of een islambewind in Kaïro: het heeft allemaal het voordeel dat het sprookjes doorprikt.  

Omgekeerd blijft het mogelijk dat een campagne voor de eerste vrije verkiezingen een bewustvormingsproces op gang brengt dat de Egyptenaren van de islam verwijdert en echt voor de moderne vrijheden doet kiezen. Er is niets genetisch en onherroepelijk aan hun moslimidentiteit. Die is slechts een eierschaal die zij op weg naar de vrijheid kunnen openhakken en achter zich laten. Laat de moslims zich bevrijden uit de islam. Dát is pas tahrîr, “bevrijding”.

@ bertie

Als ik me goed herinner deed die vrouwelijke farao zich toch als man voor tov de gewone bevolking, of heb ik dat verkeerd voor?

De volgende farao: een vrouw?

De afgezette president Moebarak werd eerder in de pers ook wel de laatste farao genoemd.

In de tijd van de farao’s was er van de islam nog geen sprake, maar politiek gekonkelfoes is van alle tijden, dat is wel duidelijk. De geschiedschrijving kent immers nog ettelijke door volkswoede ontslagen farao’s en in de diverse dynastieën zullen er allicht een paar “vroegtijdig” om het leven zijn gekomen, zonder dat dit officieel als dusdanig genoteerd werd.

Emancipatie van de vrouw is ook geen progressieve verworvenheid van de Westerse wereld. Want het oude Egypte kende al de vrouwelijke farao Hatsjepsoet. En de moslimstaat Pakistan bracht ooit de eerste vrouwelijke islamitische premier Benazir Bhutto aan de macht.

De farao leefde voor zover we weten tot haar natuurlijke leven ten einde liep, zo ‘n 3500 jaar geleden.

De premier kwam om bij een moordaanslag op haar leven, minder dan 35 jaar geleden.

In de recente dagelijkse beeldverslagen op het journaal over de “volks”opstand in Egypte, heb ik geen één vrouw gezien – alleen maar mannen.

Wat weerhoudt hedendaagse Egyptische vrouwen om zich morgen kandidaat te stellen voor het hoogste ambt in Egypte? (Zij hebben nochtans een “traditie” die al 3500 jaar teruggaat…!)

De islam misschien?

Dat de handschoenwerper dààr zijn volgende column maar aan wijdt.