Geen Held voor de Butler

Zopas verscheen een ontluisterende biografie van de Vlaams-nationale voorman Dr. August Borms. Dergelijke boeken zouden er meer moeten verschijnen: ook over figuren die in de Belgische politiek een grotere rol speelden dan de eerder marginale Borms. Maar dat is een ijdele hoop

Een buitenlands spreekwoord zegt dat niemand een held is voor zijn huisknecht: “No man is a hero to his butler.” Of in het Frans: “Il n’y pas de grand homme pour son valet-de-chambre.” Het spreekwoord zou teruggaan op Goethe die ooit schreef: “Es gibt fur den Kammerdiener keiner Helden.” Zo wordt duidelijk gemaakt dat zelfs grote mannen (of vrouwen) kleine kantjes hebben. Die zijn niet bij het grote publiek bekend, maar wel bij de mensen die de groten des werelds in het dagelijkse leven meemaken.

Het is daarom relatief gemakkelijk voor een biografieschrijver om een bijna mythische figuur van zijn voetstuk te stoten. De auteur moet maar even praten met mensen die zijn hoofdfiguur nabij stonden, of in private archieven gaan snuisteren, en hij of zij kan al gauw genoeg materiaal bovenspitten om een grote persoon letterlijk te kleineren.

Dr. Christine Van Everbroeck, een vorser verbonden aan het Koninklijk Museum van het Leger, schreef de biografie over Borms. Uit de besprekingen blijkt dat uit het boek Borms: zijn leven, zijn oorlogen, zijn dood (Manteau, 2005) de Vlaamse held maar kleintjes te voorschijn komt. Het is mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat dit beeld meer met de werkelijkheid overeen stemt dan het beeld van Borms als een quasi heilige van de Vlaamse zaak.

Omdat Borms in de Belgische politiek concreet weinig heeft betekend, tenzij als symbool van de Vlaamse Beweging, is het erg dankbaar om over hem een biografie te schrijven. Het levert gegarandeerd media-aandacht op vanwege een Vlaamsvijandige pers en intelligentsia die niets liever vraagt dan dit symbool te kleineren. Bovendien vindt zo’n boek een gegarandeerde afzet in de Vlaams-nationale middens die men middels dit werk probeert te schofferen.

Er zijn nochtans figuren genoeg in de Belgische geschiedenis die een veel grotere en meer blijvende stempel op dit land drukten, maar waarover men geen kritische biografieën vindt: De Franse anti-Vlaamse racisten Charles Rogier en Pierre Chazal, twee stichters van België, bijvoorbeeld. Of de anti-semiet Jules Destrée, de aartsopportunist Paul-Henri Spaak, de cynicus Gaston Eyskens. En voorts al onze koningen, met als uitzondering Leopold II. Over deze laatste bestaan inderdaad enkele kritisch biografieën, maar – opvallend – door buitenlandse auteurs en uitgevers.

Wanneer er in België mythes ontkracht worden, zijn het steeds de flamingantische, nooit de belgicistische. Dat laatste is immers een taboe-onderwerp. Niet dat ik bezwaar heb tegen het schrijven, het uitgeven en het recenseren van het Borms-boek. Mij stoort enkel de eenzijdigheid die daaruit blijkt.

Het is best mogelijk dat Borms zich met genoegen in zijn slachtofferrol als martelaar van Vlaanderen wentelde en dat hieruit blinde haat voor België bleek. Toch mag men niet vergeten dat Borms enkel de martelaar kon spelen omdat België van hem een slachtoffer had gemaakt.

Als Borms inderdaad een koppig burgerventje was die slechts faam kreeg doordat een staat hem absoluut wilde kraken, dan zegt dit méér over die staat en zijn machthebbers dan over dit op zich niet bijster interessante, mogelijk niet eens intelligente, maar koppige burgermannetje.

Waarom vindt men nergens een biografie van Robert de Foy, de chef van de Belgische staatsveiligheid die zo’n goede maatjes was met Gestapo-chef Heydrich, of van de bloeddorstige Walter Ganshof van der Meersch – allemaal figuren die veel intrigerender zijn dan Borms omdat zij door Vlaanderen te martelen de noodzaak aan een martelaar deden ontstaan?

Het antwoord op die vraag ligt voor de hand: Omdat Christine Van Everbroeck problemen krijgt met haar werkgever indien ze aan zulke boeken begint, omdat noch Manteau, noch Lannoo, noch een andere grote uitgever zo’n werk willen uitgeven, omdat de kranten het niet zullen bespreken. Dààrom is een boek over Borms zoveel lonender.

Borms had echter een karaktertrek die onze Vlaamse leiders ontberen: hij weigerde zich door België te laten kopen. Joost Ballegeer schreef zopas een interessant boek De Vlamingen: een volk zonder bovenlaag. Het werd uitgegeven bij de kleine uitgeverij Groeninghe, en niet bij Lannoo. In het boek wordt Godfried “ridder” Lannoo immers, samen met anderen, te kijk gesteld als een typische vertegenwoordiger van een kaste die zich met een lintje of een titel door België liet kopen. Dergelijke lieden zijn geen helden voor hun butlers, maar voor niemand. Ik schreef het al eens eerder: als België straks ophoudt te bestaan moeten de “edellieden” verplicht worden hun titels te blijven dragen zodat de Vlaamse republiek onthoudt wie ervoor verantwoordelijk was dat het 175 jaar zijn rijkdom en vrijheid moest ontberen.