De Mythe van het Scandinavische Model
From the desk of Martin De Vlieghere on Wed, 2005-11-23 22:35
Dit artikel werd geschreven door Martin De Vlieghere, Paul Vreymans en Willy De Wit.
Er gaat in dit land bijna geen dag voorbij of er komt weer iemand de zegeningen prijzen van het Scandinavische model. Die verhalen worden veelal geslikt als zoete broodjes. Er gaapt blijkbaar een diepe kloof tussen onze perceptie van de Scandinavische economieën en hun reële prestaties. De waarheid is dat de Zweedse en Finse verzorgingsstaten, na een lange periode van geleidelijke achteruitgang, begin jaren negentig de totale ineenstorting nabij waren. Van 1990 tot 1995 vervijfvoudigde de werkeloosheid, en sindsdien konden de Scandinavische landen zich nooit meer herstellen.
De ineengestorte verzorgingsstaat
In 1970 lag het Zweedse welvaartsniveau een kwart hoger dan het Belgische. In 2003 was Zweden afgezakt van plaats vijf naar plaats 14, twee plaatsen achter België. Denemarken was in 1970 nog de derde welvarendste economie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), na Zwitserland en de VS. In 2003 was Denemarken teruggezakt naar plaats zeven. Ook Finland boerde ronduit slecht. Terwijl Ierland opklom van de 21ste plaats naar de vierde, zakte Finland tussen 1989 en 2003 van de negende naar de 15de plaats.
De Scandinavische landen zijn samen met Italië de vier zwakst presterende economieën van de hele Europese Unie. Als het ons om de welvaart van de mensen te doen is, blijken de Scandinavische recepten dus alleszins geen navolgenswaardig voorbeeld.
Jobs
Maar ook voor werkgelegenheid scoort zowel Zweden als Finland veel zwakker dan België. Tussen 1981 en 2003 kon geen van beide landen er ook maar één nieuwe job bij creëren, terwijl er in België toch ongeveer 8 procent nieuwe banen bij kwamen. Alleen Denemarken presteert licht beter door de ingrijpende 'flexibilisering' en 'activering' van zijn arbeidsmarkt. Opzegtermijnen werden drastisch ingekort. Zo geldt er voor arbeiders na 10 jaar werken in de bouw een vooropzeg van vijf dagen. Ook werden werkloosheidsuitkeringen beperkt in de tijd, en werden strenge begeleidingsprogramma's opgezet ter 'activering' van langdurig werklozen en jongeren. Desnoods in laagproductieve jobs ver beneden het opleidingsniveau, met als gevolg dat de productiviteitsgroei er het laagst is van de drie Scandinavische landen.
Die draconische maatregelen hebben het werkloosheidscijfer enigszins kunnen drukken, maar hebben niet de oorzaak van de werkloosheid weggenomen, met name de totale demotivatie van arbeiders en ondernemers ten gevolge van de extreme belastingsdruk. Ondanks de pijnlijke maatregelen zijn de Deense productiviteits- en welvaartsgroei ondermaats gebleven. De ontgoocheling over de Deense politiek is dan ook groot en heeft mede het succes van extreem rechts in de hand gewerkt.
Zware overheid, slechte overheid
Waarom scoren de Scandinavische landen ondanks hun calvinistische arbeidsethiek en plichtsbewustzijn zo slecht als het om welvaart en werkgelegenheid gaat? De hoofdoorzaak ligt in de essentie van het betuttelingsmodel: zijn onhoudbaar hoog overheidsbeslag. De globale belastingdruk bedroeg tussen 1990 en 2005 gemiddeld 55 procent in Finland, 58 procent in Denemarken en 61 procent in Zweden. Dat is bijna anderhalve keer het OESO-gemiddelde.
De econoom Gwartney heeft in zijn baanbrekend onderzoek naar de oorzaken van de groeiverschillen in de OESO-landen het rechtstreeks verband tussen groei en belastingdruk aangetoond. Hoe hoger de belastingdruk hoe lager de groei. De mechanismen achter Gwartney's wetmatigheid zijn even logisch als eenvoudig. Hoe hoger de belastingdruk, hoe geringer de incentives tot productieve bijdrage. Hoe hoger het overheidsbeslag, hoe meer middelen afvloeien van de productieve sector naar het almaar inefficiënter wordend overheidsapparaat.
Iers recept: het efficiënte alternatief
Ierland heeft bewezen dat een substantiële verlaging van de belastingdruk zelfs de motor van de meest slabakkende economie terug op gang kan trekken. Een drastische vermindering van het Ierse overheidsbeslag van 53 procent in 1986 tot 35 procent in 2005 leidde er tot een ononderbroken welvaartsexplosie van gemiddeld 5,6 procent in de jongste 20 jaar, terwijl het aantal nieuwe jobs met meer dan de helft toenam. Daarmee klom Ierland in amper 18 jaar van de 22ste tot de vierde plaats op in de OESO-welvaartsranking. Daarbij snoeide Ierland helemaal niet in de sociale uitkeringen, integendeel. De ongeëvenaarde groei leidde tot toename van de fiscale ontvangsten en de sociale uitkeringen. Het volstond de productiviteit van het overheidsorgaan te verbeteren.
Een cruciaal aspect van het Iers model is zijn structuur van 'fair-tax', waarin arbeid en winst worden ontlast, en consumptie een billijk deel van de financieringslast draagt. Hun evenwichtige verhouding tussen directe en indirecte belastingen motiveert arbeiders en ondernemers tot productieve bijdrage. Het stimuleert nieuwe initiatieven en zorgt voor een hoge participatiegraad.
Onder hun taxatiemodel rust de financiering van de sociale zekerheid ook niet langer uitsluitend op de binnenlandse productie. Met een consumptiebelasting betaalt ook buitenlandse productie evenredig mee.
Het Ierse model is de harmonische synthese tussen de actieve verzorgingsstaat en het Angelsaksische liberalisme. Het model is uiterst effectief. De Ierse welvaartsgroei, jobcreatie en sociale uitkeringen torenen met kop en schouders boven alle EU-landen uit.
Generatiepact : investeren in de toekomst
Sedert de ineenstorting van het lang gekopieerde Nederlandse Poldermodel, zijn ook onze politici wanhopig op zoek naar een nieuwe leidraad. Voor elke weldenkende mens is de keuze tussen het welvaartsvernietigende Scandinavische model en het uiterst performante Ierse alternatief vanzelfsprekend. Niet zo voor onze politici. Het Generatiepact is in ruime mate geïnspireerd door het Deense model. De beperkte en selectieve verlaging van belastingen op arbeid zijn ongetwijfeld een stap in de goede richting. Het Generatiepact laat evenwel na de cruciale saneringen naar Iers model door te voeren. Het overheidsbeslag wordt niet teruggedrongen en de belastingdruk wordt niet verschoven van productie naar consumptie, maar van de ene productiefactor (arbeid) op de andere en nog zwaarder overbelaste productiefactor kapitaal.
Onder het nieuwe fiscale regime op obligatiefondsen wordt sparen nog meer afgestraft. Na aftrek van inflatie en roerende voorheffing, die straks onder de Europese spaarrichtlijn zal oplopen tot 35 procent, wordt de reële netto rente 2 procent negatief. Voor de huidige dertiger betekent dat dat de reële waarde van elke euro die hij vandaag opzij zet, herleid is tot een koopkracht van 54 cent wanneer hij 60 wordt. In amper zes jaar tijd is onze spaarquote al met meer dan een kwart gedaald: van 12,4 procent in 1998 tot 9,1 procent in 2004. De nieuwe afstraffing van de spaarders zal werkend en sparend Vlaanderen nog meer ontmoedigen. De spaarquote zal nog verder dalen zodat straks de investeringsreserves en de reserves voor de op ons afstormende vergrijzing opdrogen. Behalve werken moet ook sparen en investeren opnieuw lonend worden.
Efficiënt overheidsapparaat
Vooral het overheidsbeslag moet lager. De hopeloze inefficiëntie van ons complexe bestuursapparaat moet worden verholpen. De excessieve werkingskosten van de parasitaire instellingen zoals intercommunales, ziekenfondsen, OCMW's en vakbonden moet worden gehalveerd. Zo ook de welig tierende zelfbediening en corruptie in die instellingen, en de talloze misbruiken in de sociale zekerheid. Alle overtollige bureaucratie moet weg. Uit een studie van de Europese Centrale Bank blijkt dat een sanering in de werkingskosten de efficiëntie van het Belgische sociale stelsel kan verdubbelen. Het Generatiepact laat na die aanzet tot deugdelijk bestuur in de publieke sector te realiseren.
Overmatige belastingdruk
Met 5 procent groei was 2004 voor de wereldeconomie een recordjaar. China's en India's groei zijn fenomenaal. De VS en Japan zetten hun heropstanding voort. Ook hier geldt Gwartney's wetmatigheid. De globale belastingdruk ligt in de België 15 procent hoger dan de VS en Japan, en 9 procent hoger dan het OESO-gemiddelde. Willen we ons land uit die ellendige kringloop van crisis naar crisis halen, dan moet die belastingdruk omlaag naar het OESO-gemiddelde. Bij langer dralen slaat de relatieve verarming straks om in absolute verpaupering. De onbetaalbaar wordende olieprijzen zijn daarvan slechts het eerste voorteken.
Belastingsstructuur aanpassen aan de globalisering
Onze scheefgegroeide belastingstructuur is totaal onaangepast aan de globalisering. Belastingen op productie zijn de tegenpolen van invoertaksen. Ze verdubbelen onze productiekosten, en halveren zo onze productiviteit. Ze leiden evenzeer als het verwenste protectionisme tot scheeftrekkingen in wereldhandel, maar dan in de omgekeerde richting. In steeds sneller tempo verliezen we onze semi-arbeidsintensieve sectoren aan landen waar de productiviteit zelfs lager is dan de onze. Deze verhuizing van hoogproductieve naar laagproductieve landen zijn een verspilling. Ze zijn niet alleen catastrofaal voor de Belgische werkgelegenheid. Ze leiden tot onderbenutting van ons hoogproductief productieapparaat en uiteindelijk tot suboptimale mondiale arbeidsverdeling en welvaartscreatie. Die waanzinnige leegloop moet stoppen. Ondernemend Vlaanderen moet opnieuw de ruimte krijgen die het verdient. De verschuiving van de belastingdruk van arbeid en sparen naar consumptie is dringend. Elke dag worden lokalisatiebeslissingen genomen. Elke dag uitstel is er één te veel.
Op zoek naar een socio-economisch model dat de uitdagingen van vergrijzing en globalisering aankan, dreigt België andermaal het verkeerde voorbeeld te volgen en catastrofale keuzes te maken. Een performante economie wordt niet gerealiseerd door productieve burgers af te straffen, noch door collectieve verarming en afbouw van sociale verworvenheden, maar door te snijden in de echte kanker van onze samenleving: de bureaucratie en de excessieve kosten van een overzware overheid. Ierland heeft aangetoond dat het kan én hoe het moet.
Iers model en immigratie
Submitted by Conrad (not verified) on Thu, 2005-11-24 21:08.
Immigratie van Zuid naar Noord Nederland leidde tot de gouden eeuw in Noord Nederland. Zou de immigratie vanuit o.a. Nederland een bijdrage kunnen leveren aan het economisch succes van Ierland?