Gifgas in Damascus: in Wiens Belang?
From the desk of Filip van Laenen on Fri, 2013-09-13 22:44
Op 21 augustus werden er ten oosten van Damascus enkele aanvallen met gifgas uitgevoerd. Er zouden honderden tot misschien wel tweeduizend doden gevallen zijn, en wel negenduizend gewonden. De aanval zorgde voor een golf van verontwaardiging over de hele wereld. Wie de aanval precies uitvoerde is op het ogenblik dat dit stukje geschreven wordt verre van duidelijk, maar hoofdverdachte is Bashar al-Assad en het officiële Syrische leger. Maar welk belang had hij bij zo'n aanval, op een steenworp van het hotel van enkele net neergestreken VN-inspecteurs?
De aanvallen met gifgas zouden rond drie uur in de ochtend plaatsgevonden hebben in Ghouta, een agrarische streek ten oosten van Damascus. Een achttal plaatsen werden getroffen, plus een voorstad van Damascus zelf, allemaal onder controle van de Syrische rebellen en traditioneel soennitisch van strekking. De schattingen van het aantal doden gaan van 322 volgens lokale ziekenhuizen, oplopend tot 1.729 volgens het Vrije Syrische Leger (FSA). Op het internet en elders in de media zijn er genoeg foto's en video's van de slachtoffers te vinden, maar hun authenticiteit valt zoals gewoonlijk moeilijk te controleren.
Uit het beeldmateriaal valt trouwens moeilijk op te maken wat er precies gebeurd is. Zo zijn er wel beelden van tijdens de aanvallen zelf, maar daaruit valt niet af te leiden welk gas er precies gebruikt werd. Sommige analisten menen zelfs dat er misschien geen sprake was van een aanval met gifgas, maar dat conventionele wapens een voorraad gifgas –van de regering of de rebellen– geraakt zou hebben. De meeste analisten houden het echter op een aanval met sarin, zich baserend op de symptomen van de slachtoffers op het beeldmateriaal. De samenstelling van de slachtoffers klopt alvast met een typische aanval met zenuwgas: een doorsnede van hoe de bevolking er in de getroffen gebieden uitziet, en dus niet alleen mannen maar ook vrouwen en kinderen in alle leeftijden.
Hoofdverdachte #1: Bashar al-Assad
Na de aanval werd meteen met de vinger richting Bashar al-Assad gewezen. Daar zijn ook goede redenen voor. Ten eerste bestaat er weinig twijfel over dat het Syrische leger beschikt over chemische wapens. Ten tweede twijfelt niemand eraan dat Bashar al-Assad er niet voor zou terugschrikken zijn chemische wapens ook daadwerkelijk te gebruiken, ook tegen zijn eigen bevolking. Maar verder dan dat hij het zou kunnen doen, dat hij het zou durven doen en dat rebellen de slachtoffers waren reikt de bewijsvoering op dit ogenblik niet. In een gemiddelde detectiveroman zou hij als hoofdverdachte nummer 1 door de lokale politie opgesloten worden, waarna de detectiveheld stapje voor stapje de échte boef begint te ontmaskeren.
Argumenten à décharge
Want inderdaad, er pleiten ook argumenten tegen hem als dader van deze gifgasaanval. Het Syrische leger was de laatste tijd eerder aan de winnende hand, onder meer dankzij de steun van de Hezbollah uit Libanon. Er waren geruchten over een nakende aanval van de rebellen op Damascus, maar het lijkt er niet op dat Bashar al-Assad op dit ogenblik behoefte aan gifgas had om vooruitgang te boeken op het terrein. Gifgas is iets wat je gebruikt als je in het nauw zit, niet wanneer je aan de winnende hand bent.
Maar ook de tijd en de plaats kloppen niet. President Bashar al-Assad zou wel gek zijn als hij uitgerekend een paar dagen nadat enkele VN-inspecteurs in Damascus neerstreken een grootschalige gifgasaanval in gang zou zetten, bovendien op amper een paar kilometer van hun hotel. De nacht van de aanval stond er trouwens redelijk veel wind in de streek rond Damascus. Het risico was daarom reëel dat het gifgas niet alleen de hoofdstad in zou vliegen, maar zelfs de VN-inspecteurs had kunnen treffen.
VN-inspecteurs
Anderzijds is het dan weer merkwaardig dat Bashar al-Assad de VN-inspecteurs niet onmiddellijk toeliet tot het getroffen gebied. Is hij niet helemaal zeker van de controle over zijn eigen leger, en vreest hij dat één van zijn generaals op eigen houtje gifgas gebruikt heeft? Of, vertrouwt hij de VN-inspecteurs niet, en verdenkt hij hen er zelfs van enkel maar bewijsmateriaal tégen hem te zullen verzamelen, zelfs al werd de aanval door rebellen uitgevoerd en zouden daarvoor op het terrein voldoende bewijsstukken te vinden zijn?
Hoofdverdachte #2: de rebellen
En daarmee zijn we beland bij de tweede hoofdverdachte: de rebellen. Zij hebben groot belang bij een gifgasaanval die in de schoenen van Bashar al-Assad geschoven kan worden. Ondanks enkele lokale succesjes in de buurt van Damascus delven zij op dit ogenblik het onderspit. In de westerse media kunnen zij op veel sympathie rekenen, maar ondanks de pleidooien van bijvoorbeeld een Guy Verhofstadt schrikt men er in het Westen voorlopig nog van terug om hen rechtstreeks van wapens te voorzien.
We weten ook dat zij er niet bepaald voor terugschrikken de eigen bevolking en eigen soldaten op te offeren, zoals al bleek bij eerdere gifgasincidenten. Bepaalde delen van het Syrische verzet lijken er zelfs een beetje tuk op om ook aan de eigen zijde een paar martelaren extra bij te maken, kinderen en vrouwen inbegrepen.
Toevallige toevalligheden
Bovendien zijn er een pak toevalligheden die wel heel gunstig uitspelen voor de rebellen. De aanval gebeurde enkele dagen nadat enkele VN-inspecteurs in Damascus aangekomen waren, en dan nog wel recht onder hun neus. Bovendien valt de aanval bijna dag op dag een jaar na de befaamde «red line»-toespraak van Barack Obama. In die toespraak zei hij dat het gebruik van gifgas voor hem een rode lijn is. Begrijp: een daad die een Amerikaans militair ingrijpen om de Syrische burgerbevolking te beschermen zou rechtvaardigen. Of die rode lijn ook voor de rebellen geldt, en wat een eventueel overschrijden voor hen zou betekenen, blijft onduidelijk. Ook Guy Verhofstadt is nogal vaag op dat vlak.
Speak loudly and carry no stick
Die toespraak van Barack Obama was trouwens een tactische blunder van formaat. Sindsdien zitten bepaalde westerse media immers op vinkenslag voor elk berichtje over een mogelijk gebruik van gifgas in Syrië. Barack Obama blinkt voorlopig echter vooral uit in immobilisme, en zijn buitenlands beleid kan op dit ogenblik nog het best samengevat worden als «speak loudly and carry no stick».
Overigens al opgevallen dat dezelfde media die tien jaar geleden nog alle registers opentrokken tegen George W. Bush en de ingreep in Irak, nu bijna dagelijks aan de mouw van Barack Obama trekken om in Syrië toch maar in gang te schieten? Het kan verkeren…
Wie heeft het gedaan?
Hebben de rebellen het gedaan? Ook daarvoor zijn er op dit ogenblik weinig directe bewijzen. Net zoals de VS beweren dat ze bewijzen van activiteit rond de depots met chemische wapens van het Syrische leger hebben vlak voor de aanval, beweert Rusland beelden te hebben van twee raketten afgeschoten vanuit gebied onder controle van de rebellen.
Volgens sommigen is de schaal van de aanval te groot om uitgevoerd te kunnen zijn door de rebellen. Anderen werpen op dat de aanval lang op voorhand gepland kan geweest zijn, en dat ze gewoon hun kruit opgespaard hebben tot het «juiste» ogenblik. Nog anderen verdenken de rebellen dan weer van opgezet spel, en The Voice of Russia meent zelfs dat sommige foto's van de slachtoffers al een dag op voorhand klaar waren en verspreid werden.
Een filmpje op YouTube van een stervend kind draagt de datum 20 augustus 2013, maar de verkeerde datum kan ook verklaard worden door het tijdsverschil tussen Syrië en de servers van YouTube in de VS. Sommigen vinden de overvloed aan beeldmateriaal op zich al verdacht, en ook de professionaliteit ervan. Anderzijds blijven de beelden te wazig om vast te kunnen stellen wat er nu precies gebeurd is. En zo heeft iedereen wel zijn waarheid over deze gasaanval.
Oplossing voor Syrië
Waar niemand het ondertussen over heeft: wat zou nu eigenlijk de beste oplossing voor Syrië zijn? Persoonlijk vertrouwen we noch Bashar al-Assad, noch de rebellen, en al zeker de islamisten van Al-Nusra niet.
Je zal het niet lezen in de kwaliteitspers, maar de waarheid is dat Syrië geen land is, en nooit geweest is. Syrië is een staat, met grenzen die nooit meer waren dan lijnen op een kaart. Dat laatste overigens met dank aan de ex-koloniale machten Frankrijk en Groot-Brittannië, die een verpletterende verantwoordelijkheid dragen.
Wat we vandaag meemaken is de desintegratie van de kunstmatige staat Syrië. De frontlijnen waar de vechtende partijen zich vastgereden hebben vallen niet zomaar toevallig min of meer samen met de grenzen van de historische componenten van Syrië. In het noorden zijn dat, naast enkele Koerdische gebieden, de historische Ottomaanse provincies Zor en Aleppo, met een overwegend soennitische bevolking. In het zuiden is dat de provincie van Damascus, die trouwens meer samenhangt met de oude provincies Berg Libanon en Beiroet.
Er zit dus meer dan alleen maar religie achter dat precies de Hezbollah uit Libanon het Syrische leger ter hulp snelde, net zoals het geen toeval is dat Aleppo tegenwoordig zo een beetje als hoofdstad voor de rebellen fungeert. Een vergelijking met de probleemstaat Libië (Tripoli/Benghazi zoals Damascus/Aleppo) valt trouwens moeilijk te onderdrukken.
De situatie zou al een pak gemakkelijker worden als Bashar al-Assad zich tevreden zou kunnen stellen met een staat Damascus, de rebellen met een staat Aleppo-Zor, en de internationale gemeenschap met een tweedeling van Syrië. Dat laatste zal echter een taboe te ver zijn, zeker voor Frankrijk dat zich nochtans graag op de borst klopt dat het zich zorgen maakt over de Syrische burgerbevolking. We laten het aan de fantasie van de lezer over wat Guy Verhofstadt of Elio di Rupo van zo'n oplossing zouden denken.
Dit artikel verscheen op 28 augustus 2013 in 't Pallieterke.
Regime blijft terrein verliezen
Submitted by John Stufflebeam on Sun, 2013-09-15 21:38.
Assad is absoluut niet aan de winnende hand, en daarmee vervalt het enige argument à décharge.
Door de hulp van Hezbollah heeft het regime Qusair en omgeving ingenomen. Er zijn aanwijzigingen dat het regime meteen daarop een offensief bij Aleppo wou beginnen: versterkingen kwamen aan, en vanuit Aleppo werd gepoogd twee belegerde dorpen te ontzetten, en vandaar de grote Menagh-luchtmachtbasis te bereiken. Die basis - dicht bij Turkije - werd door de rebellen reeds 10 maand belegerd, en zou het niet lang meer uithouden.
Het regeringsoffensief liep achter vast. Enerzijds omdat de oppositie bij Aleppo een vijftiental regimetanks opblies. Anderzijds omdat het regime geen twee offensieven kan uitvoeren zonder een lange operationele pauze. Het overbrengen van troepen en zwaar materieel naar Aleppo ging veel te traag, omdat het regime de controle over de snelwegen naar de stad was verloren. Bovendien was de weerstand in Homs niet gebroken, en moest het regime daar een vervolgoffensief starten.
Zelfs tijdens de val van Qusair bleven de rebellen vorderen op enkele grote en kleinere fronten. Na de val van Qusair is de opmars van de rebellen blijven doorgaan. Zo hebben ze de Menagh basis onder de voet gelopen. Het regime heeft de laatste bevoorradingsweg naar Aleppo verloren. Het oosten van de provincie Hama is nu in handen gevallen van het FSA. Dit omdat het regime daar troepen had teruggetrokken om bedreigde posities bij Latakia en Idlib te verdedigen. Nu worden versterkingen naar Hama overgebracht voor een tegenoffensief. Die versterkingen komen uit Idlib, dat nu dus slecht verdedigd achterblijft.
En bij Damascus is er zware druk vanuit Oost-Gouta en de wijken ten zuiden van de hoofdstad. Tegelijk opende de oppositie een nieuw front in de Qalamoun bergen. Dat is een voormalig regeringsbolwerk ten noorden van Damascus.
Bij al die acties sneuvelen dagelijks 40 regeringssoldaten. Er komen nog meer burgers om, en een pak rebellen. Over die getallen maakt het regime zich geen zorgen. Maar wat hen echt doet panikeren is dit: er worden dagelijks vier tanks opgeblazen. En die worden niet vervangen.
Het panikerend Assad regime heeft dus gelegenheid en motief. En het is de enige verdachte met chemische wapens.