De Proef op de Som Nemen

Afbeeldingen van de profeet Mohammed zijn verboden. Althans, zo wordt algemeen aangenomen. Maar is dat wel zo? Blijkbaar niet. De Koran bevat géén verbod. (hat tip: The Belmont Club).

Ter verdere ondersteuning van deze stelling: doorheen de geschiedenis zijn meerdere afbeeldingen van de profeet gemaakt (hat tip: Ivan).

In oktober van vorig jaar zijn de cartoons in een Egyptische krant gepubliceerd, zonder dat er een haan naar kraaide.

Waarom dan deze cirque? Recuperatie door in het nauw gedreven dictators en islamitische radicalen (in het Westen en in de moslimwereld). Ik zal er niet ver naast zitten.

Ondertussen blijft het opiniestukken regenen die stellen dat er grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting. In de Tijd vandaag was het de beurt aan Saïd El Majdoub (bestuurslid bij KifKif). Hij beroept zich daarvoor op het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Nu, ik ben geen jurist, maar volgens mij slaat El Madjoub de bal mis. (Maar corrigeer mij gerust, als ik zelf verkeerd ben.)

Art. 10 van het EVRM legt de vrijheid van meningsuiting vast. Punt 2 bepaalt dat enkel beperkingen kunnen worden opgelegd

welke bij de wet worden voorzien en die in een democratische samenleving nodig zijn in het belang van 's lands veiligheid, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.

Ik lees daar twee cumulatieve voorwaarden in: een beperking is gerechtvaardigd als ze in de wet is ingeschreven met het oog op één van bovengenoemde doelstellingen. Eén van de doelstellingen is "de bescherming van de rechten van anderen". Laten we de auteur volgen en stellen dat het hier de andere rechten, gewaarborgd door het EVRM, betreft zoals het recht op eerbied (weliswaar beperkt tot het privé, familie- en gezinsleven, dat voeg ik erbij, want de auteur 'vergeet' dat - art. 8 EVRM) en het recht op vrijheid van (gedachte, geweten en) godsdienst (art. 9 EVRM) en dat deze rechten wettelijk beschermd zijn.

De auteur zegt dat het zou kunnen dat met de publicatie van de cartoons deze begrenzingen zijn doorbroken. Zijn het recht op eerbied (voor privé, familie- en gezinsleven) en op vrijheid van godsdienst geschonden? Ik betwijfel het.

Tussendoor zegt de auteur nog dat "voor de situatie in sommige landen [we] zouden kunnen opwerpen dat er een mogelijke begrenzing had moeten zijn, 'in het belang van de nationale en openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten', gezien de geopolitieke situatie en lokale maatschappelijke spanningen." Nou nou. Wil hij hiermee impliceren dat de wet Westerlingen moet verbieden om hun mond te openen omdat ze anders het risico vergroten op terroristische aanslagen en stadsguerilla?

Maar, zo geeft hij wel gracieus toe, het is uiteindelijk aan de rechter om daarover te oordelen. Vervolgens geeft hij evenwel al een hint naar een mogelijke uitspraak van het Hof door te verwijzen naar een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 13 september 2005 dat zegt dat de fundamentele expressievrijheid dient te worden ingeperkt "indien er sprake is van het 'offensief beledigen van de meest intieme en religieuze gevoelens van gelovigen'." Offensief beledigen lijkt mij te wijzen op een bewuste intentie tot belediging. Was dat het geval met de publicatie van de cartoons? Ik betwijfel het: de bedoeling was eerder om de graad van zelfcensuur onder druk van radicale moslims onder het voetlicht te stellen.

Als laatste punt haalt de auteur aan dat, ook al vind je dat het recht op vrije meningsuiting absoluut is, de wet begrenzingen instelt en dat die nageleefd moeten worden, zoniet moet je de wet maar veranderen. Dura lex, sed lex. Dat geldt ook voor de media. Opdat de media de wet zouden naleven, moet er echter niet per se naar de rechtbank gestapt worden. Het volstaat dat de media de nodige zelf-regulering toepassen. Of course.

Wel, laat ons eerst maar eens vaststellen of de publicatie in België van deze cartoons de wet schendt. Dat ze maar naar de rechtbank stappen. We zullen dan wel zien.