De Dode Hand

Met dank aan de lezer die deze tekst die eergisteren op onze Engelstalige bladzijden verscheen, vertaalde.

Het multiculturalisme is dood. Dat is het altijd al geweest, met dien verstande dat een onwaarheid geen leven heeft. Maar met de nodige oplichterij kan men velen langdurig om de tuin leiden. De idee dat verschillende waardensystemen naast elkaar zouden kunnen leven, binnen een superstructuur waarbinnen ze gelijkwaardig zouden zijn, was verleidelijk: ze gaat uit van een geruststellende kijk op de mensheid en bovenal werd hierdoor een niet in zichzelf gelovend Westen bevrijd van de last om voor zichzelf te moeten opkomen. Voor hen die bereid waren tot kritisch denken was het altijd al wel duidelijk dat dit op een leugen berust - immers wat is het gevolg, als het speculatieve ondergeschikte waardensysteem in botsing komt met het waardensysteem dat de arbitrerende superstructuur ondersteunt? Voor zowat iedereen die de jongste vijf jaar van oorlog en geweld heeft meegemaakt en die zijn jongste opwelling ziet ontstaan omwille van simpele cartoons, is het nu wel overduidelijk.

Het multiculturalisme is dood maar zijn lijk blijft nog altijd een welriekende geur verspreiden zoals dat van de integere heiligen. Deels is dat te verklaren omdat er ook wel enkele goedaardige eigenschappen inzitten: er de voorkeur aangeven op grond van esthetische overwegingen mag dan al gek zijn, op zich is het in elk geval geen bedreiging. Maar bovenal omdat het alternatief onaanvaardbaar is voor de verdedigers ervan. Zij die zo intens bezig zijn met het opgeven van een of ander waardensysteem in ruil voor een gelijkschakeling van alle waardensystemen zijn slecht uitgerust om er een te kiezen en nog minder om zo een keuze te verdedigen.

Bekijken wij even het geval van ene Martin Burcharth: een Deens journalist, het archetype van de bedreigden in de zaak van de karikaturen. Hij kon oprecht en waarheidsgetrouw zijn maar verkoos dat in de New York Times echter niet te zijn. Nu gedraagt hij zich als een dhimmi [in Islamstaten een tweederangsburger] en verkondigt hij dezelfde mythen als die welke de beledigde Moslims inroepen als excuus voor de gewelddadigheid van hun eigen gemeenschap. Burchart heeft het over een Deense intolerantie ten opzichte van de Islam (waarbij hij onder meer aanhaalt dat Denemarken niet eens een Moslim-begraafplaats heeft) bij gebrek aan werkelijke mishandeling of het ontzeggen van rechten moet dit dan maar aantonen dat de Moslim woede gerechtvaardigd is. Burchart stelt dat de Jyllands-Posten de Mohammed karikaturen publiceerde "in de context van een klimaat van doorsijpelende vijandigheid ten overstaan van al wat met Moslims in Denemarken te maken heeft". In werkelijkheid is het zo dat de krant de karikaturen pas is gaan publiceren nadat bleek dat de "doorsijpelende Moslim vijandigheid" kunstenaars ertoe had gebracht zich te houden aan bepaalde taboes om te ontkomen aan de dreiging met geweld of doodslag.

Wat vooral tegen de borst stoot is dat Burchart de Deense Moslimleiders - in hun poging om de Jyllands Posten en bij uitbreiding de Deense staat als echte dhimmis te behandelen - vergoelijkt door te zeggen "dat zij geen andere keuze meer hadden". In een gezonde samenleving - zoals het zogezegde democratische Westen waarin wij leven - wordt niet verwacht dat iemand zomaar het recht heeft om omwille van zijn eigen gevoeligheden stilzwijgend de regels van het hele openbare samenleven te wijzigen.

Ik moet het niet eens zijn met wat Martin Burcharth in de NYT schrijft, maar fundamentele burgermaturiteit schrijft voor dat alles stopt nadat ik een protestbetoging heb gehouden en mijn bezwaarschriften bij de uitgever heb ingediend. Ik zou er zeker niet aan denken om een beroep te doen op de overheid om op te komen tegen de persvrijheid en al evenmin zou ik een beroep doen op de toorn van vreemde machten om tegen mijn eigen land op te komen. De Deense Moslimleiders deden dat wel. Zij wilden dat de Deense staat zijn eigen pers aan banden zou leggen. Zij verzochten buitenlandse ambassadeurs om de Deense staat te berispen. En uiteindelijk klopten zij aan bij de Arabische Liga en de Organisatie van de Islamitische Conferentie - met, let wel, zelf gemaakte, werkelijk verfoeilijke valse karikaturen - en aldus kregen zij eindelijk gedaan wat zij wilden, een ongeziene brandende chaos. In andere tijden zou men dit soort wandaden oneerlijk en verrarderlijk tegenover de staat waarvan ze zelf burgers zijn, hebben genoemd. Maar vraag het maar aan Burcharth, "hadden zij een andere keuze?" Ja, zij hadden de keuze om zich als patriotten te gedragen, beschaafd en met gezond verstand. Maar waarom zou je die zware last van terughoudendheid torsen als zovele slachtoffers klaar staan om u te verontschuldigen, ja zelfs om zelf hun excuses aan te bieden?

Als multiculturalisme dan dood is, dan zal wat in de plaats komt - althans toch in Europa - niet de cultuur zijn waaruit het ooit is ontstaan; dat is alvast een eerste les uit deze intrieste episode. Het zal de cultuur zijn met de meeste kracht, het meeste zelfvertrouwen en de hoogste bereidheid tot doden.Dat is voor iedereen duidelijk behalve dan voor Martin Burcharth en zijn gelijken. De volgende les uit deze karikaturenoorlog vloeit rechtstreeks voort uit de houding van de Deense imams - maar dat hadden we al eerder opgemerkt in de haatprediker van de Finsbury Park Moskee, het geweld van de Arabisch Europese Liga en het vuur in de Franse voorsteden. Paul Belien heeft het zeer goed geformuleerd: "Een land dat een Moslimminderheid binnenlaat, laat tegelijk de Moslimmeerderheid van de rest van de wereld binnen." Men kan enkel hopen dat deze les uit Denemarken ook elders in Europa wortel moge schieten. Maar ook al hebben recente gebeurtenissen dit weer in de actualiteit gebracht, de les was er, lang voor deze kwestie is ontstaan.

"Het hoogste goed van de Westerling, de vrijheid van mening en expressie, wordt bedreigd door de verspreiding van een gedachtengoed waarin een minderheid het voorrecht van verdraagzaamheid opeist met als enige doel een machtsbasis te vestigen van waaruit ze alle niet-eigen visies, kan onderdrukken en vernietigen". Dat schreven in een vorige generatie de oprichters van de Mont Pelerin Society [een klassiek-liberaal vereniging, gesticht door Friedrich Hayek en zijn vrienden]. Ze hadden toen zij dit schreven het Communisme voor ogen. Nu ziet het er naar uit dat het Islamisme de samenleving ondermijnt waarin het nochtans zelf een schuilplaats heeft gevonden. Zullen de bedreigde gastheren hier wat uit leren? Zullen ze optreden? Er is geen zekerheid omtrent hun bereidheid tot zelfverdediging, noch omtrent hun morele standvastigheid. Een ding is wel zeker: het is nog niet gedaan.