De Witte en de Wet


Jozef De Witte

Kent Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR), de Belgische wetgeving? Dat valt te betwijfelen, na het lezen van zijn uitspraken in een interview met Mathias Danneels en Helena Wilmet in Het Nieuwsblad van 25 februari 2006. Zegt De Witte over Pascal Feryn, de ondernemer die geen allochtone werknemers naar zijn klanten wil sturen:

We hebben hem enkel gevraagd om de grondwet na te leven. Niemand, maar dan ook niemand kan en mag discrimineren op basis van cultuur, huidskleur of religie.

Oink? Grondwet? Staat er in de Belgische Grondwet een verbod op discriminatie? Nee, tenzij dat de overheid zijn (Belgische) burgers niet mag discrimineren, omdat alle Belgen gelijk zijn voor de wet:

Artikel 10: Er is in de Staat geen onderscheid van standen. De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld. De gelijkheid van vrouwen en mannen is gewaarborgd.

De rest van de antidiscriminatiewetgeving is vastgelegd in gewone wetten. Het CGKR heeft Feryn gevraagd de antidiscriminatiewetgeving na te leven, niet de Grondwet. Bedoelde De Witte met "grondwet" niet de Belgische Grondwet, maar de basiswet van zijn antidiscriminatiebusiness? Is "grondwet" in deze context een soort intern jargon van de antidiscriminatiewerkers, waarme ze eigenlijk de wet van 25 februari 2003 bedoelen? In dat geval gebruikt De Witte een terminologie die op zijn minst misleidend is voor de buitenwereld.

Maar daar houdt het niet op. Wat verderop in het interview:

Wat is dat voor flauwekul dat de klant koning is en dus een Marokkaan van zijn erf mag ranselen? Komaan, ernstig blijven. (opgewonden) Wonen we in België of niet? Zijn er wetten of niet?

Dat "afranselen" is een dichterlijke vrijheid die De Witte zich permitteert en die we door de vingers zien omdat ze niet de kern van de zaak uitmaakt. Feryn had gezegd dat sommige van zijn klanten niet willen dat allochtonen de Feryn-kantelpoorten aan huis komen installeren. Een klant die geen allochtoon over de vloer wil, dat is nog iets anders dan een klant die een allochtoon van zijn erf afranselt. Maar het gaat hierom: de antidiscriminatiewetgeving verbiedt directe discriminatie (een verschil in behandeling dat niet objectief en redelijkerwijze wordt gerechtvaardigd) en indirecte discriminatie (een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze die als dusdanig een schadelijke weerslag heeft op personen [...], tenzij die bepaling, maatstaf of handelwijze objectief en redelijkerwijze wordt gerechtvaardigd), maar enkel bij de volgende activiteiten:

  • het leveren of het ter beschikking stellen van goederen en diensten aan het publiek;
  • de voorwaarden voor toegang tot arbeid in loondienst tot onbetaalde arbeid of als zelfstandige, met inbegrip van de selectie- en aanstellingscriteria, ongeacht de tak van activiteit en op alle niveaus van de beroepshiërarchie, met inbegrip van de bevorderingskansen, alsook de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van ontslag en bezoldiging, zowel in de privé-sector als in de overheidssector;
  • de benoeming of de bevordering van een ambtenaar of de aanwijzing van een ambtenaar voor een dienst;
  • de vermelding in een officieel stuk of in een proces-verbaal;
  • de toegang tot en de deelname aan, alsook elke andere uitoefening van een economische, sociale, culturele of politieke activiteit toegankelijk voor het publiek.

Er staan er nog een paar andere in de wet, maar het CGKR vond het niet nodig om die op zijn website te plaatsen, dus zullen die wel niet zo belangrijk zijn. Als een klant niet wil dat bedrijf Feryn een allochtone werknemer op hem af stuurt, dan is dat een vorm van discriminatie, die evenwel niet onder één van de hierboven opgesomde categorieën valt, en die dus niet strafbaar is. Het gaat mijns inziens niet om de toegang tot arbeid als zelfstandige: de klant neemt een product (de kantelpoort) en een dienst (de installatie van de kantelpoort) af, en selecteert daarbij de leverancier op basis van criteria waarvoor hij geen verantwoording moet afleggen. Maar De Witte mag natuurlijk altijd proberen om die klanten van Feryn voor de rechtbank te dagen. Want dat is wat hij in het interview beweerde, vanuit een maximalistische interpretatie van zijn eigen "grondwet": dat die klanten de wet overtreden.

In het bewuste interview roepen de uitspraken van De Witte bij de aandachtige lezer meer vragen op dan ze beantwoorden. Laat er geen twijfel over bestaan: ik vind racisme moreel verwerpelijk; discrimineren op allerlei gronden (bijvoorbeeld: ik vind juffrouw A sympathieker dan juffrouw B) doen we daarentegen in de privé-sfeer allemaal. Meer dan ooit ben ik ervan overtuigd dat het bestaan en de activiteiten van het CGKR ons leiden naar een samenleving met meer wantrouwen, meer verzuring, en minder verdraagzaamheid. Een overheid die de gedachten en de gedragingen van haar burgers wil sturen door middel van staatsdwang, verliest het respect van die burgers.