Gelijke Reproductieve Rechten
From the desk of Jos Verhulst on Thu, 2006-03-16 10:50
In de meeste Westerse landen is abortus binnen zeer ruime grenzen toegelaten. De praktijk is daarbij meestal nog een stuk ruimer dan de wettelijke theorie. In de Verenigde Staten berust die theorie op het denkbeeld dat de vrouw ook nadat het kind werd verwekt over een recht op “right of reproductive choice” moet beschikken. Dat wil ondermeer zeggen dat een zwangere vrouw niet tegen haar zin tot ouderschap kan gedwongen worden. Dat recht is bevestigd in een bekend vonnis, Roe v. Wade (1973). De Amerikaanse Supreme Court vond dat de vrouw grondwettelijk gezien over een “right of privacy” beschikt “broad enough to encompass a woman’s decision whether to terminate her pregnancy.” Norma McCorvey, de vrouw waaraan via dit vonnis het abortusrecht werd toegekend, heeft zich nadien ontpopt als een tegenstandster van abortus.
Maar hoe staat het eigenlijk met de “reproductive choice” voor mannen? Geen probleem, denkt u, want mannen kunnen niet zwanger worden. Wel, zo simpel ligt het niet, althans volgens het National Center For Men, dat nu een rechtszaak heeft gelanceerd (Roe v. Wade for men) om aan de discriminatie van mannen versus vrouwen, inzake recht op reproductieve keuze, een radicaal einde te maken: “When it comes to unwanted, unborn children, men have responsibilities without rights. A man’s life can be held hostage to an unplanned pregnancy, but his female partner will have complete control over her reproductive life and future. He can’t force motherhood on her but she can certainly force fatherhood on him, even if she has defrauded him about contraception. Only women have the extraordinary freedom to enjoy sexual intimacy free from the fear of forced parenthood. This is an incredible power, taken for granted by most women and denied, by law, to all men.”
Het punt is dus simpel: wanneer een vrouw zwanger wordt van een man, dan heeft die vrouw de vrije keuze tussen abortus en geen abortus, maar de man heeft die keuze niet. Indien de vrouw beslist het kind te houden, dan kan zij de vader nadien voor dat kind onderhoudsgeld laten betalen, ook al wil die vader helemaal niet weten van het kind. Het mannencentrum vraagt niet dat zo’n kind dan half moet geaborteerd worden, maar het eist wel dat de ongelukkige vader in ieder geval niet moet betalen voor de opvoeding van het ongewenste maar wel verwekte kind.
Wanneer men in de logica van Roe v. Wade stapt, lijkt er geen ontkomen aan: wanneer vrouwen over het recht moeten beschikken om een kind te accepteren dan wel te weigeren, en wanneer discriminatie uit den boze is, dan moeten mannen ook over dat recht beschikken. Niemand mag een mens, hetzij vrouw hetzij man, tegen de zin van de betrokkene met een kind opzadelen, ook al werd dat kind reeds verwekt. Abortus moet dus kunnen mogen, en de biologische vader dient over de vrijheid te beschikken om het kind dat door de moeder werd aanvaard toch af te wijzen en niet voor de opvoeding in te staan.
Laten we dus deze discriminatie afschaffen.
Maar kijk: door de opheffing van deze discriminatie ontstaat alweer een ander onrecht! Want hoe zit het met de gelijkberechtiging tussen kinderen onderling? Heel wat kinderen zijn door hun beide ouders gewild. Zij hebben een vader en een moeder door wie ze werden gewenst. Maar wanneer mannen en vrouwen genieten van hun volle reproductieve rechten, zullen er natuurlijk ook kinderen zijn die niet worden gewild. Kinderen die niet door hun moeder werden gewild, zijn gewoon geaborteerd en leveren verder geen problemen op. Maar wanneer Roe v.Wade for Men geïmplementeerd wordt – en wie kan daar tegen zijn – dan ontstaat een groep kinderen die géén recht hebben op de bijstand van hun nochtans in leven zijnde vader. Worden die dan niet gediscrimineerd ten opzichte van de kinderen die wél recht hebben op bijstand vanwege hun vader? Me dunkt van wel.
Hoe kan men deze ergerlijke discriminatie wegwerken? Verschillende denkpistes dienen zich aan. We kunnen bijvoorbeeld aan àlle kinderen het recht op vaderlijke bijstand ontzeggen. Maar dat is half werk, want dan beschikken de mannen niet over een recht op positieve “reproductieve keuze”, en de vrouwen juist wel, zodat we weer even ver van huis zijn. Natuurlijk kan dit worden opgelost door te zeggen dat vrouwen zijn achtergesteld, en dat zij dientengevolge positief moeten gediscrimineerd worden, laat ons zeggen bijvoorbeeld door alleen aan hen een recht op positieve ‘reproductieve keuze’ toe te kennen. Maar het National Center For Men zegt dan weer dat juist de mannen achtergesteld zijn. Bewijs: zij leven veel korter dan vrouwen (terwijl iedereen het recht heeft om even lang te leven), bijna alle daklozen zijn mannen, en hoewel de mannen meer geld verdienen, zijn het de vrouwen die het meeste geld uitgeven (en dààr komt het tenslotte op aan). Dat wordt een langwerpige discussie.
Nee: de enige manier om de lat voor de minstbedeelden en achtergestelden op dit domein gelijk te leggen – “to level the playing field” zoals de Amerikaanse liberals dat zo speels formuleren – bestaat hierin dat men alle aanspraken van gelijk welk kind op ouderlijke zorg volledig afschaft. Knip alle banden tussen gelijk welk kind en zijn ouders door, en de lat ligt voor alle kinderen perfect gelijk. Uiteraard zullen er wel ouders zijn die stiekem toch nog voor hun kind zullen willen zorgen, maar door invoering van een schoolplicht en crècheplicht vanaf, laat ons zeggen, de leeftijd van twee weken, kunnen de ernstigste discriminaties wellicht worden voorkomen. Op voorwaarde uiteraard, dat al die opvang- en grootbrengcentra op gelijke leest zijn geschoeid, met raciale en multiculturele evenwichten en zo, iets waarop de democratische staat dan nauwlettend moet toezien. Met één klap zijn ook allerlei andere achterstellingen, zoals die van wezen versus niet-wezen, of van kinderen uit ongeschoolde versus geschoolde gezinnen, netjes weggewerkt. En ’t is nog goed voor de werkgelegenheid ook.
Een alternatief zou hierin kunnen bestaan, dat men – tenzij natuurlijk in situaties van dwang – het moment van de vrije reproductieve keuze juridisch laat samenvallen met het moment waarop het kind wordt verwekt. Maar dat zou leiden tot een onmenselijke en wrede maatschappij. In zo’n barbaarse samenleving zou men van het individu eisen dat het de gevolgen van zijn daden zélf moet dragen, dat het zelf de risico’s en mogelijke consequenties van gestelde daden moet inschatten en afwegen, en dat diegenen die hiertoe niet in staat zijn, zich ook niet aan de daden in kwestie horen te begeven. Aaargh! Schande! Nee: laten we humaan zijn en via de staat iedereen dwingen om mee te betalen voor diegenen die onverantwoordelijk handelen en dientengevolge als achtergesteld, kansarm en beklagenswaardig moeten gelden. Want verantwoordelijk gedrag kan van niemand worden geëist, en iedereen moet de vrijheid hebben om zich vol vertrouwen over te geven aan de goede zorgen van de enige macht die ten overstaan van ons mensen nooit verraad heeft gepleegd, te weten de almacht van de politieke staat.