Taalimperialisme

Vorige week was ik aanwezig op een internationale bijeenkomst in Lausanne. Ik vloog naar Genève en nam daar de trein. Wanneer ik het perron op het treinstation van de Geneefse luchthaven op stap, vraag ik aan de conducteur aan welke halte ik moet afstappen. Hoort hij aan mijn Frans dat ik Nederlandstalig ben, of weet hij dat het vliegtuig uit Brussel net is aangekomen? Hoe dan ook, hij antwoordt mij in het Nederlands. “U spreekt Nederlands?” zeg ik enigzins verbaasd, waarop hij: “Jawel, Nederlands.”

Later, op de trein, komt de Zwitserse treinconducteur mijn kaartje knippen. Hij zegt dat hij, afgezien van Duits, Frans en Engels, ook een beetje Nederlands spreekt. Ik had ooit een zwarte taxichauffeur in Denver, aan de voet van de Amerikaanse Rocky Mountains, die om God weet welke reden avondles Nederlands volgde en die dolgelukkig was dat hij tijdens de rit naar de luchthaven zijn taalpraktijk wat kon bijspijkeren.

Verrukkelijk

De conferentie in Lausanne, georganiseerd door Karen Horn van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, behandelt het thema “Journalistiek en Vrijheid.” We zijn aanwezig met zestien journalisten en academici van tien nationaliteiten. Bart Spruyt van de Nederlandse Burkestichting, die jarenlang parlementair verslaggever was in Den Haag, is een tweede Nederlandstalige. Wanneer we op een avond een wijnproeverij bezoeken halverwege Lausanne en Vevey ontdekt de (Franstalige) wijnboer tot zijn vreugde dat we Nederlandstalig zijn. Hij komt onmiddellijk een babbel doen. Waar heeft hij Nederlands geleerd? Heeft hij in Nederland gewoond? Neen, hij heeft er gewoon vrienden in de buurt van Groningen, waar hij een mondje Nederlands heeft opgepikt. Hij spreekt het met een duidelijke “Hollandse” tongval. Een Amerikaanse medecongressiste, uit Flagstaff, Arizona, mengt zich in de conversatie. Ze vindt Nederlands zo’n mooie taal, met zulke mooie woorden, zoals “verrukkelijk.” Spreekt zij ook Nederlands, vraag ik? Neen, maar ze heeft wel eens bij vrienden in Utrecht gelogeerd, en daar was het “verrukkelijk.”

Onze Waalse medeburgers in dit Belgenland beweren wel eens dat Vlamingen een volk zijn dat gemakkelijk talen leert, en dat Franstaligen het moeilijker hebben met talen, zodat het maar normaal is dat de Vlamingen met de Walen Frans spreken. Terwijl de Zwitserse wijnboer zijn Nederlands uitprobeert op Bart, bedenk ik dat deze Franstalige het er in elk geval niet bijzonder moeilijk mee heeft.

Diep geschokt

De volgende ochtend bevat de krant een stukje over een incident op de Europese top in Brussel. De Franse president Jacques Chirac en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Philippe Douste-Blazy, zijn boos de zaal uitgelopen omdat een Fransman, Ernest-Antoine Seillière, voorzitter van Unice, een Europese werkgevers lobbygroep, de 25 leiders van de EU toesprak in het Engels.

“Ik was diep geschokt dat een Fransman Engels sprak tot de Europese raad. Daarom zijn we buitengegaan – om dit niet te moeten aanhoren,” aldus Chirac. Seillière antwoordde dat Engels de taal van de internationale zakenwereld is en dat hij het bijgevolg niet meer dan normaal vindt dat hij zich van het Engels bedient. Voor Chirac is het echter ondraaglijk om een landgenoot te aanschouwen die zich uitdrukt in de taal van Shakespeare in plaats van die van Molière.

Chirac, die in de VS studeerde, begrijpt Engels, maar het niet-willen-begrijpen van Engels is een kwestie van taalimperialisme. Hoewel heel de wereld vandaag Engels als lingua franca hanteert, is er één groep die zich daar niet bij wil neerleggen: de fanatici van de voormalige lingua franca, het Frans.

Ook in eigen land zitten we met dergelijke onverdraagzame exemplaren opgescheept. Olivier Maingain, leider van het racistische FDF, begrijpt perfect Nederlands, aangezien hij in Utrecht studeerde. In België weigert hij het echter te begrijpen. Hoewel de Nederlandstaligen in België de meerderheid vormen, vindt Maingain het niet meer dan normaal dat de Franstalige minderheid zijn taal aan de meerderheid oplegt. Het Frans is immers superieur. Indien Maingain of Chirac zich met ons in de Zwitserse proeverij hadden bevonden, dan waren ze ongetwijfeld “diep geschokt” buitengestapt bij het horen van een Franstalige die zich uitdrukte in de taal van Vondel in plaats van die van Molière.

Klaarfeit

Dat doet me denken aan een Italiaan die ik ooit hoorde boos worden omdat de Fransen over “Léonard de Vinci” spreken, en niet over Leonardo da Vinci. “Wij spreken toch ook niet over ‘Guillermo Shakespierro’!” foeterde hij. Zijn landgenote, “onze” koningin Paola, zal het daarmee niet eens zijn. Zij behoort, als lid van het Belgische vorstenhuis, immers tot de groep der francofone imperialisten. Vandaar dat ze na welhaast een halve eeuw verblijf in dit land er nog altijd niet in is geslaagd om Nederlands te leren – iets wat de Nederlandse kroonprinses Maxima op amper enkele maanden vermocht.

Ook in ons nationale parlement maken de Franstaligen er een gewoonte van om Nederlandtalige namen te “vermassacreren.” Vlaams Belanger Bart Laeremans poogde een paar jaar geleden hetzelfde te doen en de namen van rabiate FDF’ers op zijn Nederlands uit te spreken. Hij sprak de naam van FDF kamerlid Clairfayt uit als “Klaarfeit,” maar werd daarvoor door kamervoorzitter De Croo streng tot de orde geroepen. De Franstaligen kunnen er immers niet aan doen dat zij onze namen niet perfect uitspreken, maar wij moeten hun namen wel met Franse tongval uitspreken, want anders betonen we niet het respect dat we hen verschuldigd zijn.

Zelf zal u mij in Brussel echter geen Frans horen spreken. In Brussel versta ik alleen Nederlands en Engels. In Lausanne deed het echter deugd om nog eens Frans te praten.

Omdat de Europese lingua

Omdat de Europese lingua Franca het Engels is misschien?
Terwijl men Brussel HG ziet als oorspronkelijk 'Vlaams' grondgebied & omdat het de HOOFDSTAD is van belgique?

consekwent

Eigenlijk vind ik jullie weinig konsekwent. Wij als Vlamingen zijn fier op onze taal. We hebben er alles voor gedaan om het Nederlands als officiële taal in Europa te laten gelden. In een stad waar de lingua franca het Frans is, willen we ons absoluut in het Nederlands worden bediend. Geen probleem daarmee. Maar als dan een Frans president ontgoocheld is in een Fransman die zijn pourparlée in het Engels houdt, dan is die mens opeens een taalimperialist. Begrijpen wie begrijpen kan....

Nederland

Volgens mij zou het ideaal zijn om een politieke- of handelsunie te maken tussen Vlaanderen en Nederland waarbij de invloed van andere landen minimaal is; door middel van een machtsbasis van 21 miljoen mensen in één van de welvarende regio's van Europa moeten we wel aan invloed winnen.

Ik (Vlaming) heb verscheidene jaren in Nederland gewerkt en geleefd. Ik heb er met veel plezier gewerkt. Het zijn wat minder noeste werkers dan wij. Maar we kunnen zeker heel veel bijleren: met gezond verstand naar arbeidsrelaties te kijken zonder in idealistische loopgraven te geraken. Ze zijn inderdaad veel nuchterder.

Ik zie dus heel wat nut in een nauwere economische samenwerking zonder dat Vlaanderen zich als de mindere moet beschouwen. Ook de Nederlanders kunnen heel wat van ons leren. Op politiek vlak zie ik dat wat minder zitten om dezelfde reden waarom ik de EU op politiek vlak niet zie zitten: politiek zou een weerspiegeling moeten zijn van een leefgemeenschap. Wij Vlamingen leven gewoon anders dan de Nederlanders. Daar moeten we de Nederlanders en onszelf voor respecteren.

Er zal nog een heel lange tijd moeten overgaan vooraleer leefgemeenschappen voldoende op elkaar afgestemd zijn om onder één politieke paraplu te zitten. Uiteraard is dit voor een politieker, die zijn carrière doorbrengt op het eiland der politiekers, wat moeilijk om in te zien. Die mensen zitten al een hele tijd met politiekers van een andere nationaliteit op hun eiland. Zij verstaan blijkbaar niet dat het merendeel van de bevolking deze leef/werk ervaring niet heeft. Dit leren samenleven zal een heel langzaam proces zijn en zal zeker niet lukken door een Europese grondwet door de strot te duwen van mensen die nooit in een andere cultuur/land geleefd of gewerkt hebben. Laten we eerst eens stillekes aan leren samen te werken.

Als ze u de rug toekeren in

Als ze u de rug toekeren in een winkel moet je maar de 'manager' erbij roepen of es goed van uw kloten maken. In Sint Pieters Leeuw werkte dat blijkbaar...carrefour mocht zich verontschuldigen voor een Nederlandsonkundige cassière. ;p (per express een paar mollièrismes)

Koppigheid bestrijden met koppigheid?

Eindelijk iemand die zich ook heeft geïrriteerd aan die nodeloos koppige houding van Chirac! Ik heb overigens geen één opinie-artikel van gelezen in de 'gevestigde media'. Maar ja, ik ben dan ook overtuigd Vlaming die niet aan zijn trekken komt in de huidige media...

Ook mij doet het plezier om in het buitenland de taal van Voltaire te kunnen spreken, maar hier in dit Belzenlandje heb ik net als u vaak te maken met de grenzeloze koppigheid van de Franstalige hoofdstedelijke elite om geen één woord Nederlands te spreken. Raar genoeg heb ik die houding minder in Wallonië meegemaakt.

Na enkele jaren deze koppigheid te moeten weerstaan vraag ik me meer en meer af of koppigheid met koppigheid kan bestreden worden. Bij mij heeft de koppigheid om geen Frans te spreken weinig effect: men draait zich weg en keert de rug naar me toe.

Dat laat me besluiten dat we misschien niet koppigheid met koppigheid moeten bestrijden, maar dat we eens serieus moeten gaan denken over hoe wij de invloed van de Nederlandse taal kunnen uitbreiden. De Vlaams-Nederlandse taalunie is er al één, maar niet goed genoeg. We moeten het Nederlands méér promoten.

Volgens mij zou het ideaal zijn om een politieke- of handelsunie te maken tussen Vlaanderen en Nederland waarbij de invloed van andere landen minimaal is; door middel van een machtsbasis van 21 miljoen mensen in één van de welvarende regio's van Europa moeten we wel aan invloed winnen. Jammer genoeg heeft men tot nu toe alle kansen hiertoe laten liggen onder druk van de Franstalige elite (denk maar aan Sabena die de kans had om overgenomen te worden door KLM).