Vuile Srilankese!

Het racismebeleid van Guy Verhofstadt en diens Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding (dat in weerwil van directeur Jozef De Witte’s gekraai over zijn “onafhankelijkheid” netjes onder de voogdij van de premier ressorteert) leidt met toenemende frequentie tot incidenten die zijn absurditeit in de verf zetten. Na de CGKR-campagne tegen de “vuile hetero!” mag het CGKR nu de wereld kond doen of het ja dan nee werk maakt van een onbetwistbaar geval van discriminatie: het plotse ontslag uit twee weekeindjobs van studente Aisha Van Zele.

“Hugo Coveliers vraagt Jozef De Witte, directeur van het centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, om met zijn ‘gekende inquisitoriale hardnekkigheid’ op te treden in de zaak van de Sri Lankaanse Aisha Van Zele uit Lokeren. Toen de 21-jarige studente, met een donkere huidskleur, begin deze maand bekendmaakte dat ze voor de gemeenteraadsverkiezingen bij het Vlaams Belang zou opkomen, verloor ze prompt haar weekendjobs. De studente communicatie financierde haar studies door te werken in een kledingszaak en een restaurant in Lokeren, maar de zaakvoerders weigerden iemand van het Vlaams Belang in dienst houden. Coveliers vraagt nu het Centrum om de zaak grondig te onderzoeken op basis van ‘racistische discriminatie’.” (Het Nieuwsblad, 10 juni)

Dit wordt in meerdere opzichten een interessant testgeval. Er zijn tot nu toe ernstige tegenstrijdigheden in de wetgeving en de jurisprudentie inzake het antidiscriminatierecht op VN-, EU- en Belgisch niveau. Zo is nog niet definitief uitgemaakt of er discriminatie mag zijn tussen de discriminaties: is rassendiscriminatie verboden maar discriminatie op grond van politieke overtuiging (Berufsverbot) toegelaten? Een uitspraak in deze zaak kan richtinggevend zijn voor de talloze vergelijkbare gevallen. Het is evident dat het Belgische Bestel bij monde van het CGKR samen met de progressieve media dit recht op discriminatie tegen andersdenken volop steunt. Anderzijds past het althans formeel helemaal in de logica van de antidiscriminatiekruistocht om élke discriminatie te verbieden en te bestraffen. Dan mogen Aisha’s ex-werkgevers in een gevangeniscel eens nadenken over hun zonden tegen het universele gelijkheidsbeginsel.

Maar nog veel interessanter wordt het juridische pionierswerk om de intenties van de daders in te schatten. Het feit van de discriminatie is immers bij voorbaat bewezen, maar gezien de mogelijke erkenning van de “discriminatie tussen discriminaties” door de rechtbank maakt het een groot verschil waartégen de daders precies hebben willen discrimineren.

Allicht zullen zij beweren dat ze Aisha omwille van haar politieke kleur hebben ontslagen. Dat verzekert hun dan van applaus in de media en bij het CGKR, en waarschijnlijk van een voor hen gunstig vonnis. Bovendien schijnen ze dit zelf tegen Aisha verklaard te hebben. Maar is dit wel hun echte motief?

De typische houding van antiracistische kruisvaarders is om tegen verdachten te zeggen: “Jij verklaart wel dat je X denkt, maar ik zal jou eens zeggen wat jij wérkelijk denkt.” Dit is een bij uitstek totalitaire attitude (ordinaire dictators willen bepalen wat je doet of zegt, totalitaire heersers willen controleren wat je denkt), maar wat mij betreft is het denken vrij en moeten vijanden van de vrijheid zoals Verhofstadt en De Witte alle ruimte krijgen om hun ware aard te etaleren en dit soort perverse redeneringen te ontwikkelen. En dat doen ze dan ook. De rechtvaardiging voor hun “praktijktests” om werkgevers op racistische discriminatie bij aanwervingen te betrappen is precies gebaseerd op de verdenking dat werkgevers kandidaten buiten houden met valse niet-racistische voorwendsels.

Als Aisha haar gelijk niet kan halen met de beschuldiging van discriminatie op politieke gronden, dan kan ze haar ex-werkgevers dus gewoon beschuldigen van racisme. Dat is moeilijk te weerleggen wanneer een kleurling het zegt. Zelfs het feit dat ze haar eerst toch maar in dienst genomen hebben, hoeft hen niet vrij te pleiten: vele mensen worden racist juist tijdens het samenleven met vreemdelingen.

Maar het is toch niet voldoende dat iemand een beschuldiging uit, hij of zij moet daarboven toch ook het bewijs leveren? Het is toch niet aan de beklaagde om de beschuldiging te weerleggen? Ja, dat was zo in de tijd van de rechtsstaat, maar hier gelden andere regels. De omkering van de bewijslast is een centraal element van het hele antidiscriminatiebeleid. De ex-werkgevers van Aisha moeten zich niet beter willen voelen dan al die andere werkgevers die na beschuldiging van racisme zelf hun onschuld moeten bewijzen.

Dat nu ook kleurlingen als racist uit de beschaafde samenleving kunnen buitengesloten worden, want lid van een wegens racisme veroordeelde partij, is in zekere zin een vooruitgang, een herstel van de universaliteit. Het CGKR is er nog niet aan toe om het bestaan van anti-autochtoon racisme bij allochtonen te erkennen (zie De Witte’s recente uitspraak dat de meerderheid per definitie niet het voorwerp van discriminatie kan zijn), maar anti-allochtoon racisme bij allochtonen, dat blijkt nu toch al te bestaan. Nederland was ons hier vóór met de gerechtelijke veroordeling in 1992 van de Pakistani Mohamed Rasoel op grond van “racisme” wegens een islamkritisch boek. Tja, waarom zou een kleurling niet anti-kleurling kunnen zijn? Er zijn alleszins genoeg Vlamingen die anti-Vlaams zijn.

Oh , ironie!

Weer een uitstekend artikel van Koenraad Elst. 

"De tijd van de rechtsstaat" is duidelijk al een tijdje voorbij in den belgique.  Men leeft er nu in een 'geleide' pseudo-democratie onder de culturele orthodoxie van naief-links.  Deze laatste wordt gekenmerkt door extreem moreel-relativisme, sentimentalisme, en naiviteit omtrent de 'buitenwereld'.  

Een rechtsstaat zou zich bezig houden met het bestraffen van 'objectieve' (i.e. empirisch-verifieerbare) strafbare daden, niet met het criminaliseren van subjectieve opinies.  Vorige westerse generaties, die zo hard gevochten en geleden hebben om democratie te kunnen bereiken, die beseften dat men 'democratie' het best kan herkennen aan de feitelijke tolerantie van ideeen-diversiteit of van ideeen-pluralisme.  Daarom hebben zij het vrijmeningsuitingsrecht dan ook allereerst in hun grondwetten gezet.   De misgenaamde 'progressieven' van vandaag hebben een nieuwe vorm van ondemocratisch 'racisme' geschapen, dat gekenmerkt wordt door fysieke rassendiversiteit gekoppeld met uniformiteit-van-denken.   Wat zou meer 'racistisch' kunnen zijn dan (met Jozef de Witte) te denken dat minderheden niet zouden kunnen "discrimeren" in hun gedragingen?  Of wat zou meer 'racistisch' kunnen zijn dan de verwachting dat 'gekleurden' niet ONorthodox zouden kunnen denken, los van de heersende naief-linkse orthodoxie?   De jongste generatie heeft geen 'progressie' gebracht, maar wel 'regressie' naar een princiepslose mentaliteit van ageren op basis van fysieke uitwendigheden als "ras".