De Virtuele Wolven van Monique

De uit België afkomstige doch in Massachusetts levende Misha Defonseca gaat door het leven als holocaustoverlevende. Zij schreef een boek over haar ervaringen, dat in 1997 werd uitgebracht onder de titel: “Misha: a memoire of the holocaust years” (later: “Surviving with wolves”). In hetzelfde jaar verscheen ook een franstalige versie: “Survivre avec les loups”. Hierin leest men hoe zij als zevenjarig kind, nadat haar joodse ouders door de Duitsers werden opgepakt, vanuit België oostwaarts trekt, geleid door een klein kompas doorheen Duitsland, Polen en de Oekraïne zwerft, helemaal alleen op zoek naar haar vader en moeder. Zij passeert langs het getto van Warschau. Op een bepaald moment steekt zij een Duitse soldaat neer. Het merkwaardigste element is ongetwijfeld haar symbiose, gedurende een groot deel van de tijd, met een roedel wolven, waarin zij wordt opgenomen. Net als deze dieren verscheurt zij de rauwe prooi met de tanden, en ze leert ook urineren op wolvenwijze. Afgaande op haar kompas vindt het kind vanuit Oost-Europa tenslotte weer de terugweg naar Brussel.

Misha Defonseca komt na de publicatie in het holocaustsprekerscircuit terecht. Uit een verslag over haar uiteenzetting aan de University of Massachusetts, Dartmouth (11 december 1997):

Whenever silver-haired Misha Defonseca, a 64-year-old Holocaust survivor, sees a dead squirrel in the road, she does not avert her gaze and drive on. She stops her car. Respectfully, she moves the animal's body to the side of the road because animal corpses still remind her of the Holocaust. They remind her of the children's corpses she saw – the exposed entrails, the dislocated joints, the exposed skeletons, stomachs and protruding bones. ‘It was abominable and indescribable. I will never forget this in me,’ she said, recalling the living nightmares that she endured. ‘I will never be able to part with the bloody memory of what I lived through.’
 
Captivated, a capacity audience listened quietly to Ms. Defonseca recall the horrors of the Holocaust, and, ultimately, her odyssey of survival, at UMass Dartmouth on Monday evening.


Photo

Uit een bericht over een toespraak die Misha hield aan de Middle State Tennessee University (MTSU; Holocaust Studies Conference; 13/15 april 2000):

For history revisionists, it’s a far-fetched tale. But for Misha Defonseca and millions of others who experienced the horrors of the Holocaust firsthand, it is an indelible part of their lives.
 
Now a resident of Massachusetts, Holocaust survivor Defonseca, who was adopted by wolves during the four-plus years that she spent roaming Nazi-occupied Europe, was the keynote speaker at MTSU’s fourth bi-annual Holocaust Studies Conference on April 13-15. The weekend-long event was sponsored by the College of Liberal Arts.
 
According to her 1997 book, “Misha: A Memoire of the Holocaust Years,” after Defonseca’s mother and father were taken away during World War II, the then-7-year-old Jewish girl began her travels across 3,000 miles of Nazi-occupied territory.
 
Often near starvation and frequently freezing, Defonseca said she attributes her ultimate survival to the companionship of a pack of wolves that she befriended and cared for on her journey.

 
Men kan duizend-en-één redenen opsommen om aan te tonen dat belangrijke elementen uit het verhaal van Defonseca van A tot Z verzonnen zijn. Detailwerk blijkt evenwel overbodig. Het bestaat gewoon niet dat een kind van zeven jaar, grotendeels in het gezelschap van een troep wolven verkerend, midden in de winter duizenden kilometers door bos en veld trekt, in oorlogsomstandigheden rivieren en bergen oversteekt, het getto van Warschau in en uit loopt, terloops een volwassen soldaat doodsteekt en zich bij dit alles kompasgewijs oriënteert. Iedereen met een minimum aan werkelijkheidszin beseft dat het moet gaan om verzinsel.
 
Niettemin werd het boek gepromoot als een waar gebeurd verhaal. Nobelprijswinnaar Elie Wiesel schreef naar verluid een prijzende blurp die prijkte op de achterflap van de eerste uitgave. De onlangs overleden Raoul Hilberg beschouwde daarentegen het verhaal als ongeloofwaardig. In de pers domineerden zeer sterk de ‘believers’. In de VS werden 5.000 exemplaren van het boek verkocht. Dat was niet schitterend. In Europa werd het werk echter een bestseller. De auteur en haar spookschrijver spanden een proces aan tegen de eerste uitgever, waarbij de rechter niet minder dan 10,8 millioen dollar aan de twee eerstgenoemenden toekende, als hun aandeel in royalties, en als schadevergoeding voor gebrekkige promotie van het boek in de States. Tenslotte verscheen het verhaal van Misha en haar wolven in 17 of 18 talen.
 
Het werd nog beter toen recent ook de verfilming “Surviving with Wolves”/”Survivre avec les loups” werd uitgebracht. De lof was algemeen. Uit de krantenartikelen die de laatste tijd verschenen ter gelegenheid van de lancering, blijkt overduidelijk dat de pers de verzinsels van Misha Defonseca bijna unaniem als waarheid accepteert. Op 23 januari 2008 verschijnt een artikel in de bekende Israëlische krant Haaretz, inclusief een gesprekje met productiedirecteur Vera Belmont. Deze laat weten dat de film expliciet de bedoeling heeft om aan kinderen holocaustopvoeding te verschaffen: “Many films have been written about the Holocaust, but few are directed at children. I always wanted to create a film that would make it possible to expose children to the subject”.
 
Haaretz merkt op, dat sommigen twijfelen aan de authenticiteit van het verhaal. Repliek van Belmont (zelf holocaust-overlevende): “That is exactly like the people who deny the existence of concentration camps. This is a true story. Everything that happened during the Holocaust is unbelievable and impossible to grasp, and people therefore also find it difficult to believe this story”.
 
Belmont herhaalde deze stellingen ook tegenover Le Soir. Bij deze krant, die oorspronkelijk het verhaal als pure waarheid presenteerde (zie verder), gingen op een bepaald moment de ogen open. In een kritisch artikel (Survivre avec les loups? 22 februari 2008) laat het blad haar aan het woord. Belmont over haar bedoeling, om kinderen holocaust-opvoeding te verstrekken: “J’ai commenté le film avec des enfants arabes. ‘Alors, les juifs ne sont pas si mauvais’, me disent-ils. C’est gagné, non?
 
Over de betwistingen: “J’ai vu ses jambes violacées, ses pieds déformés. J’y crois complètement [...] Tout ce qu’on vous raconte sur cette époque, croyez-le: ce qui s’est passé dépasse l’imagination”. Wat deze verwijzing door Belmont naar de gehavende benen en voeten van Misha betreft merkte Le Soir op dat het om een ouderdomsziekte moet gaan, en niet om de nefaste gevolgen van haar jeugdig exploot. Er zijn immers foto’s bekend van het vermeende holocaustslachtoffer als jonge vrouw, en daarop blijken haar benen volkomen normaal te zijn. Le Soir meldt ook dat Misha Defonseca een Belgische advocaat heeft benaderd om de beschuldigingen tegen te gaan dat haar verhaal verzonnen is. De naam van deze (dure) advocaat? Marc Uyttendaele.
 
Het is zonder meer hallucinant om te zien hoe, ter gelegenheid van het uitbrengen van de film, in alle mogelijke kranten het verhaal van Misha Defonseca als strikte realiteit werd voorgesteld. Le Figaro bijvoorbeeld, brengt op 15 januari 2008 een artikel L’incroyable histoire vraie d’une rescapée de la Shoah, inclusief een gesprek met Misha Defonseca, die aan de journalist ondermeer het kompasje toont met behulp waarvan zij haar Europese rondreis zou hebben voltrokken. Verklaart de ‘holocaust-overlevende’:

Lorsque je suis partie sur les routes, j’avais l’espoir que j’allais retrouver mes parents et qu’ils seraient fiers de moi. J’ai ensuite poursuivi mon chemin pour ne pas les trahir. J’étais une révoltée, détestant l’injustice. Je n’ai jamais porté l’étoile jaune. Sans ce caractère insoumis, je n’aurais probablement pas pu aller au bout de ce voyage.

 
Le Monde (‘Survivre avec les loups’: raconter la Shoah aux enfants, 15 januari 2008):

En 1942, une petite juive de 8 ans parcourt l’Europe nazie à pied, à la recherche de ses parents embarqués dans une rafle. Pendant trois ans, elle mène la vie d'un enfant sauvage, intégrant une meute de loups. L’adaptation du récit autobiographique de Misha Defonseca dépasse la simple illustration pour suggérer l'inhumanité des hommes et les horreurs de la Shoah. L'histoire est authentique. Elle a été racontée par Misha Defonseca, dans un livre traduit en dix-sept langues.

 
De Belgische krant Le Soir (Survivre avec les hommes. Rencontre avec l’héroïne de ‘Survivre avec les loups’, 10 februari 2007) laat ook de joods-Belgisch-Amerikaanse heldin aan het woord: “Le message de ce film est avant tout un message de courage, de ténacité. Je trouve qu’en général, les gens s’arrêtent trop vite sans savoir ce dont ils sont réellement capables. Je tiens aussi à insister sur le regard que porte mon livre sur la guerre, et qui apparaît moins dans le film. Il est essentiel de rejeter les extrémismes”. Misha laat hier weten dat ze af en toe haar echtgenoot heeft gebeten; vermoedelijk een gevolg van haar verblijf bij de wolven.
 
La Voix du Nord (16 januari 2008) schrijft:

Une nouvelle exploration du mythe des enfants élevés par des loups, à l’instar de Romulus et Remus. Sauf qu’ici, le scénario est tiré d’une histoire vraie! Une petite fille de huit ans parcourt l’Europe nazie à la recherche de ses parents. Elle s’appelle Misha. Elle est juive. Son père et sa mère viennent d’être déportés. Elle ne sait qu’une seule chose : ils sont à l’est. À l’aide d’une simple petite boussole, elle quitte sa Belgique natale et rejoint l’Ukraine à pied, traversant l’Allemagne et la Pologne, dans l’espoir de les retrouver. Pour survivre, elle vole de la nourriture et des vêtements. Pour survivre, elle évite les hommes et leur violence. Pour survivre, elle intègre également une meute de loups. Et devient l’une des leurs. On se doute évidemment de la morale : l’homme est un loup pour l’homme tandis que les animaux savent faire montre d’humanité.

 
Kan het nog dwazer? Welzeker, Le Figaro (vrouwenbijlage ‘Madame’) schrijft:

C’est l’histoire vraie d’une petite fille en pleurs dans un monde en guerre. Et c’est cette authenticité qui nous fait accepter le mélodrame, l’horreur des hommes et l’amitié des bêtes. Dans l’Europe de la dernière guerre, déchirée et jalonnée de dangers, la petite Misha prend des allures de Petit Poucet parti à la recherche de ses parents ou de Petit Chaperon Rouge qui inverserait son aventure en se réfugiant auprès des loups pour échapper aux nazis. Et c’est bien ainsi que le film peut se lire: le mauvais conte de fées d’une enfant trop adulte qui pour fuir un danger va en apprivoiser un autre.

 
Of de commentaar in Le Nouvel Observateur (10/16 januari 2008):

Le loup est un éducateur rude, mais avisé. Il vous élève dans la prudence, le partage, une certaine tendresse et une fondamentale terreur pour la bête à deux jambes. Misha Defonseca a fait littéralement ses humanités à leur école. Petite juive, elle a parcouru à 8 ans, en pleine Seconde Guerre mondiale, trois mille kilomètres à pied, dont un tiers en leur compagnie, pour retrouver ses parents, emmenés de Bruxelles à Auschwitz par les nazis [...] Misha suit son mari en Amérique, nation qu'elle déteste aujourd'hui, mais qu'elle habite toujours comme pour expier l'excès de liberté dont elle a joui en contrepartie de ses épreuves. Elle commence, très tard (il s'est passé près de trente ans), à oser raconter ce qu'elle avait vécu. On lui a demandé d'en faire des conférences, puis on a publié son récit. Or, pendant qu'elle menait sa vie de loup à travers l'Europe, vivait, mal, à Paris, une petite fille juive qui refusait de porter l'étoile jaune, mais par discrétion: on lui avait appris à ne pas se faire remarquer. Pour le reste, l'histoire est la même. Rafles, Auschwitz, parents morts. ‘J'avais toujours voulu parler de la Shoah, dit Véra Belmont, productrice et metteur en scène, mais il me manquait un biais, un prétexte. C'est alors que j'ai lu ‘Survivre avec les loups’. Cette histoire magnifiait tout ce que je voulais dire. C'était le moyen de chanter la rage d'exister, cette force de résistance incroyable qui caractérise à mes yeux l'âme juive’.

 
De waarheid brak door begin 2008. Twee personen speelden hierbij een doorslaggevende rol. Vooreerst Serge Aroles, een chirurg die een boek schreef over ‘wolvenkinderen’ en dusdoende ook in aanraking kwam met het verhaal van Misha Defonseca. Aroles ontdekte dat de (nog steeds opduikende) verhalen over door wolven geadopteerde kinderen voor het allergrootste gedeelte verzonnen zijn. Maar de details die Misha Defonseca verstrekt slaan volgens hem toch alles:

L’exubérante fiction de Misha Defonseca reprend tous les habituels clichés surréalistes, que la science et les archives ont détruit sans recours chaque fois que j’ai enquêté sur un cas d’enfant-loup: - cette fillette partage la vie d’une meute (6 adultes, 4 louveteaux), car elle se fait des compagnons lupins en modulant le hurlement du loup; - ses dents (de 9 ans), oui, ses dents, non ses mains, déchirent la peau d’un lièvre et croquent les os du gibier (essayez donc, fût-ce même avec des dents d’adultes); - sa langue lape l’eau avec efficience (là encore, essayez donc); - elle apaise les loups mâles menaçants en se jetant “aussitôt sur le dos” et en geignant “comme les louveteaux”; - ses blessures guérissent par la vertu de la salive (à la vérité : surinfectée !) de toute la meute venue lécher ses meurtrissures, etc., etc., etc.
 
Mais il est deux inventions de Misha Defonseca dont la démesure est inégalée; deux fables que je n’ai jamais rencontrées dans un historique de sept siècles (1304 - 1954):
 
- 1) lors d’un “jour exceptionnel”, tous les loups de la meute partent chasser en lui laissant la garde des louveteaux, dont l’un même est blessé, ce qui, selon l’auteur, témoigne de la haute considération qu’ils avaient pour elle... ;
 
- 2) “Survivre avec les loups”, page 162, édition de 1997: lorsque, désormais membre de la meute, la fillette s’enhardit à faire pipi en levant la patte, elle se fait “disputer” par la louve dominante, qui lui “intime l’ordre de continuer à s’accroupir comme les autres femelles” pour faire pipi. “

 
Aroles verrichtte ook enig historisch onderzoek in verband met de persoon van Misha Defonseca. Hij ontdekte dat niemand op de lijst van uit België gedeporteerde joden overeen kon komen met de namen die Misha voor haar ouders opgaf. Hij had ook, reeds jaren geleden, vastgesteld dat het verhaal van Misha chronologisch incompatibel was met het feit dat de deportaties van de Belgische joden pas begonnen in de zomer van 1942 (en niet in de lente van 1941 zoals in het boek wordt gesteld). Ook een reeks andere zaken klopten niet, zodat Serge Aroles de zaak liet voor wat ze was: “devant de telles évidences, je n’avais plus porté intérêt à cette fable démesurée [...] J’ignorais alors que cette affabulation serait traduite en 18 languages, vendue à des millions d’exemplaires, serait le sujet d’un film dont tous les grands médias nous certifieraient l’authenticité, et que l’on m’accuserait de nier le souffrance du peuple juif [...] cette histoire de filette adoptée par une meute de dix loups (6 adultes et 4 louveteaux) restera l’un des monuments de la crédulité de ces dernières décennies”. Pas toen hij over de film hoorde, oordeelde hij het ogenblik gekomen om de stem te verheffen.
 
Verder was er dan Jane Daniel, de gewezen uitgeefster van Misha Defonseca, die ondermeer de echte naam van Misha ontdekte: Monique De Wael.
 
Verschillende media hebben daarna de steven gewend. Vooreerst Le Soir (reeds vermeld), ondermeer met een artikel Le vrai dossier de ‘Misha’ (23 februari 2008). Misha Defonseca is in werkelijkheid Monique Dewael, geboren in Etterbeek op 2 september 1937, dochter van Robert Dewael en Joséphine Donvil. Haar beide ouders, niet joods doch wel weerstanders, werden gedeporteerd op 23 september 1941 en zijn niet levend uit de handen van de Duitsers gekomen. Er zijn van Monique Dewael als kind ondertussen allerlei foto’s en schoolrapporten opgedoken. Alles wat in het boek staat en in de film voor waarheid wordt verkocht, is compleet uit de duim gezogen. Niet alleen dat: het zijn nog doorzichtige verzinsels ook. En toch hebben zg. kwaliteitskranten deze onzin massaal voor waarheid verkocht.
 
Een merkwaardig bericht verscheen in La Meuse (25 februari 2008). Hier worden ondermeer de ervaringen gerapporteerd van een jeugdvriendin (een zekere Fernande) van Monique De Wael, die met stijgende verbazing de esbattementen in de pers volgde:

J’avais 13 ans quand on s’est rencontrées au début des années 50. Monique avait 4 ans de plus que moi, et on était voisines. Elle habitait au 69a de la rue Dr Jacobs, à Anderlecht, chez son grand-père, un homme merveilleux, qui n’a rien à voir avec la famille d’accueil dont elle parle. On se voyait après 16h pour jouer aux cartes ou jouer dans son jardin, car elle avait une balançoire. Elle venait d’une excellente famille et habitait d’ailleurs la plus belle maison de la rue! Monique a toujours été ‘spéciale’. Elle voulait briller partout où elle allait. Le pouvoir, l’argent et la gloire, c’est tout ce qui l’intéressait. En 1997, j’ai appelé les éditions Laffont pour les prévenir du mensonge, mais ils ne m’ont pas écoutée. Avec Alice, une amie commune, nous avons contacté ‘Elle’, qui avait fait un article à son sujet. Ils nous ont répondu par courrier qu’on était “jalouses de sa réussite”. J’ai encore prévenu Michel Boufflioux, Mireille Dumas et d’autres médias qui l’avait interviewée. Sans réponse. Quand Monique est passée à la RTBF il y a quelques mois, je les ai appelés aussi. On m’a demandé de ne pas jouer avec ces choses-là. “Il ne faut pas rire avec le malheur de cette femme”, m’a-t-on dit. Je ne comprends pas comme elle a pu faire avaler cette histoire à tant de monde.

 
Indien deze berichten van Fernande kloppen, moet het besluit luiden dat de pers van onze heersende kaste niet zomaar gekenmerkt wordt door simpele dwaasheid. Het gaat dan tot op zekere hoogte toch wel om welbewuste leugenachtigheid, vermits dringende alarmsignalen worden afgeweerd.
 
Uit het psychedelische wedervaren van Misha-alias-Monique kan een algemene les worden gepuurd. Deze vrouw bracht een verzonnen, en compleet fantastisch en absurd verhaal. Toch werd zij, ondanks een aantal kritische stemmen, op zeer grote schaal achternagelopen: iedereen kan zich hiervan al surfend een beeld vormen. De Europese pers heeft de malligheden van Monique De Wael bijna unaniem als volkomen geloofwaardig voorgesteld. Dit betekent dat in de perswereld het waarheidsgevoel bijzonder dun is gezaaid: men schrijft gewoon van elkaar af, en men herhaalt eindeloos de grofste zottigheden, als die maar passen in het een of andere politiek-correcte kraam. Misha-alias-Monique is uiteindelijk toch door het ijs gezakt omdat haar identiteit werd ontmaskerd en omdat haar verhaal al te extravagant was. De cruciale elementen werden op het internet gepubliceerd door journalistieke leken en pas daarna kozen bepaalde media eieren voor hun geld, kwestie van de schade te beperken.
 
Wat echter met andere berichten of verslagen op alle mogelijke andere domeinen die even compleet verzonnen zijn, maar die minder opvallend fantastische elementen bevatten en afkomstig zijn van personen, waarvan de persoonlijke gegevens niet op een even frontale manier met het geserveerde bericht in tegenspraak blijken? Het is onmogelijk om, enkel betrouwende op de autoriteit van de pers, valse berichten te onderscheiden van waarachtige meldingen. Men kan, afgaande op de Defonseca-deconfiture, a fortiori verwachten dat andere valse berichten en verklaringen, die een of andere politiek-correcte agenda dienen doch niet beladen zijn met de zwakheden van Monique’s verhaal, als volkomen geloofwaardig zullen voorgesteld worden.
 
Er wordt gelogen, niet omdat journalisten welbewuste leugenaars zouden zijn, maar wel omdat de meeste leden van dit gild met een inadequate en misvormde werkelijkheidszin zijn uitgerust. Vermoedelijk worden zij ook op basis van die eigenschap geselecteerd: wie niet voldoende ‘vooruitstrevend’ of ‘sociaalvoelend’ of multicultureel correct is, zal zijn kansen in de mediawereld snel zien verbleken. De mediaconsument doet er dus goed aan om alle ‘agendagevoelige’ nieuwsberichten met grote achterdocht te bekijken.

Zonder schandaal, een mooi verhaal

Het is spijtig dat wij zullen nu blijven spreken over wat niet waar is omdat op zijn eigen is het een echt goede verhaal.  Als fictieboek heeft het waarschijnlijk ook zo goed gedaan. 

 

Lord, grant me the strength to change the things I can;

the serenity to deal with the things I cannot change;

and the wisdom to know the difference.

Sprookjesverhalen

Een titel als "Rik, Marcel, Monique , Wouter et les autres" zou misschien niet misstaan op de kaft van een modern verzameld sprookjesboek.  De betere sprookjes beginnen meestal met : "Er was eens..."

Een voorbeeld voor wat Wouter betreft : "Er was eens een zwarte schepen in Sint-Niklaas..."

 

weer "een detail" vergeten. Misschien wat beter onderzoeken?

Is het nu toevallig dat de naam van (de joodse) Maxime Steinberg en een van de beste specialisten van de Shoah in België niet voorkomt in het document van M. Verhulst.

Het is nochtans Steinberg die van zodra de echte naam bekend was die het onderzoekswerk geleverd heeft dat ze niet van Joodse afkomst was, dat haar ouders niet op de lijsten stonden enz. Na zijn artikel in Regards werd die informatie overgenomen door de kranten.

Misschien had M. Verhulst die toch zo veel kritiek heeft op anderen ivm onderzoekswerk beter zelf wat verder gezocht om het krediet van deze ontdekking aan de juiste persoon toe te schrijven.

Dit alles belet niet dat het een zeer mooi boek en een zeer mooie film is die beter als fictie had vorogesteld worden vanaf het begin.

waar de media wel al meer dan 7 jaar over zwijgt!

Is de zaak Mohammed Al Dura waarvoor nu in alle stilte een proces loopt in Parijs. Misschien zou M. Verhulst die toch zou problemen heeft met de media, zoals ik zelf ook, eens beter daar zijn tanden in zetten.

Meer over de zaak op deze site
http://www.seconddraft.org/

en op
http://lezersbrieven.files.wordpress.com/2007/11/08-savasorda.pdf
http://lezersbrieven.files.wordpress.com/2008/01/11-savasorda.pdf
beide verschenen in zijn geliefd Joods Actueel.

Verwante dossiers

Le Soir besteedt aan de zaak Defonseca-De Wael het hoofdartikel op p.1, en de volledige pagina's 2 en 3, behalve dan dat op p.3 ook een kadertje staat over ... Kalmann, onder de titel: "A Bruges, l'acte antisémite n'en était pas une". De krant groepeert blijkbaar verwante dossiers, wat ik zeer verstandig vind. Ik citeer: "... il a été établi que Kalmann n'est ni professeur ni américain, qu'il a déjà fait la une des médias aux Pays-bas avec des récits tout aussi imaginaires, qu'il ne s'est jamais fait sortir du Panier d'Or où il n'a eu qu'une discussion sur le prix de son café (6,5 euros)".

We noteren dat op de bijlage van het PV, door Joods Actueel gebruikt om te bewijzen dat Kalmann in Auschwitz geboren is, ook de Amerikaanse nationaliteit staat opgegeven, wat door de Brugse burgemeester (blijkbaar op basis van in Nederland ingewonnen inlichtingen) radicaal wordt tegengesproken. Ofwel zitten burgemeester Moenaert en zijn bronnen ernaast, ofwel zijn de identiteitsgegevens op genoemde bijlage compleet onbetrouwbaar (waarschijnlijk omdat ze gewoon Kalmanns verklaring weerspiegelen, zonder verdere validatie).

Ook het professoraat van Kalmann wordt ondubbelzinnig ontkend. Dit is het ogenblik, dunkt me, voor Joods Actueel om uit te pakken met de bewijzen die ze beweren te hebben voor het tegendeel.

Mooi voorbeeld

Volledige bekentenissen van Monique De Wael in Le Soir vandaag.
Dat ging snel.
Mooi voorbeeld voor Marc(el) Mordechaï Kalmann.

Schitterend

Koenraad Elst is terug-van-even-weggeweest en hoe! Schitterende journalistiek. Men merkt dat men hier - net als bij Verhulst en niet als bij de meeste journalisten - te maken heeft met iemand met een wetenschappelijke geest.

Remmery

Het hele artikel door zit ik maar aan Remmery te denken. En bij het lezen van de laatste 2 paragrafen krijg ik zowaar de indruk dat ik niet de enige ben ... (?)