Peilingen La Libre Belgique-De Standaard/VRT Tegenstrijdig
From the desk of Filip van Laenen on Fri, 2008-06-27 21:53
Deze avond publiceerden De Standaard en de VRT de resultaten van een peiling, de derde al deze maand na die van Het Laatste Nieuws en La Libre Belgique. Opvallend is dat de resultaten van deze peiling voor de grote partijen niet gelijklopend zijn met die van La Libre Belgique. Wat moeten we daarvan denken?
Traditioneel wordt de peiling van La Libre Belgique beschouwd als de meer betrouwbare, maar bij de laatste twee verkiezingen bleken de peilingen van De Standaard/VRT dichter bij de uiteindelijke verkiezingsresultaten te zitten. Geen van de twee kan uiteraard enige garanties geven dat ze vandaag de meest betrouwbare is, en dus moet de lezer zelf maar een oordeel vellen. Even de resultaten van de twee laatste peilingen naast mekaar leggen is hoe dan ook een interessante oefening.
Beginnen we met de grote Vlaamse partijen, want het is daar dat de twee peilers duidelijk van mening verschillen. «Leterme gaat kopje-onder», pakt De Standaard uit, maar is dat werkelijk zo? Het Vlaams Kartel gaat vergeleken met de verkiezingen en de vorige peiling inderdaad significant achteruit, maar de peiling van La Libre Belgique minder dan twee weken geleden merkte daar niets van en gaf nog een status quo aan voor Yves Leterme en zijn kartel. Gaan we verder terug in de tijd duikt het laatste peilingsresultaat van Le Soir/RTBf op, dat niet zo ver uit de buurt van het resultaat van De Standaard/VRT van vandaag zit, en geen van de laatste vier peilingen geeft het kartel een winst. Het is duidelijk dat CD&V-N-VA op dit ogenblik de wind niet in de zeilen heeft, maar of de toestand echt zo ernstig als De Standaard wil laten uitschuinen is toch maar zeer de vraag.
Een belangrijkere vraag is misschien wat het effect van deze uitslag zal zijn op de CD&V en de N-VA, en daarmee ook de Heptapus-onderhandelingen die op dit ogenblik aan de gang zijn. Zal het Kartel door deze slechte peiling haar standpunt verstrakken, met eventueel de val van de federale regering tot gevolg, of zal ze er eerder voor zorgen dat het Kartel meer bereid zal zijn toegevingen te doen om Yves Leterme in het zadel te houden en verkiezingen te vermijden?
Kijken we vervolgens naar de tweede Vlaamse partij, het Vlaams Belang. Die partij doet het al langer slecht in de peilingen, maar lijkt zich nu te stabiliseren. Ook hier is er een meningsverschil tussen De Standaard/VRT en La Libre Belgique, maar niet zo uitgesproken. Voor de Open Vld is het verschil wel groot, groter zelfs dan voor het Vlaams Kartel: De Standaard/VRT geeft de partij een lichte winst (bijna-significant verschil), terwijl La Libre Belgique de partij nog een klein verlies gaf (eveneens een bijna-significant verschil). Waar er uiteindelijk weinig twijfel over lijkt te bestaan dat zowel het Vlaams Kartel als het Vlaams Belang vandaag tegen negatieve cijfers moeten aankijken, is het dus zeer de vraag of de Open Vld nu goed bezig is en op winst staat, dan wel zich zorgen dient te maken omdat het op verlies staat. Gemiddeld staat de partij op een status quo, en misschien is dat nog het enige verstandige dat op dit ogenblik over die partij gezegd kan worden.
De eerste formatie waarover de meningen onder de peilers wel gelijk lopen is overigens het kartel sp.a-Vl.Pro: een status quo, al kan dat voor die formatie na de historische nederlaag van 2007 bezwaarlijk positief nieuws genoemd worden.
Twee andere partijen waarover er eensgezindheid bestaat zijn Lijst Dedecker en Groen!. Lijst Dedecker staat op stevige winst, en komt voor het eerst met een ruime marge boven de drempel van de tien procent uit. Voor die partij is de vraag al lang niet meer óf ze winst zal maken, maar hoeveel. Een positie waar men op dit ogenblik bij Groen! alleen maar kan van dromen, want de partij blijft ter plaatse trappelen op een oncomfortabel kleine afstand van de kiesdrempel.
Tot slot de resultatan van La Libre Belgique voor de Franstalige partijen. MR en PS zijn op dit ogenblik in een duel verwikkeld om zich de grootste Franstalige partij te kunnen noemen. MR lijkt het voorlopig nog te halen, maar kalft langzaam af tegenover de PS die zich aan het stabiliseren is. Hier past misschien wel de bedenking bij dat de peilers vlak voor de laatste verkiezingen de plank fameus missloegen toen ze MR vijf procent onder de PS plaatsten: op de verkiezingsavond bleek de situatie immers precies omgekeerd te zijn.
CdH zit in de peilingen in een stijgende lijn, en dat verklaart meteen ook waarom Joëlle Milquet dezer dagen zo zelfverzekerd kan optreden. Ook hier past misschien toch even een kleine terugkoppeling naar 2007, want de peilers overschatten de aanhang van de cdH gemiddeld met meer dan twee procent. Verder Ecolo zit in een stijgende lijn – of dient men dit eerder een correctie van de peilers tegenover de laatste verkiezingen te noemen? Het verschil tussen cdH en Ecolo is bij alle peilers voorlopig nog meer dan een foutenmarge groot: over de rangorde van de twee partijen kan er voorlopig dus weinig twijfel heersen.
En dan het Front National nog, dat nog steeds moet vechten met de kiesdrempel. Op dit ogenblik lijkt de partij zich wat te stabiliseren, net boven die kiesdrempel, in een positie die nog minder comfortabel is dan die van Groen! in Vlaanderen. De meest dramatische peilingen lijken echter voor het Front National voorlopig weer even achter de rug, wat voor de partij misschien toch een magere troost kan zijn.
Bijlage: Alle Vlaamse en Franstalige peilingen sedert 2006 (PDF)
Attachment | Size |
---|---|
p20080627.pdf | 257.38 KB |
Wat is 'significant'?
Submitted by Jos Verhulst on Sat, 2008-06-28 00:51.
Een eeuwig probleem met deze peilingen is de betekenis van de term 'significant'. Ik geloof dat men meestal het volgende doet om de 'onzekerheidsmarges' te berekenen: men neemt als basis het product van het aantal respondenten, met het voorspelde deel stemmers voor partij X en met het voorspelde deel niet-stemmers voor partij X (beide uitgedrukt als een getal tussen 0 en 1); hiervan neemt men de vierkantswortel; en dat wordt dan vermenigvuldigd met 1,96. Dat getal uitgedrukt als procent van het totaal aantal respondenten, is dan de 5%-onzekerheidsmarge. Er zijn echter twee problemen. (1) Bij de bespreking van de resultaten heeft men het nooit over één partij, doch over pakweg zes partijen. De kans dat men er voor één of meer van die zes naastzit, is dan natuurlijk groter dan 5%. Indien men het over zes partijen heeft, zou men eigenlijk voor de individuele partijen de 1%-marge moeten nemen om voor het geheel van de beschouwing binnen de 5%-grens te blijven; (2) de peilers kunnen hun resultaten a posteriori nog 'corrigeren'. Ik schat dat men door deze twee factoren de onzekerheidsmarges ongeveer zou moeten verdubbelen.