Van Gogh Is Dood, Tel Uit Je Winst
From the desk of Koenraad Elst on Wed, 2005-11-02 16:40
Een jaar na de moord op Theo van Gogh moeten we vaststellen dat de islam hieraan een goede zaak gedaan heeft. Islamcritici hebben iets meer adem- en spreekruimte gekregen, maar de machtsverhoudingen in het Nederlandse opinielandschap zijn niet fundamenteel gewijzigd. Geert Mak heeft het er als woordvoerder van de opiniehegemonen nog eens duidelijk ingehamerd: van Gogh was een foute kerel en de moslims zijn een zielige slachtoffergroep. Wie op een enquêtevraag over de islam negatief antwoordt, vindt zichzelf in het eindresultaat nog steeds geklasseerd als “xenofoob”, of nieuwerwets als “islamofoob”. Dit laatste neologisme, reeds geconsacreerd door ondermeer Kofi Annan en Karel De Gucht, is een cruciale overwinning voor de islam, een criminalisering van islamkritiek.
Als er al machtsverschuivingen te noteren vallen, dan ten gunste van de islam. Bijna veertig jaar na het mislukte proces wegens godslastering tegen Gerard Reve omwille van zijn gore ezelsbeeldspraak over Jahweh, stelde justitieminister Donner warempel voor om het verbod op godslastering nieuw leven in te blazen, nu ten gunste van Allah en Zijn profeet. Christelijke groeperingen die voor de islam niet willen onderdoen, grijpen nu terug naar repressieve eisen die de voorbije decennia ondenkbaar geworden waren, bv. een verbod op de pro-atheïstische TV-serie God Bestaat Niet. En de libertariërs die wel tegen de islamitische arrogantie willen optreden, vinden er niet beter op dan, kwestie van consequent zijn, eerst en vooral maatregelen tegen de Staatkundig Gereformeerde Partij te eisen. Goed, de streng-protestantse SGP is een relikwie van een premodern stadium in Nederlands geschiedenis, maar juist daarom heeft ze bestaansrecht. Als niet-gewelddadige en oer-Hollandse, a priori “geïntegreerde” levensbeschouwelijke stroming hoeft zij helemaal niet onderworpen te worden aan gebeurlijke beperkingen die we aan de agressieve islam opleggen.
In het Verenigd Koninkrijk is de pro-islamitische gekte helemaal los. De bomaanslagen van 7 juli 2005 op het Londense openbaar vervoer, met 55 doden tot gevolg, hebben geen einde gemaakt aan het taboe op islamkritiek, wel integendeel. Londens politiechef Ian Blair (geen familie, wel papegaai, van Tony) sloot uit dat de aanslagen een geval waren van “islamitische terreur”, want “islam en terreur zijn onverenigbaar”. Talloze politici en opinieleiders haastten zich om ons te verzekeren dat de meeste moslims vredelievend zijn, dat de islam zelf alle terreur afkeurt, en dat onze solidariteit nu vooral naar de “belegerde” moslimgemeenschap moet uitgaan. Stel je eens voor dat neonazi’s een aanslag plegen en dat de politici daags nadien op de foto gaan met neonazileiders en hun verzekeren dat “de meeste neonazi’s natuurlijk geen aanslagen plegen”, dat “die ene daad van enkele misleide jongelui uit begrijpelijke frustratie over de bestaande vooroordelen en uitsluiting voortgekomen is”, en dat wij allen daaraan kunnen verhelpen door “meer begrip aan te kweken voor het neonazisme” en het wat subsidies toe te stoppen. Met elke bomaanslag krijgt de islam een nadrukkelijk positievere pers en een betere onderhandelingspositie.
De Britse regering toont grote vastberadenheid met haar voorstel om elke vermeende belediging van de islam en de moslimgemeenschap strafbaar te stellen. Toen het Hogerhuis dit een eerste maal afkeurde, nam de Labourpartij het prominent in haar verkiezingsprogramma op om de moslimkiezers aan zich te binden. De privé-sector haast zich al even hard om de moslimgevoeligheden te ontzien. Spaarvarkens in de reclame van banken, zwijnpersonages in beeldverhalen en kleutersprookjes, varkensvlees op het menu van scholen en gevangenissen: zij moeten er allemaal aan geloven, want men gaat ervan uit dat de gemiddelde moslim-roer-me-niet een toeval krijgt bij de loutere aanblik van dit onreine dier.
Ook de media spelen hierin een rol, maar dit keer zou ik op hun schuld willen afdingen. Mensen die zich via lezersbrieven opwinden over deze pro-islamgekte, schijnen allemaal te denken dat linkse media geen islamkritiek dulden, ook niet in de vorm van satire en cartoons. Met de effecten van linkse opiniecontrole en het taboe op islamkritiek heb ik enige persoonlijke ervaring, en ik moet hen tegenspreken. Voor het Verenigd Koninkrijk of Nederland hebben zij enigermate gelijk (geen gedurfder witwassing van moslimmisdaden dan in de linkse krant The Guardian), maar in eigen land ziet het prentje er heel anders uit.
Van sinds de Rushdie-affaire in 1989 heb ik geen enkele cartoonist zulke gewaagde en geslaagde grappen over de islam weten maken als Zak in De Morgen. Zak tekent voor ettelijke tientallen islamgrollen die in de ex-katholieke media als Het Volk of De Standaard, of in kerkmedia als Kerk en Leven, nooit zouden kunnen. Deze laatste zijn immers slechts meelopers in de zogenaamde politieke correctheid, en zij doen er nog flink hun best voor. Wie echter de PC-dans leidt, kan zichzelf wel eens een escapade veroorloven, al was het maar om te laten voelen wie hier de grenzen bepaalt. Daarom ook dat het geen gedoodverfd rechtse hoofdredacteur was die als eerste durfde uithalen naar de “k-tmarrokaantjes”, maar wel Yves Desmet. Ook uit Humo herinner ik me wel wat gore Kamagurka-cartoons over burqa’s en kamelendrijvers. Idem voor VRT-humoristen als Geert Hoste en de Rechtvaardige (maar nauwelijks rechtse) Rechters, die zich regelmatig aan grappen over moslims en hun cultuur wagen. Het weinige wat er aan rechtse pers bestaat, doet het alleszins niet gedurfder; de enige noemenswaardige pogingen vind je soms eens in Père Ubu.
Deze vaststelling betreffende de cartoons geldt trouwens ook voor de ernstige rubrieken. De linkse pers zal andersdenkenden met islamkritiek wel voor “racist” en “islamofoob” uitschelden, maar zij behoudt zichzelf mooi het recht voor om onverbloemd de islam te hekelen. Niet te verwonderen dat het VB zijn argumentaties tegen islam of moslims vaak stoffeert met feiten die in de linkse pers gerapporteerd zijn, bv. Humo-reportages over djihaad-netwerken in België, of de in De Morgen breed uitgemeten stellingnames van Mimount Bousakla tegen de Moslimraad of het pleidooi van Karel van Miert tegen de Turkse EU-toetreding op VRT-Terzake. Krasse pro-islamitische partijdigheid komt daar alleen om het hoekje kijken wanneer het over rechtstreekse confrontaties tussen islam en “extreemrechts” (altijd de prioritaire vijand) gaat, of in de rituele Europese zelfkastijding tijdens gefabuleerde “historische” uitweidingen over Al-Andaloes en de Kruistochten.
Wat de “linkse VRT” betreft: ik vind niet dat Phara de Aguirre zoveel minder stout is in haar verhoor van islamitische dan van christelijke woordvoerders. In de berichtgeving over het Midden-Oosten of over de terreurnetwerken in Europa is mij de jongste jaren niet opgevallen dat de VRT daar ontluisterende feiten over de islam wegmoffelt. De duiding door Rudi Vranckx, Mark Ooms en Jef Lambrecht behoort in het internationaal medialandschap tot de absolute topklasse qua degelijkheid en zeker ook qua onpartijdigheid. De BBC beschikt natuurlijk over een veel groter netwerk van correspondenten ter plaatse, maar haar analyses zijn zeker niet diepgaander en ze neemt het veel minder nauw met de objectiviteitsregels.
Moslims klagen graag en veel over negatieve beeldvorming door de media, maar recent onderzoek door Maarten Hajer en Justus Uitermark van de Universiteit van Amsterdam heeft nogmaals bevestigd dat de media helemaal geen blijk geven van een anti-moslimhouding, integendeel; en dat de moord op Theo van Gogh ook geen neerwaartse knik in de beeldvorming over de islam veroorzaakt heeft. Toch zal de onbevangen mediaconsument aan de berichtgeving een negatief beeld van de islam overhouden, maar dat heeft niets met de duiding te maken. De feiten zijn nu eenmaal sprekend genoeg, en de nieuwsgaarders geven slechts door wat op hun telex binnenkomt: bomaanslagen van Madrid tot Delhi, rellen in de Parijse voorsteden, Turkse eremoorden in Rotterdam of Berlijn, onthoofdingen van christelijke schoolmeisjes in Indonesië, guerrilla’s in zuidelijk Thailand en Mindanao, groepsverkrachtingen van Deense of Australische meisjes, haatpredikingen in Londense moskeeën. Dat is geen kwestie van sympathiserende of vijandige duiding, en evenmin van links of rechts, maar van feiten; en die zijn sterker dan de burgemeester van Mekka.
Maar als al die trendy nieuwsmakers zo onbevangen en kritisch over de islam berichten, waarom worden zij dan niet ritueel gekeeld zoals Theo van Gogh? Het antwoord luidt dat de islam een ajuin is met verschillende lagen van gevoeligheid. Je kan de draak steken met de ayatollahs of met Osama bin Laden, je kan de al te menselijke moslims van vandaag best al eens hekelen, maar blijf uit de buurt van de heilige kern. En ook daarbinnen is er nog onderscheid. Zoals een Perzisch spreekwoord zegt: “Ba Chodah diwana basj o ba Mohammed hosjiar!” Je mag je vrolijk maken over God, maar wees voorzichtig met Mohammed! En dus ook met de Koran, de vermeende goddelijke openbaring via de Profeet. Theo van Gogh heeft die lijn in zijn film Submission overschreden, en we kennen het gevolg.
Dat Zak of Monty Python wel grappen maken over Jezus aan het kruis en niet over Mohammed, ligt niet aan een pro-islamitisch complot, maar gewoon aan het feit dat noch de humoristen noch hun publiek iets afweten van het leven van de Profeet, daar waar elke Westerse atheïst nog wel de anekdotes over de bruiloft van Kana of het Laatste Avondmaal kent en herkent. Tot bewijs van het tegendeel ga ik ervan uit dat zij best bereid zouden zijn tot grappen over Mohammed. Wel zullen ze mogelijks snel terugkrabbelen zodra ze de reactie zien. Enkele Deense cartoonisten hebben zich zopas aan een schets van Mohammed gewaagd, niet eens bijzonder satirisch, en ze zijn meteen moeten onderduiken.
Misschien waren zij onwetend, misschien vermetel, maar feit is dat je van en om de islam inderdaad niet mag lachen. Goed, er bestaat wel wat milde, door wijn benevelde glimlachpoëzie van moslimdichters als Omar Chajjam, maar elke insider weet dat dit een soort crypto-protestsongs tegen de islam waren. Mijn Marokkaanse buurman lacht nooit luidkeels, want er is hem geleerd dat de duivel langs de wijd geopende lachersmond binnenkomt. Het eerste bloed in de islamgeschiedenis vloeide in Mekka toen een ongelovige ongepast lachgedrag vertoonde. Hij zag enkele leden van de nieuwe sekte der moslims bidden, zo met hun achterste in de lucht, en barstte in een lach uit. Hij kreeg ter plekke een pak slaag. Nee, met lachen kon Mohammed niet lachen.
Als het van sommige leidinggevende politici afhangt, dan zullen de burgers van het VK en Nederland, vanouds pioniers van de vrijheid, binnenkort ook niet meer met de islam mogen lachen. De Deense regering heeft daarentegen het goede voorbeeld gegeven, en aan islamlobbyisten duidelijk gemaakt dat zij niet mag noch wil ingrijpen in de bestaande opinievrijheid. Laat ons wél lachen.