Submissie & Ontheiliging volgens CD&V
From the desk of Jos Verhulst on Thu, 2006-03-16 17:21
In De Morgen (24 februari) verscheen een artikel van de hand van de Benoit Lannoo, Wouter Beke en Tony Van Parijs, leden van de CD&V-‘denktank’ Politiek en Samenleving. Het is een interessant stuk, niet om wat erin beweerd wordt, maar wel omdat het zo duidelijk de ideologische kern van de zogenaamd christelijke partij CD&V blootlegt. Het stuk is getiteld: “Ook rechtstaat kan voor respect voor heilige gaan” en is een min of meer omfloerst pleidooi, om de censuureisen van moslimzijde in te willigen. Bij die gelegenheid moet VLD-voorzitter Bart Somers als kop van jut fungeren.
Volgens de CD&V-ers geeft het geen pas om te spreken over een burger, zonder daar zaken als ras of geloof bij te betrekken. Over Bart Somers, die dit wel waagde, orakelen ze:
“Beseft de man dan nog niet dat deze geïsoleerde ‘vrije’ burger – los van externe banden van ras, volk of economie en van de interne verbondenheid met opvoeding, cultuur, geloof en levensbeschouwing – een pure abstractie is?”
Dit type opmerkingen verneemt men vaker bij christen-democraten. Hier is een oud citaat van toenmalig CVP-voorzitter Marc Van Peel (uit De Morgen, 14 september 1992):
“Het gegeven dat de burger eigenlijk niet bestaat wordt weggeredeneerd. De Vlaming, de Waal, de belastingbetaler, de consument, de werknemer, de zelfstandige, het kaderlid, de ambtenaar, de villabewoner, de sociaal gehuisveste: het zijn in onze mythe allemaal onbestaande subcategorieën tussen wie er geen tegenstrijdige belangen of visies bestaan, opgelost als ze zijn in het burgerconcept. [...] ‘De burger’ bestaat niet. Hij – of zij, daar begint het al – is een mythische abstractie die ten tonele wordt gevoerd om bij de kiezer – of de lezer, of de kijker – in het gevlei te komen door hem te bedriegen.”
Het is van groot belang om de logische inconsistentie en het maatschappelijk destructief effect van zo’n opvatting scherp in te zien. Juist de ontkenning van het feit dat de individuele mens zich kan emanciperen van alle denkbare groepskenmerken, dat hij zich als subject tegenover alle categorieën van ras, volk, geloof en levensovertuiging kan plaatsen en dat hij louter in functie van zijn waarheidsstreven oordeel en inzicht kan ontwikkelen, creëert het vacuüm waarbinnen de heerschappij van de tiran over het individu kan worden verantwoord.
Het is zeker juist dat wij niet in normale zin mens kunnen zijn zonder een afstamming en een omgeving, en alles wat daaruit voortvloeit. Maar het is een volkomen non sequitur om uit het feit dat ieder concreet menselijk individu onvermijdelijk drager is van groepskenmerken te besluiten dat dit individu niet in belangrijke opzichten los van die kenmerken kan worden beschouwd. Zo’n gevolgtrekking is even dwaas als de bewering dat een radioprogramma alleen maar een abstractie is, omdat voor de beluistering van een programma altijd wel een radiotoestel is vereist. Net zoals een radioprogramma zonder enige verwijzing naar radiotoestellen als een autonoom aspect van de werkelijkheid kan behandeld worden, kan men ook spreken over het menselijk individu als een autonome realiteit, zonder verwijzing naar allerhande groepskenmerken. Het menselijk individu is in staat om inzichten en besluiten te ontwikkelen, en aansluitend daarbij vrije handelingen te stellen, die niet herleidbaar zijn tot de groepskenmerken waarvan dat individu de drager is.
Sterker nog: het is precies dit vermogen van de mens om als individu op te treden en zich als burger uit te spreken, dat de samenleving tot een authentiek menselijke werkelijkheid maakt. Een mierennest is géén samenleving, precies omdat het gedrag van de mieren niet uit individuele inzichten en besluiten voortvloeit doch tot groepskenmerken (plus biologische fluctuatie) valt te herleiden. Een politiek bestel dat het bestaan van de burger ontkent, en het primaat van het individu verwerpt, zal logischerwijs leiden tot de reductie van een samenleving tot een soort mierennest, uiteraard functionerend onder de verlichte leiding van een aantal uitzonderlijken, bij voorkeur drager van een CD&V-lidkaart, die merkwaardig genoeg wél moreel inzicht kunnen ontwikkelen en wél kunnen beslissen wat goed is voor het gemenebest.
Christendom, islam en autoritarisme
De autoritaire instelling van de drie CD&V-ers blijkt het duidelijkst uit de volgende overweging:
“Nu er conflicten op basis van levensbeschouwelijke verschillen dreigen, moet de overheid zich dringend concentreren op het bijeenbrengen van de leiders van de verschillende religies, om wederzijds respect en dialoogbereidheid te bevorderen.”
Blijkbaar zien de CD&Vers het als de taak van de ‘overheid,’ om bij de individuen ‘respect’ in te planten, hetgeen moet gebeuren via de leiders van de ‘religies’ die hiertoe door de politiek moeten worden samengebracht. Wie zijn eigenlijk die ‘leiders van de verschillende religies’? Behoren daartoe bijvoorbeeld ook de leiders van de kleine religies, sekten en wereldbeschouwelijke clubs die mede door de CD&V op de infame sektenlijst werden geplaatst, zodat zij nu kunnen belasterd worden door het “Informatie- en Adviescentrum Inzake Schadelijke Sektarische Organisaties”? Of verdienen die “schadelijke sektarische organisaties”, in tegenstelling tot de ‘erkende erediensten’, misschien geen ‘respect’? En moeten volgens onze CD&V-ideologen religieuze leiders geen respect aan de dag leggen voor ongelovigen en vrijdenkers? Hoe zit het met het ‘respect’ voor diegenen wier overtuiging hieruit bestaat dat aan religies, hun leiders en hun bijgeloof géén respect is verschuldigd, en dat het Vrije Woord het allerhoogste goed is?
Het standpunt dat de CD&V hier inneemt verbergt een verschrikkelijk geheim, en het wordt tijd dat dit eens duidelijk wordt uitgesproken. Het publieke geheim is dit: het christendom is, in tegenstelling tot de submissiegodsdienst, in wezen een historische impuls die de emancipatie van het individu dient, en de collectiviteit afleidt uit de scheppende activiteit van het individu, en niet omgekeerd. Daardoor vertoont gelijk welke politieke klasse, in het Westen evengoed als elders, op een fundamenteel niveau meer affiniteit met submissiegodsdiensten dan met het christendom. Een politieke kaste wil de individuele burger bevoogden, tot allerlei ‘solidariteit’ verplichten, en hem allerhande memes opdringen. Voor dat doel kan ze niets aanvangen, wel integendeel, met een wereld- en mensbeeld dat de emancipatie van het individu als centraal motief heeft.
Dit elementaire gegeven is in de geschiedenis van het Westen eeuwenlang ondergesneeuwd door het feit dat zich op de basisimpuls van het christendom, die van nature alleen door individuen kan gedragen worden, allerhande kerkgenootschappen hebben geënt (op de eerste plaats het katholicisme, dat een verticale hiërarchie introduceerde, afgekeken van het Romeinse keizerrijk) die tot op aanzienlijke hoogte wél submissie predikten (en dus wél bruikbaar waren voor de politieke machthebbers). Uiteraard dienden die kerkgenootschappen daartoe de christelijke impuls minstens gedeeltelijk te denatureren. Dientengevolge zag men absurditeiten verschijnen als kerken, waarin de hoogwaardigheidsbekleders zich expliciet ‘vader’ laten noemen (“noemt niemand van u op aarde vader; gij hebt maar één Vader, de hemelse” – Matt. 23: 9), zag men eden zweren met de hand op het boek waarin staat dat men helemaal niet hoort te zweren (“Ik zeg u in het geheel niet te zweren [...] uw ja moet ja zijn en uw neen, neen; en wat daar nog bij komt is uit den boze” – Matt. 5: 34-37) en hoorde men kerkelijke instituten onderwerping prediken jegens allerlei heersers, terwijl die heersers volgens Christus juist dienaars moeten zijn (“Gij weet, dat de heersers der volkeren hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn: wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn, en wie onder onder u de eerste wil zijn, moet slaaf van u wezen,” Matt. 20: 25-26).
Maar ondanks hun grotendeels onchristelijk of antichristelijk karakter dienden de machtsinstituten in de Westerse geschiedenis toch ruimte te creëren voor de kerntekst en de kerninspiratie waarop ze zich tenslotte beriepen, en aldus drong, als het ware tussen de porieën van de macht capillair opstijgend in de individuele zielen, de impuls van individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en waarheidswil toch omhoog tot aan het maatschappelijk oppervlak. Bij dit proces blijft de mensheid niet onveranderd: de wil tot individuele morele productiviteit neemt ondanks alle tegenkanting toe, en de spanning tussen het individu enerzijds en politieke en kerkelijke machten vergroot. De christelijke impuls helpt de mensheid te evolueren, niet naar een valse ‘multiculturele samenleving’, maar naar een multi-individuele samenleving, die men ook de ware kosmopolitische samenleving zou kunnen noemen, en die diametraal het tegengestelde vertegenwoordigt van wat het globalisme (of de zogenaamd ‘progressieve’ ‘andersglobalistische’ variant daarvan) nastreeft.
Het globalisme streeft naar een multiculturele samenleving, waarin de individuele mens geacht wordt zijn waarde, betekenis en rechten te ontlenen aan de etnische, raciale, religieuze of ‘culturele’ groepen waartoe hij behoort, of geacht wordt te behoren. De christelijke multi-individuele samenleving gaat uit van de individuele mens, die vanuit zijn roeping tot goddelijkheid en tot vrije vriendschap met het wezen Waarheid (de Logos) zélf bepaalt tot welke groepen hij wil behoren, en desgewenst zelf groepen creëert, en zich actief afscheidt van andere groepen. “Gij zijt goden” (Joh.10:34); ); “Iam non vos dico servos sed amicos” (Joh.15: 15); “wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn” (Matt.16: 19 ; 18: 18).
Heiligheid
Laat ons over heiligheid spreken. Volgens de CD&Vers zijn diegenen die het vrije woord verdedigen, die de menselijke biotoop voor de Logos willen vrijwaren, behept met de laagste van alle motieven, namelijk winstbejag, terwijl de moslims weten wat heilig is:
“Beseft Somers trouwens hoezeer het consumentisme de massareligie van deze tijd is geworden? Het was in ieder geval niet om de vrije meningsuiting te verdedigen dat vele kranten de bewuste cartoons alsnog hebben gepubliceerd en dat met grote trom hebben aangekondigd; het was om meer gazetten te verkopen, tiens. Voor dergelijk ‘fanatiek’ consumentisme moet vandaag in pers en politiek zowat alles wijken, incluis het respect voor miljoenen moslims voor wie eerbied voor de naam van Allah en schroom voor het gelaat van de profeet nu eenmaal heilige plichten zijn.”
De waarheid is natuurlijk precies omgekeerd. Kranten, en meer precies de individuen die cartoons publiceerden, namen grote risico’s. Mensen verloren hun job, ontvingen doodsbedreigingen en waren het voorwerp van smaad en juridische vervolging vanwege diegenen die zogenaamd in de bres springen voor de ‘heilige plichten’. Principieel dient men op te merken dat in een samenleving waarin de geest en het woord vrij zijn, het motief van de spreker volstrekt irrelevant is voor wat betreft zijn vrijheid van spreken. Men heeft niet minder spreekrecht omdat men spreekt vanuit winstbejag of ‘haat’ of wat dan ook. Maar los daarvan is in de hierboven geciteerde uitspraak zowat alles fout. Waarom zou ik ‘respect’ moeten hebben voor moslims die mij hun “heilige plichten” willen opleggen? Zo’n ‘respect’ is niet verschuldigd; het probleem ligt voor honderd procent bij de moslim die de ander zijn eigen leven niet gunt, en voor nul procent bij diegene die een Mohammedcartoon afdrukt in een krant die geen moslim verplicht is om te kopen. Een cartoontaboe aan andersdenkenden willen opdringen, heeft niets met ‘heiligheid’ te maken, en alles met obscurantisme. Een praktijk kan nooit heilig of onheilig zijn, alleen maar omdat iemand die praktijk tot heilig of onheilig verklaart. Zoniet zouden we de universele taboes moeten ‘respecteren’ van gelijk welke hond met een hoed op. Of bedoelen de CD&V-auteurs soms dat de heiligheid pas in werking treedt wanneer er voldoende schreeuwers zijn, die genoeg vlaggen verbranden en op genoegzaam agressieve wijze doodsbedreigingen lanceren?
Nee, heiligheid ontstaat niet uit waanzin of geweld. Heilig is wat toelaat aan het moreel transcendente om in verschijning te treden. Welnu, de individuele mens en niets of niemand anders is de verschijningsplaats voor het transcendente in de wereld. Men kan zeggen dat het menselijk individu de verschijningsvorm is van het morele in de wereld, of beter nog: dat de individuele mens geroepen is om zo’n verschijningsvorm te zijn. Het moreel goede transcendeert de stof, want in de wetten die betrekking hebben op de stoffelijke wereld is het morele nergens te vinden. Het moreel goede transcendeert ook de individuele willekeur: het begrip zelf van het goede impliceert dat niet naar willekeur goed tot kwaad kan gedecreteerd worden en omgekeerd. Maar tegelijk impliceert ditzelfde begrip van het moreel goede dat de moreel deugdzame activiteit enkel doorheen individuele vrijheid tot stand kan komen (want op een daad die niet in vrijheid werd gesteld, zijn de categorieën van goed en kwaad gewoon niet van toepassing). De uit individuele vrijheid (niet uit instinct, willekeur of passie) handelende individuele mens is daarom de directe verschijningsvorm van het moreel transcendente in de wereld. De vrijheid voor het individu is heilig omdat alleen de vrijheid toelaat dat de mens zijn intiemste roeping kan volgen en vrij kan kiezen voor het goede, om zo tot verschijningsvorm van het morele te worden. Wie de individuele vrijheid wil inperken om ‘respect’ voor allerhande vormen van obscurantisme op te leggen, dient niet de heiligheid maar de terreur en daardoor ook de amoraliteit. Wie ‘respect’ eist voor obscurantisme ontheiligt de samenleving. Vrijheid is de échte tempel.
Het échte heilige situeert zich juist in het individu dat volgens de CD&V niet bestaat, in de individuele menselijke ziel en geest die geroepen zijn om kind van God, dit wil zeggen kind van de Waarheid, te worden en die daarvoor de adem van de vrijheid nodig hebben. Het échte heilige is onze vrijheid, zijn de materiële garanties voor onze vrijheid, want het is binnen die vrijheid dat het daadwerkelijk transcendente in onze samenleving kan binnenvloeien, onder de vorm van morele intuïties en inzichten die enkel vrije individuele mensen kunnen ontwikkelen. Het echte doel van het recht moet daarom niet submissie zijn of ‘respect’, maar wel degelijk de individuele vrijheid.
Het wordt met de dag duidelijker dat de burgers en individuen, die volgens de CD&V niet-bestaande abstracties zijn, een verbeten, volgehouden en grote geesteskracht vereisende strijd zullen moeten voeren om het kostbaarste perspectief waarop de mensheid ooit uitzicht heeft gekregen te verdedigen tegen obscurantisme en collectivisme. De strijd zal zwaar zijn en moeizaam, en zij zal voor ons en onze kinderen, en voor alle nu levende en komende mensen van existentieel belang zijn. En de predikers van submissie en ‘respect’ zullen tot de ergste tegenstanders behoren.
Alweer die drogreden
Submitted by Johan B on Sat, 2006-03-18 10:37.
Nog nooit heb ik de No-true-Christian-drogreden zo weten uitmelken als in het stuk hierboven. De échte christenen zijn degenen die de "eeuwenlang ondergesneeuwde basisimpuls van het christendom" hebben weten te distilleren uit een paar vage bijbelzinnetjes. De rest van het christendom heeft deze basisimpuls niet opgemerkt met alle rampzalige gevolgen vandien.
Jos Verhulst wijst deze laatsten, waaronder de CD&V'ers, met de vinger. Zij hebben van het christendom een submissiegodsdienst gemaakt omdat zij weigeren de Waarheid onder ogen te zien.
Maar als we aannemen dat Verhulst gelijk heeft, moeten we dan niet eerder het christelijk Opperwezen zélf verantwoordelijk stellen voor het verborgen blijven van die basisimpuls? Waarom heeft Hij, om te beginnen, een paar honderdduizend jaar gewacht om Homo sapiens de Waarheid te openbaren? Waarom heeft Hij vervolgens toegestaan dat slechts een minderheid van de wereldbevolking zijn godsdienst onderwezen kreeg en waarom heeft hij zijn bijbel zo vaag en dubbelzinnig gehouden? Krachtens Zijn almacht en Zijn alwetendheid had Hij toch op zijn minst voor een betere communicatie kunnen zorgen.
Er zijn eigenlijk maar twee mogelijkheden. Ofwel heeft de christelijke God er helemaal geen probleem mee dat 99,9% van de mensheid Hem nooit heeft leren kennen en dat de overige 0,1% al eeuwenlang in Zijn naam de onderwerping predikt, ofwel bestaat Hij niet. Ik denk dat de laatste mogelijkheid de juiste is.
@Johan B
Submitted by Jos Verhulst on Sat, 2006-03-18 12:28.
Ik geloof niet in een almachtig opperwezen. Ik denk om uiteenlopende redenen wel dat het zijn als zodanig wezenskarakter heeft, maar ik zie niet in hoe men met dit Zijn (in de christelijke wandeling ‘Vader’ genoemd) op enige zinvolle manier het gebruikelijke begrip van ‘macht’ , laat staan ‘almacht’ , kan verbinden.
Ik denk wel dat waarheid wezenskarakter heeft, dat het individu zich met de waarheid kan verbinden, en dat een menswaardige maatschappij er een is waarin de mens de vrijheid krijgt om zich desgewenst met de waarheid te verbinden. Macht – in de gebruikelijke zin van uitoefening van dwang met gevolgen in de fysieke wereld - en waarheid lijken mij niet in één wezen verenigbaar te zijn; de verhouding tussen beiden is antagonistisch. Waarheid heeft natuurlijk wel ‘macht’ in een hogere zin: ze trekt ons aan door haar aard zelf. Maar waarheid dwingt dan niet en leeft integendeel in eenheid met vrijheid (zoals leugen een diepe eenheid vormt met macht in de hierboven geschetste zin).
Het gaat niet om een paar vage bijbelzinnetjes maar om in het NT consequent doorgetrokken basisinstellingen. In verband met het stuk hierboven is relevant dat het NT geen enkele oproep bevat tot censuur, zwijgdwang of vervolging van andersdenkenden. Dat is niet in alle religieuze kernteksten zo. Wel bevat het NT allerhande krachtige aanbevelingen, en aan het adres van sommigen allerhande ‘beledigingen’ die volgens de politiek-correcte normen wellicht strafbaar zouden zijn. Het is een objectief feit, en geen subjectieve interpretatie op basis van vage zinnetjes, dat diegenen die censuur en ‘respect’ voorstaan hier een andere houding aannemen dan wat in het NT wordt voorgestaan.
Blauwe Bijbel
Submitted by Johan Van Loon on Fri, 2006-03-17 09:40.
Zou het kunnen dat we het boek Genesis van de Blauwe Bijbel hebben ontdekt ?
Krachtige repliek
Submitted by wiag on Fri, 2006-03-17 03:12.
Inderdaad een prachtig artikel!
Prachtig artikel!
Submitted by Nicolas Raemdonck on Thu, 2006-03-16 23:16.
Prachtig artikel!