Tariq Ramadan: Da’Wa in Therapeutentaal

Op 23 maart trad gasthoogleraar Tariq Ramadan voor het eerst op in de aula van de Erasmusuniversiteit. De ‘meester van de doublespeak’ is voor twee jaar ingehuurd als ‘bruggenbouwer’. Hij gaat zich bezighouden met ‘identiteit en burgerschap’ in de ‘multiculturele samenleving’.

Daar is hij dan: Tariq Ramadan. Anders dan op de publiciteitsfoto’s, die hem tonen als knappe filmster, oogt hij in Rotterdam vooral grijs, broodmager en zweverig. Op de site van het Studium Generale van de Erasmusuniversiteit lijkt hij zelfs een beetje op Jezus aan het kruis.

Eerst mag Mohammed Benzakour een column voorlezen. Hij heeft direct de lachers op zijn hand met een grap over Geert Wilders en het actuele debat over de dubbele loyaliteit van twee islamitische leden van de Nederlandse regering: “Ik eet van vijf walletjes met mijn vijf paspoorten en dat kan meneer Waterstofperoxide me niet afnemen.”

Benzakour beklaagt zich over de ‘dubbele moraal’. “De taboes van de islam worden geschonden, daar moeten we maar tegen kunnen. Maar over de spotprent van de AEL, Hitler in bed met Anne Frank, werd schande gesproken. Is dat nou die heilige artistieke vrijheid?”
Applaus!

Jan Willem Oosterwijk, voorzitter van het college van bestuur van de Erasmusuniversiteit (EUR), zegt dat we een ‘interculturele samenleving’ zijn. Erasmus’ Lof der Zotheid is herdrukt. De EUR is een “kenniscentrum, stevig ingebed in de samenleving en de stad. Bevolkingsgroepen moeten vreedzaam samenleven.” Waarmee hij in feite de onafhankelijkheid van zijn instelling uitlevert aan de politiek, die Ramadan twee ton per jaar betaalt. Oosterwijk: “Kijk maar hoe ‘kleurrijk’ het hier is!”
Enthousiast klappen ze, de in zwarte of bruine lappen ingepakte moslimmeisjes.

De GroenLinkse wethouder Orhan Kaya van participatie en cultuur, stelt dat Ramadan een ‘dubbele taak’ heeft: hij is ‘eminent’ filosoof en kan de kennis van de studenten op een hoger peil brengen, maar ook de onderbouwing geven voor het Rotterdamse beleid. En wat nou zo goed is aan Ramadan: hij stimuleert niet alleen het debat, hij brengt nog oplossingen ook. “In harmonie met het Rotterdamse gemeentebestuur,” natuurlijk.

Tariq Ramadan begint zacht te spreken. Weldra wordt zijn toon zalvend. Ik had verwacht dat hij zou ingaan op zijn belangrijkste thema, de Europese islam. Dat is géén nieuwe islam: aan de godsdienst en zijn bronnen mag niks veranderen, maar er zullen verschillende islamitische culturen komen in de talen van Europa, met een “Europese interpretatie van de tekstuele context van de heilige geschriften”, legde hij uit in een interview met Nieuw Rotterdam.

In plaats daarvan houdt hij een therapeutische verhandeling over humor als religieuze en cultuuruiting in een ‘pluralistische’ samenleving waarin we via de ‘dialoog’ een ‘gemeenschappelijk gevoel voor humor’ moeten creëren, dat ‘onze gevoeligheden’ en ‘heilige waarden’ ontziet door ‘respect’ te tonen op een ‘diepere’ manier – ‘voorzichtig’, ‘fatsoenlijk’ en ‘beleefd’ – vanuit een ‘koestering’ van ‘wederzijds collectief begrip’, om aldus een ‘wederzijde, diepe psychologische integratie’ te bewerkstelligen op weg naar een ‘gemeenschappelijke toekomst’ die we ‘samen bouwen’, een toekomst van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’, ‘gemeenschappelijk burgerschap’ en een ‘gedeeld collectief geheugen’, met een ‘multiculturele Nederlandse identiteit’, waarin we ‘samen leven’ en allemaal het gevoel hebben dat we ‘bij elkaar horen’.

Ramadan masseert zijn gehoor een uur lang door dit ad nauseam te herhalen, dezelfde woorden in telkens iets andere combinaties, waardoor hij heel geraffineerd de indruk weet te wekken dat zijn visie algemeen gedeeld wordt.
“De Deense cartoons lagen gevoelig en het debat daarover is moeilijk. Zijn er grenzen aan waar ik om mag lachen? Het is niet alleen de wet, daarop moeten we ons niet blind staren, het ligt dieper.” Als we lachen, zegt Ramadan, is daar vertrouwen voor nodig, we leven immers samen in Europa.

De bedoeling van humor is dat je je losmaakt van jezelf en ‘intellectuele empathie’ toont voor een ander. “En als een grap je kwetst, stap dan niet naar de rechter, dat is slecht voor het gevoel van saamhorigheid.”
Interessant: hiermee neemt Ramadan afstand van de strategie van CAIR, de aan Hamas gelieerde Amerikaanse moslimlobby, die op het ogenblik de rechtbank platloopt in de hoop dat de vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt.
Ramadan: “We moeten voorzichtig zijn tegen elkaar en geen gevoelige snaren raken, of die nu religieus zijn of persoonlijk. Dat is gewoon niet zo netjes, een kwestie van beleefdheid. Soms is een trauma zo diep, zoals de jodenvervolging, dat je er geen grappen over mag maken.”
Mohammed Benzakour krijgt hier een standje.

De vrijheid van meningsuiting staat al in de wet, aldus Ramadan, en er hoeven geen nieuwe wetten bij, want we werken aan onze gezamenlijke toekomst. “Dit gaat pluralisme te boven, het is een uitdaging. De essentie van een pluralistische maatschappij is dat iedereen verantwoordelijk is voor het gevoel van verbondenheid en de collectieve psychologie. Er is een nieuw burgerschap in Nederland.”

Maar moslims hoeven van de gasthoogleraar ook niet alles emotioneel op te vatten of meteen te denken dat iets tegen de islam is gericht: “Vraag jezelf eens af wat jij deed tijdens de cartooncrisis, en waarom is dat zo, bekeken vanuit je oorsprong?” En tegen de anderen, in de eerste persoon meervoud: “We moeten begrijpen waarom moslims daar niet tegen kunnen, waarom ze dat niet gewend zijn. Dat is de multiculturele dimensie van onze universiteiten en daarmee moeten we in dialoog gaan.”

Tijd voor een anecdote. Ramadan vertelt dat hij een keer moest stoppen bij de Franse grens. Daar had hij begrip voor, hij keek gespannen en dat vond de douanier verdacht.
Een bevrijdende lach in de zaal: wat een wijsheid, wat een respect voor een ambtenaar in functie. Maar gaat dit niet eigenlijk over Ramadans wederwaardigheden op vliegveld Charles de Gaulle? Onlangs liep hij daar zonder instapkaart door een veiligheidspoortje en toen een politieagente hem staande hield, schold hij haar uit voor ‘bitch’. Door toedoen van die ‘overijverige’ agente moest hij de hele nacht in een smerige cel doorbrengen. De gematigde moslim kan voor deze respectvolle bejegening ook nog eens zes maanden de lik in dan wel een boete van 7500 euro tegemoet zien.

Volgens Ramadan hebben de Europese moslims gelukkig ‘kalm’ gereageerd op de ‘cartooncrisis’. Pardon? En de demonstratie in Londen dan, bij de Deense ambassade, op 4 februari 2006? Spandoeken met ‘Onthoofd hen die de islam beledigen’, ‘Vrijheid? Loop naar de hel’, ‘Jezus is de slaaf van Allah’, ‘De paus kan naar de hel lopen’ en ‘Engeland moet boeten, 7/7 komt eraan’, kun je toch moeilijk kalm noemen. De als extremist bekend staande leider van de demonstratie verdedigde die laatste slogan met een beroep op de deelname aan de oorlog in Irak: “Er is geen reden waarom er niet nóg meer zelfmoordaanslagen zouden volgen in Londen.”

En dan was er nog het ontslag van een redacteur van France Soir, op initiatief van de uitgever, Fransman van Egyptische afkomst, omdat die redacteur opnieuw de Deense spotprenten afdrukte, naast spotprenten over andere geloven. In Berlijn overmeesterde de politie net op tijd een Pakistaanse student die gewapend met een mes het gebouw van Die Welt binnenging. Hij wilde de hoofdredacteur neersteken omdat deze de Mohammedcartoons had herplaatst. Verder werden er twee kofferbommen ontdekt in treinen vlakbij Dortmund en Koblenz, geplaatst door twee Libanese studenten.

Ramadan: “We beginnen het te begrijpen. We moeten van beide kanten een dogmatische benadering vermijden. Dogmatisme wordt door iets diepers gevoed. Je zegt niet: integratie in ónze maatschappij, het gaat om nemen en geven, de rijkdom van de koesterende wederzijde psychologische integratie. We moeten een gemeenschappelijk gevoel voor humor opbouwen, dat is mijn praktische benadering en die ga ik hier in Rotterdam toepassen.”

Opmerkelijk genoeg heeft Ramadan zijn eerdere standpunt over de Deense cartoons herzien. Hij zegt nu hetzelfde als Wessam Fouad, die vorig jaar april schreef dat Ramadan de kwestie te veel vanuit een defensief minderhedenbewustzijn bekeek en alleen druk wilde uitoefenen om te voorkomen dat de moslims nogmaals in hun gevoelens zouden worden gekwetst.
Fouad vindt de zienswijze van Anas Al-Tikrit beter: in een pluralistische, open samenleving zijn de beledigende cartoons ‘een uitdaging op weg naar een hoge mate van religieuze, culturele en etnische diversiteit’. Moslims en niet-moslims moeten zich verenigen om ‘de crisis in Europa’ op te lossen en de samenleving moet zich aanpassen aan culturele gevoeligheden.

Na de pauze geven enkele EUR-coryfeeën een reactie op de preek. De arabist en historicus Dick Douwes kent Ramadan al acht jaar. Voorheen was hij directeur van het ISIM, een internationaal instituut voor islamstudie in de moderne wereld, en in die hoedanigheid heeft hij als eerste Ramadan naar Nederland gehaald. Bij dit instituut werken onder meer Annelies Moors, druk doende met de wetenschappelijke beschouwing van de islamitische damesmode, en Michiel Leezenberg, die de Verlichting projecteert op de geschiedenis van de islam. Leezenberg behoort tot de stroming die romantisch multicultureel wensdenken voor wetenschap laat doorgaan. Ook Douwes prijst de ‘kalme’ reactie van de Europese moslims op de Deense spotprenten.

Daarna een post-structuralistische, linkse filosoof, Henk Oosterling. Hij schreef over differentiedenken, Zenboeddhisme en marktfundamentalisme. In de jaren ’70 stelde hij een leerboek Nederlands voor gastarbeiders samen. Oosterlings nieuwe boek heet Met drie ogen. Interculturele kruisbestuiving tussen filosofie en spiritualiteit.
Tariq, is uw kritiek op de humor niet veeleer een kritiek op het gebrek aan gemeenschapsgevoel en de cultus van individualisme in het Westen? vraagt hij. “Onze crisis is de moderniteit zelf. We ontdekken onszelf opnieuw in een tijd waarin grenzen worden overschreden. Moeten moslims dus wel moderniseren?” Hiermee sluit Oosterling als een echte dhimmi aan bij de Franse islamexpert Jaques Jormier, die zei dat volgens Ramadan niet de islam gemoderniseerd moet worden, maar de moderniteit geïslamiseerd.

Nee, met de moderniteit houdt Ramadan zich niet bezig, zegt hij, hij probeert “vanuit de geschiedenis en de psychologie te begrijpen waarom andere mensen niet in de voetsporen van het Westen willen volgen.” Dat is Ramadaniaanse codetaal voor een algemeen gehoor. Als hij alleen is met zijn moslimse ‘broeders en zusters’, slaat Ramadan een veel triomfalistischer toon aan. Op een cassettebandje preekt hij: “Het Westen begint aan een nieuw verval en de Arabisch-islamitische wereld zal heropleven. (…) De koran zal alle voorgaande boodschappen bevestigen, vervolmaken en corrigeren.” In een andere preek: “Verwijzingen naar jodendom en christendom zullen oplossen, zo niet geheel verdwijnen. (…) Alleen de islam kan de spirituele leegte vullen waaraan het Westen lijdt.”

Op een vraag van een autochtone, ingepakte bekeerlinge over islamitische taboes antwoordt Ramadan: “Als een taboe over vooroordelen gaat, moet je het doorbreken, maar als het beschermt, moet je het met rust laten.” Luid applaus van de hoofddoeken.
Hij begint over Alain Finkielkraut, zonder diens naam te noemen. ‘Een Franse filosoof zei dat ik voor censuur pleitte, maar dat is niet zo, ik vraag alleen om respect, net als in je familie.’ Ramadan wil ‘geen burgeroorlog’ in Rotterdam: “Het is geen botsing van beschavingen, het is een botsing van percepties, over moslims.”

Hoe denkt Ramadan over de vrijheid van meningsuiting? “Absolute vrijheid heeft nooit bestaan. Je mag niet racistisch zijn van de wet. We willen geen homogene maatschappij, we willen naar elkaar luisteren en uit onze culturele getto’s komen.”
U hebt het alleen over de seculiere islam, maar wat is de rol van religie, is die privé of publiek? Ramadan: “Ik ben praktiserend moslim, maar er is geen tegenstelling tussen volledig moslim zijn en volledig Europeaan zijn.”
Applaus! Waarna Oosterling opmerkt dat dit bewijst hoe ‘verlicht’ Ramadan is.

Han Entzinger, decaan van de faculteit voor sociale wetenschappen waaraan Tariq Ramadan de komende twee jaar verbonden zal zijn, sluit af met de hoop dat ‘we allemaal veel lol zullen beleven aan de multiculturele samenleving.’ Als toetje is er nog een optreden van de Dervish Spiritual Dancers uit Turkije, aangeboden door de islamitische universiteit van Rotterdam.

Terwijl ik de rondtollende mannen gadesla en naar de eentonige zangers luister, die om de haverklap Allah aanroepen en de profeet, dwalen mijn gedachten af naar de technieken waarmee Ramadan instemming fabriceert en percepties manipuleert. De flak-machine werkt zó goed dat moslims voortdurend aandacht krijgen voor hun problemen, en ook al zijn ze dan erkend als slachtoffers, het is nooit genoeg.

Tariq Ramadan koeioneert niet en legt niemand het zwijgen op. Hij doet het veel slimmer. Hij richt mensen af zonder dat ze dat zo ervaren. Onder auspiciën van de Rotterdamse politiek en de Erasmusuniversiteit krijgt de obscurantistische islamist de komende twee jaar de gelegenheid om het gezonde verstand en het onafhankelijke denken uit te schakelen. Dat doet hij door de da’wa te bedrijven, islamisering van niet-moslimse gebieden via bestaande instellingen. De EUR en de gemeente Rotterdam willen maar al te graag geloven dat Broeder Tariq de goeroe is die ze nodig hebben. Om in de multiculturele hemel te komen. cultiveren ze hun zelfbedrog. De meester van de doublespeak, die vandaag zo fleemt, betitelde islamcritici eerder als ‘extremisten’.

Volgens de Egyptische onderzoeksjournalist ‘Adel Guindy onderhoudt Ramadan nauwe banden met de door zijn grootvader opgerichte Moslim Broederschap. Ramadan geeft aan die islamitische zendingsdrang een geheel nieuwe dimensie: da’wa in sussende therapeutentaal. Maar het einddoel van de da’wa is wel islamitische overheersing via de jihad. Alleen nu nog niet, in dit stadium houden we het leuk. Zo deed de profeet Mohammed, volgens Ramadan het volmaakte gedragsvoorbeeld voor alle moslims, het ook op zijn veroveringstochten.

Bij het verlaten van de aula zien we In the Footsteps of the Prophet van Tariq Ramadan prominent op de boekentafel liggen. Nahed Selim en Hafid Bouazza ontbreken.
Mijn reisgenoot heft Orwell aan: ‘Freedom is slavery!’
Zeker weten, zeg ik, en ignorance is strength.
Zo is dat, lacht reisgenoot. ‘War is peace.’

Contradictio in terminis

De uitdrukking "contradictio in terminis" was me op vijfjarige leeftijd nog onbekend maar het gevoel ervan kwam toch bij me op toen ik tijdens de eerste lessen van "Gewijde Geschiedenis" de leraar het hoorde hebben over De Goede Moordenaar die aan een kruis hing aan Jezus' rechterzijde en aan wie beloofd werd dat hij heden nog met Hem in het Paradijs zou zijn.

Ik had wat moeite met "goede" moordenaars, maar ik nam dan maar aan dat de kerel in kwestie berouw had getoond over zijn zonde en door Jezus Himself de absolutie werd gegeven.  Dit is weinigen gegeven en ik nam daar vrede mee.

Ditzelfde gevoel van contadictio kwam weer boven na het lezen van dit artikel over Tariq Ramadan.  Het ontgaat mij hoe een overtuigd moslim gematigd kan zijn.  Sedert het ontstaan van zijn dictatoriaal staatsbestel, gestoeld op bedenkelijke religieuze opvattingen, is de islam er nergens in geslaagd om te integreren met de oorspronkelijke cultuur.  Dit is niet verwonderlijk want er is nooit, maar dan ook nooit de minste poging gedaan tot integratie, nu bijna anderhalf millennium lang.  Waar ook ter wereld waar de islam in de meerderheid is, wordt de minderheid onderdrukt.

Tariq Ramadan proberen te verkopen als een "eminent" filosoof, een gematigde moslim - iets waaraan  Bernadette de Wit zich niet aan bezondigt, zij weze geprezen - is net hetzelfde als het trachten aan de man brengen van "vreedzame Afrikaanse krijgsheren" of "pacifistische zeerovers".

(Ik las Bernadette ten tijde van "De Gezonde Roker" ; ben content dat ze hier ook wordt aangehaald)