Toch in De Morgen

In tegenstelling tot wat we dachten, is er in de media toch reeds iets verschenen over de moedwillige vernietiging door de Belgische autoriteiten van de archieven over de jodenvervolging. Dat gebeurde op pag. 6 in De Morgen van 14 december 2005. Afgezien van dit bericht over een schandaal dat in elke zichzelf respecterende krant een hoofdartikel op pag. 1 hoorde te zijn, verscheen er bij ons weten echter niets. Eigenaardig voor een zaak die in elk ander land – terecht – tot een officieel onderzoek zou leiden. Hieronder het stuk uit DM:

Archieven over Jodenvervolging werden moedwillig vernietigd
Onderzoekers SOMA: ‘De toestand van de meeste archieven is erbarmelijk’
Brussel
Eigen berichtgeving
Georges Timmerman

De onderzoekers van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA), die in opdracht van de regering de verantwoordelijkheid trachten te bepalen van de Belgische overheden bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog, stuiten op grote moeilijkheden omdat bepaalde cruciale archieven opzettelijk werden vernietigd. Dat bleek gisteren op een hoorzitting in de Senaat over het tussentijds verslag van de SOMA-onderzoekers.

“De toestand van bewaring en ontsluiting van vele, zo niet de meeste, van de archiefbestanden is erbarmelijk”, schrijven de onderzoekers in hun tussentijds rapport. [u vindt het hier in pdf – pb] “Zonder overdrijving durven wij hier te schrijven dat deze stand van zaken, die gegroeid is tijdens meerdere decennia van verwaarlozing, een moderne democratische rechtsstaat onwaardig is.” Het gebrek aan archiefstukken is zo erg dat zelfs de opmaak van het eindrapport in gevaar dreigt te komen. Senaatsvoorzitter Anne-Marie Lizin (PS) besloot minister van Wetenschapsbeleid Marc Verwilghen (VLD) om uitleg te vragen.

SOMA-directeur Rudi Van Doorslaer en zijn medewerkers ontdekten niet alleen chaotisch beheer en amateurisme, maar in bepaalde gevallen ook opzettelijke vernietiging of verduistering van archiefmateriaal. Dossiers over Jodenvervolging in de archieven van het Brusselse gerecht bleken spoorloos. Hetzelfde geldt voor dossiers van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Gerechtelijke dossiers moeten nochtans wettelijk verplicht worden bijgehouden.

“De archieven van het Brusselse parket-generaal en van het parket werden gedeeltelijk bewaard voor de periode tot het begin van de jaren dertig”, melden de onderzoekers. “Daarna volgt er (bijna) niets meer. De brand in het justitiepaleis van 1944 wordt steevast aangehaald om de gaten in het archief te verklaren. Nochtans werden de archieven hierdoor slechts gedeeltelijk getroffen. Zonder twijfel is de vernietiging van de gerechtelijke oorlogsarchieven van Brussel grotendeels te situeren na 1944.”

Bij de auditoraat-generaal bleken dan weer een belangrijk dossier over de Jodenvervolging en andere cruciale documenten onvindbaar. “De systematische afwezigheid van deze documenten duidt mogelijk op een opzettelijke daad”, stellen de onderzoekers. Ook de meeste archieven van de voormalige rijkswacht en gerechtelijke politie gingen reddeloos verloren. De zeldzame archieven die toch werden bewaard, gingen dan weer verloren als gevolg van de verhuisactiviteiten in het kader van de recente politiehervorming. Een unieke collectie documenten van de lokale brigades, met vele duizenden processen-verbaal van de staatsveiligheid en documenten die in beslag werden genomen tijdens gerechtelijke onderzoeken, verdween geleidelijk in een reeks operaties van verhuizen en vernietigen, ingegeven door het plaatsgebrek in de kelders van het Brusselse justitiepaleis.

Vooral in Brussel en Wallonië is de toestand van de archieven van het gerecht “rampzalig” en “alarmerend”. Senator Hugo Vandenberghe (CD&V) vroeg zich af wie de bewuste dossiers heeft vernietigd, in welke omstandigheden en waarom. Hij wees ook op de politieke gevolgen van het onevenwicht in de beschikbare archieven tussen Vlaanderen en het Franstalige landsgedeelte. “Dit riskeert een studie te worden over de houding van de Vlaamse magistraten, want over de anderen kan men bij gebrek aan bronnenmateriaal niets zeggen.”

x

De sociale "wetenschap"

Mij is nog aangeleerd wat voor een significant verschil er was tussen de jodenvervolging (en vooral de verklikking) in Brussel en Antwerpen.
Naar de "verzuurde" geest van Antwerpenaars deserdagen werd tussen de lijnen dan ook verwezen om duidelijk te maken dat ze nog niets veranderd zijn. Ik denk dat die stelling nu wel ernstig moet herzien worden...