Pers en Verantwoordelijkheid

Volgens de Britse professor Kenneth Minogue van de befaamde London School of Economics is journalistiek een pathologie van onze tijd. Journalistiek, zo schreef hij eerder dit jaar in het Amerikaanse conservatieve culturele maandblad The New Criterion, is niet alleen een beroep uitgeoefend door journalisten, maar is vooral de manier geworden waarop de moderne mens denkt. Alleen wie specialist is in een bepaalde materie kan eraan ontsnappen omdat hij de oppervlakkigheid en de fouten van de journalistieke berichtgeving ziet. Maar hij kan dit uitsluitend in zijn eigen vakgebied, benadrukt Minogue, want voor alles wat niet tot zijn vakgebied behoort moet ook hij de wereld bekijken door de bril die hem door de journalist wordt voorgezet.

Minogue definieert journalistiek als het opwekken van belangstelling voor zaken die ver van onze persoonlijke verantwoordelijkheid liggen. Daarin ligt de tegenstelling tussen journalistiek en godsdienst. Dat laatste is immers het hechten van belang aan zaken die onze individuele eeuwigheid aangaan. Voor de journalistiek is godsdienst onbegrijpbaar tenzij als een vorm van sentimentalisme. Vandaar dat de pers het volgende week erg moeilijk zal hebben om te begrijpen waarom honderdduizenden jongeren naar Keulen trekken om paus Ratzinger te ontmoeten.

Journalistiek biedt mensen een veralgemeende kijk op de wereld, waarbij vooral de nieuwigheden worden benadrukt. Hierdoor komt de reflectie, het nadenken over het waarom, dat in godsdienst zo belangrijk is, in de verdrukking ten voordele van de informatie over de details der verandering. Journalistiek richt zich op alles wat verandert, wat zich wijzigt. Journalistiek is de honger naar een voortdurende stroom van (vaak zelfs triviale) nieuwigheden.

Achtenzestigers

Is nieuwsgierigheid dan slecht? Ja, zegt Minogue, wanneer het gaat over dingen die ons niet aangaan. Nieuwsgierigheid is dan geen deugd, maar ijdelheid: wij willen alleen kunnen praten over bepaalde dingen. Dit praten wordt dan een vorm van zelf-expressie zonder verantwoordelijkheid. Deze pathologie noemt Minogue journalistiek: de denktrant van de moderne mens die over alles wil praten, maar geen verantwoordelijkheid wil dragen. De professionele journalist, die van de media zijn broodwinning maakt, is iemand die macht uitoefent zonder verantwoordelijkheid. De politieke journalist is zelfs een politicus die, in tegenstelling tot de echte politici die nu en dan nog voor de kiezer moeten verschijnen, zich nooit voor iemand moet verantwoorden.

Brigitte Raskin, destijds journaliste bij De Standaard, verklaarde twee decennia geleden reeds (toen door mij geciteerd in NRC Handelsblad van 9 september 1985) over haar generatie, die der zogenaamde achtenzestigers: “Mijn generatie liep over van politiek en sociaal engagement maar de meesten van ons misten echte politieke ambitie. Niemand wilde zich compromitteren. Vandaar dat zovelen gevlucht zijn in jobs waar je maatschappijkritisch kon blijven zonder je te compromitteren: in het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek, de sociaal-culturele sector, en ook wel de journalistiek.” Let op hoe eufemistisch ze dat zegt: “Maatschappijkritisch zijn zonder je te compromitteren.” Je kan het ook anders zeggen: macht willen zonder verantwoordingsplicht. Wie zich niet moet verantwoorden, compromitteert zich immers niet. De journalisten die vanaf de jaren zeventig en tachtig onze media begonnen te domineren, wilden zich uitdrukkelijk niet verantwoorden.

Sociale controle

Omdat er echter ook geen vrijheid kan bestaan zonder verantwoordelijkheid is de journalistieke pathologie zich gaan ontwikkelen tot een ondermijner van de vrije samenleving. Terecht wijst Minogue er op dat journalistiek, één van de typische kenmerken van de Westerse maatschappij, zich heeft ontwikkeld tot een vijand van het Westen.

Gelukkig lijkt de moderne technologie de Westerse maatschappij ter hulp te komen. Het fenomeen van het internet dat talrijke webloggers toelaat om hun eigen teksten wereldwijd bekend te maken, zorgt ervoor dat journalistieke informatie waarvan vroeger alleen de specialisten wisten dat ze fout was, binnen de kortste keren doorprikt kan worden. Onjuiste informatie en manipulatie wordt vliegensvlug ontmaskerd, want altijd is er wel ergens een blogger die specialist is in een bepaalde materie en die fouten rechtzet.

Zelfs Filip Dewinter moest dit vorige week ondervinden toen hij een filmpje op het net zette waarop enkele jonge vandalen te zien waren die een auto leegplunderden in de Antwerpse Somersstraat. FDW wilde met het filmpje aantonen dat het beleid van veiligheidsschepen Dirk Grootjans een fiasco is. Misschien is dat ook zo, maar dit beleid is nog geen jaar oud, en het filmpje dat FDW vrijgaf was wel degelijk ouder dan een jaar. Daarom had hij de datum op de band met een zwarte strook afgedekt. Het duurde geen etmaal alvorens een blogger deze manipulatie had ontmaskerd. FDW was dus al even naïef als linkse journalisten die denken dat ze zich nog kunnen veroorloven valse informatie te geven. Het internet legt journalistiek iets op wat die sinds de jaren zeventig angstvallig heeft proberen te vermijden: verantwoordelijkheid. Journalisten bekijken het blog-fenomeen daarom met angst en afkeer (fear and loathing).

Maar het internet voert ook in de samenleving de sociale controle terug in. Dat bleek eveneens naar aanleiding van het bewuste filmpje. FDW werd aangevallen omdat hij de jonge criminelen op het net had geplaatst zodat iedereen deze kereltjes zou kunnen herkennen. Dat laatste vind ik echter niet meer dan terecht. In Seoul werd enige tijd geleden een vrouw die haar hond zijn gevoeg liet doen in de metro en daarna weigerde om de drol op te ruimen, eveneens publiek te schande gezet doordat men een videofilmpje van het gebeuren op het internet plaatste. Wie zich onverantwoord gedraagt, moet daar de gevolgen maar van dragen. Ook als hij geen journalist is.

Pers en camouflage.

Ter illustratie. Op 5 augustus stuurde ik de volgende email naar De Standaard online:

Op De Standaard online vind ik rond half twaalf het volgende bericht :

"Twee blanke Britse jongeren zijn officieel in staat van beschuldiging gesteld voor de racistische moord op de zwarte Anthony Walker. Ze worden vandaag nog voorgeleid".

U weet blijkbaar alles over alle aspecten en achtergronden van de zaak. Ik heb op hetzelfde tijdstip de online berichtgeving van enkele Britse kranten opgezocht. Zij zijn heel wat voorzichtiger:

De TIMES: Seven people have been arrested on suspicion of the murder since 18-year-old Anthony was killed, in what was allegedly a racially-motivated killing.

De GUARDIAN : Two men were charged today with the murder of black teenager Anthony Walker.

De DAILY TELEGRAPH (blijkbaar nadat de rechter de aanhouding al had bevestigd) : The two defendants are accused of killing A-Level student Anthony …

De DAILY MAIL : Anthony, a devout Christian and talented athlete, was allegedly attacked shortly after 11.30pm on Friday as he walked his girlfriend to catch her bus home.

De INDEPENDENT : A-Level student Anthony, 18, was allegedly attacked with an axe in Huyton, Merseyside, last Friday night.

“Suspicion of the murder”, “allegedly a racially-motivated killing”, “accused of”, “was allegedly attacked”. Zo terughoudend en decent drukken de Engelse kranten zich uit. De Standaard weet zelfs al met zekerheid dat het om een “racistische misdaad ging”. Verwart u journalistiek niet met hetze en propaganda?

P.S.

Houdt u ons even vlijtig op de hoogte van het onderzoek naar de moord op Richard Whelan (doodgestoken in een bus), zelfs als de dader een zwarte blijkt te zijn (zoals de persoonsbeschrijving van de getuigen laat veronderstellen)?